‘Wij zijn niet pro-Europa, wij zijn Europees’
Door Maarten van Rossem en Bas Kromhout • Foto's door Sander Heezen.
Sinds twee jaar heeft Volt Nederland zetels in de Tweede Kamer. Maarten sprak met fractievoorzitter Laurens Dassen en vroeg hem wat hij wil bereiken. Wat is het nut van nóg een kleine progressieve en Europees gezinde partij?
Uit Maarten! 2023-1. Bestel losse nummers hier
Maarten: ‘Waaruit blijkt jullie meerwaarde voor de Nederlandse politiek?’
Dassen: ‘Het belangrijke is dat we de politiek naar een Europees niveau willen tillen. We benaderen de uitdagingen vanuit een Europese gedachte. Of je nou lid bent in Italië, Nederland of Duitsland, we maken allemaal deel uit van Volt Europa en we hebben allemaal hetzelfde programma, dat we in heel Europa uitdragen.’
Maarten: ‘Hoe gaan jullie dan om met verschillen in nationaal belang, bijvoorbeeld tussen Italië en Nederland?’
Dassen: ‘Hier wordt het dus al interessant, want jij schetst een tegengesteld belang dat er altijd zou zijn. Maar Volt in Nederland en Volt in Italië delen dezelfde visie.’
Maarten: ‘Dus jullie hebben begrip voor het probleem van Italië dat veel vluchtelingen daar aankomen, en dat Rutte het allerliefst wil dat ze ook in Italië blijven?’
Dassen: ‘Daar hebben we zeker begrip voor. Het systeem van Dublin is volledig achterhaald. Rutte zegt in de Tweede Kamer: als hier een vluchteling aankomt vanuit Duitsland, dan moet hij terug naar Duitsland en dan weer terug naar Oostenrijk… en vervolgens stopt hij midden in zijn zin, omdat hij zelf al hoort hoe ridicuul dat is. Hij legt eigenlijk de verantwoordelijkheid volledig bij Griekenland, Italië en Spanje. Want tja, het is nu eenmaal geografisch bepaald dat zij de meeste vluchtelingen ontvangen. Die houding van Rutte en andere regeringsleiders zorgt voor spanning binnen Europa. Het helpt niet om een hek om Europa te gaan bouwen, dat zal migratie niet tegenhouden. Je moet naar een Europees asiel- en migratiesysteem, met snelle procedures aan de grens en een eerlijke herverdeling over Europa. Volt in Italië kijkt daar hetzelfde tegenaan als Volt hier in Nederland.’
Maarten: ‘Er zullen zat Italianen zijn die er net zo over denken als jullie, maar je hebt het dan wel over een betrekkelijk kleine Europese elite.’
Dassen: ‘Ik denk dat dat een grote vergissing is, want heel veel jonge mensen zijn opgegroeid met de euro, met een Europa zonder grenzen, met het Erasmus-uitwisselingsprogramma voor studenten.’
Maarten: ‘Het Erasmus-programma is verschrikkelijk elitair. Als je op het vmbo zit, ga je niet met een beurs naar Toulouse.’
Dassen: ‘Nee. Overigens maken wij ons er hard voor dat het programma veel toegankelijker wordt. Maar mijn punt is dat veel jonge mensen inzien dat grote vraagstukken, zoals migratie en het klimaat, alleen maar op Europees niveau opgelost kunnen worden.’
Maarten: ‘Tot op heden lukte het de EU niet een gezamenlijk migratiebeleid te voeren.’
Dassen: ‘Omdat het wordt geblokkeerd vanwege nationale belangen. Dat is precies het grote probleem dat wij continu signaleren, op tal van dossiers. Terwijl wij zeggen: je moet Europees gaan denken en van daaruit ook nationaal en lokaal beleid maken. Waar wij naartoe willen is een Europese parlementaire democratie, met een Europees parlement dat volledig als zodanig kan functioneren. Want dat doet het nu niet. Het EP heeft geen echt recht tot initiatief, terwijl dáár de wetgevende en controlerende macht zou moeten zitten. Nu worden er in het parlement eigenlijk alleen teksten opgelezen in plaats van dat er wordt gedebatteerd. Dan is het voor burgers toch ook onduidelijk welke discussie je met elkaar hebt en waar je heen wilt?
Maarten: ‘De EU is een samenwerkingsorganisatie van soevereine staten, zelfs meer dan vroeger. De Europese Commissie is in de schaduw geraakt van de Europese Raad.’
Dassen: ‘Daarom willen we af van het nationale vetorecht. Verder willen we transnationale kieslijsten. Het Europese Parlement is met een voorstel gekomen om te zorgen dat bij de verkiezingen in 2024 partijen met gezamenlijke kandidatenlijsten mee kunnen doen. Maar het Nederlandse parlement heeft de gele kaart getrokken. De VVD, het CDA, de ChristenUnie, de SP en zelfs de PvdA stemden ertegen. Dat vind ik heel gek, want iedereen erkent dat Europa steeds belangrijker wordt. Zorg nou dat de democratische discussie over waar je met Europa naartoe wilt zichtbaar wordt. Dat doe je niet door als nationale partijen mee te doen aan Europese verkiezingen.’
Maarten: ‘Willen jullie een presidentiële democratie, zoals in de Verenigde Staten?’
‘Niemand wist wie Von der Leyen was en waar zij voor stond’
Dassen: ‘Als er een president moet komen, dan zou die wat ons betreft een symbolische functie hebben. De Europese regering moet worden gekozen vanuit het parlement. Dus niet zoals de Commissie nu wordt samengesteld, met die zogenaamde Spitzenkandidaten voor het voorzitterschap. Bij de verkiezingen van 2019 was de partij van Manfred Weber de grootste geworden, en Frans Timmermans had door heel Europa campagne gevoerd. Maar Ursula von der Leyen werd naar voren geschoven als een compromis tussen Frankrijk en Duitsland. Ze doet het niet slecht, maar op dat moment wist buiten Duitsland niemand wie ze was en waar ze voor stond.’
Maarten: ‘Wie stelt bij Volt het partijprogramma op?’
Dassen: ‘Twee keer per jaar hebben wij een ledencongres ergens in Europa. Daar stemmen we over ons programma, dat wordt geschreven door Volters uit al die verschillende landen.’
Maarten: ‘Waar zijn jullie getalsmatig het sterkst?’
Dassen: ‘In Nederland. Verder zijn we vrij groot in Duitsland en Italië.’
Maarten: ‘Hebben de Nederlandse leden dan ook het meest te zeggen, of worden de stemmen naar rato verdeeld?’
Dassen: ‘Nee, want op het moment dat je ze naar rato verdeelt, ga je weer mee in het nationale denken. Dan ga je als Nederlander denken en stemmen.’
Maarten: ‘Waar is jullie partij, behalve in het Nederlandse parlement, vertegenwoordigd?’
Dassen: ‘In het EP – daar zit een Duitser – en in het parlement van Bulgarije. Verder hebben we gemeenteraadsleden en regionaal vertegenwoordigers in Nederland, Duitsland, Italië en Portugal.’
Maarten: ‘Overleg jij met je collega’s in andere landen?’
Dassen: ‘Elke maandag praat ik met het team in Bulgarije en het Europees Parlement om af te stemmen: wat gebeurt er deze week en hoe kunnen we elkaar versterken? Bulgarije wilde bij[1]voorbeeld afgelopen december toetreden tot de Schengen-zone, Nederland lag dwars. Daarover hebben we meteen met elkaar contact gehad. We hebben besproken hoe de discussie daar werd gevoerd en wat wij in Nederland nog konden doen om andere mogelijkheden over het voetlicht te brengen.’
Maarten: ‘Heeft dat iets geholpen?’
Dassen: ‘In dit geval is Nederland gewoon dwars blijven liggen. Maar dat is de manier waarop wij die Europese connectie veel beter willen maken. Ook de gemeenteraadsleden van Volt in al die verschillende landen hebben maandelijks met elkaar contact om best practices uit te wisselen. Verder hebben we een intern forum waar 11.000 Volters vanuit heel Europa met elkaar in contact staan.’
Maarten: ‘Is het alleen een kwestie van vrijwillige uitwisseling, of controleert iemand of de nationale vertegenwoordigers het partijprogramma netjes uitvoeren?’
Dassen: ‘Er zit niemand vinkjes te zetten. Ik denk dat het heel ongezond zou zijn als alles centraal werd aangestuurd. Want je bent uiteindelijk allemaal volksvertegenwoordiger. Je kunt de verhouding tussen de Europese partij en de nationale afdelingen een beetje vergelijken met nationale partijen in Nederland die ook lokaal actief zijn. Die hebben ook hun eigen lokale componenten, die vaak wel in lijn zijn met het nationale programma.’
Maarten: ‘In gemeenteraden spelen in toenemende mate juist lokale partijen een rol en is de invloed van de nationale partijen sterk teruggedrongen.’
Dassen: ‘Ja, maar bijvoorbeeld in Maastricht wordt Volt gezien als een echte lokale partij. We hebben een lokaal verkiezingsprogramma, dat in het Maastrichts is uitgeschreven. Volt Maastricht, Volt Aken en Volt Luik hebben met elkaar een regionaal programma gemaakt. Dat gaat over grensmobiliteit, openbaar vervoer, taal – noem maar op.’
Maarten: ‘Ten aanzien van de oorlog in Oekraïne heeft de EU het tot nu toe goed gedaan, toch?’
Dassen: ‘Aan de ene kant heeft de oorlog laten zien waar de zwaktes van Europa zitten: de volledige afhankelijkheid van de Verenigde Staten op militair gebied en de grote afhankelijkheid van Rusland op energiegebied. Aan de andere kant was de Europese reactie op Poetins invasie ongekend, zeker in het begin. Dan doel ik op de eenheid, de sanctiepakketten, de steunmaatregelen, de wapenleveranties en de snelheid waarmee de afhankelijkheid van Russisch gas verkleind is. Het laat wel zien wat de kracht van Europa kan zijn op het moment dat de nood aan de man is. Dat geeft hoop voor de toekomst, als het bijvoorbeeld gaat om de energietransitie.’
Maarten: ‘Oorlog laat zien wat er mogelijk is als je er druk op zet.’
Dassen: ‘Exact. Dat geeft aan de ene kant vertrouwen, maar aan de andere kant vind ik het ook zorgwekkend. Want het was blijkbaar al veel eerder mogelijk noodzakelijke stappen op energiegebied te nemen. Een vraagstuk waarop Europa nog geen antwoord heeft, is strategische autonomie. Elke lidstaat verstaat er iets anders onder. Voor de Duitse regering betekent het meer economische autonomie. Voor de Polen betekent het de NAVO, omdat wij in Europa te lang te weinig hebben geïnvesteerd in defensie. Frankrijk denkt vooral aan zijn eigen nucleaire defensie, de force de frappe.’
Maarten: ‘Die zullen de Fransen nooit overdragen aan een Europese instantie. Het gaat hun om de verdediging van Frankrijk, niet om de verdediging van Europa.’
‘Met de oorlog in Oekraïne zie je dat defensie gewoon een Europees vraagstuk is’
Dassen: ‘In mijn optiek moet dat samenvallen. Met de oorlog in Oekraïne zie je toch dat defensie gewoon een Europees vraagstuk is? Want de Amerikanen richten zich steeds meer op het Indo-Pacifische gebied. Die shift is ingezet door Obama, Trump deed er een schep bovenop en ook Biden zet die lijn voort. Dat betekent dat wij in Europa onszelf opnieuw moeten positioneren. Kijk nou naar de kwestie omtrent ASML [het Nederlandse bedrijf levert onder Amerikaanse druk geen chipmachines aan China, red.]. Ik denk dat we daar veel te weinig debat over hebben gehad, terwijl ASML een van de grootste strategische assets is van Europa.’
Maarten: ‘Leuk dat je je nu niet versprak door te zeggen “van Nederland”.’
Dassen: ‘Ja, nee, van Europa. Mijn zorg betreft de mogelijke consequenties voor de concurrentie- positie van ASML. Als bedrijf heb je het geld nodig om je verder te ontwikkelen. Ik vind dat Nederland zich moet realiseren dat de onderhandelingsruimte die wij als klein land hebben ten opzichte van de Verenigde Staten minimaal is. Als je zorgt dat je de volledige steun en onderhandelingskracht van de Europese Unie achter je hebt, sta je veel sterker. Ik heb het hier in het parlement aangekaart, we hebben er opiniestukken over geschreven. Maar dan zie je dat Nederland het toch graag zelf wil doen. Exportbeleid is een nationale competentie, zeggen we dan. Kom op, daar moet je strategisch over durven nadenken. Want de besluiten die nu genomen worden hebben consequenties voor de komende 25 jaar.
Maarten: ‘De EU reageert nu wel op de Amerikaanse Inflation Reduction Act, die zo nationalistisch en protectionistisch is als de pest.’
Dassen: ‘Jawel, maar ik vind de Europese reactie langzaam. Er lopen nog heel veel discussies. De Fransen willen de regels voor staatssteun versoepelen, een deel van de landen wil gemeenschappelijke schulden. Nederland heeft tot nu toe eigenlijk overal nee tegen gezegd. Nu zei Rutte laatst in een debat dat hij toch die staats[1]steunregels een klein beetje wil versoepelen. Ik vind dat levensgevaarlijk, want de enige landen die daarvan gaan profiteren zijn die met diepe zakken, zoals Frankrijk en Duitsland. Zo worden de verschillen tussen landen alleen maar groter en verzwak je de Europese Unie.’
Maarten: ‘Het is wel een groot probleem, want Duitse bedrijven hadden aangekondigd dat ze zouden vertrekken als er geen maatregelen kwamen.’
Dassen: ‘Het is zeker een groot probleem, ook voor de transitie die we moeten maken en voor onze strategische autonomie. De batterijmaker Northvolt dreigt nu te kiezen voor de VS in plaats van voor Duitsland. Maar dat moet je niet proberen te verhinderen door de staatssteunregels te versoepelen, want dan verstoor je de interne markt. Nee, je moet zorgen dat je gezamenlijke Europese fondsen hebt om te investeren in bedrijven die belangrijk zijn voor de klimaattransitie en onze strategische autonomie. Daarom moeten we ook voorkomen dat onze farmaceutische industrie vertrekt naar China of de VS.’
Maarten: ‘Hoever moet je daarin gaan? Want de reden dat er zoveel medicijnen uit China en India komen, is dat ze daar spotgoedkoop worden geproduceerd.’
Dassen: ‘Het zou ongezond zijn als we straks in een wereld leefden zonder de verbondenheid die Europa, China, India en de VS met elkaar hebben. De Europese Commissie wil zorgen dat de wereldwijde handel kan blijven bestaan. Tegelijkertijd is de EU veel gerichter bezig met investeren in cruciale industrieën zoals batterijen en waterstof. Dat is belangrijk, want je moet voorkomen dat de energietransitie en de strategische autonomie eronder lijden dat individuele landen vaak weinig financiële ruimte hebben.’
Maarten: ‘Hoe moet de EU zich opstellen in de ontluikende Koude Oorlog tussen de VS en China?’
Dassen: ‘Europa moet een eigen positie durven bepalen en voorkomen dat ze hierin wordt meegetrokken door de Amerikanen. Want dan zouden wij volledig afhankelijk van hen worden.’
Maarten: ‘De Amerikanen kunnen Europa meetrekken omdat zij het voortouw nemen in het steunen van Oekraïne. Stel dat China Taiwan aanvalt, dan zullen zij de NAVO-partners oproepen om te helpen het eiland te verdedigen.’
Dassen: ‘Europa zal daarom ook op defensiegebied zelfstandiger moeten worden. Het begint ermee dat alle landen de NAVO-norm van 2 procent van het bbp halen. Dat is een afspraak die we al tig jaar hebben. Verder moeten we de nationale krijgsmachten meer integreren. Daar worden nu stappen in gemaakt. Zo loopt er een Europees project om te zorgen dat militair materieel snel van het ene naar het andere land kan worden verplaatst.
Een van de uitdagingen is nog hoe je meer grip krijgt op de wapenindustrieën in de verschillende landen. Polen koopt materieel in Zuid-Korea, terwijl de Duitse en Franse industrieën vinden dat alles bij hen vandaan moet komen. Daar ontstaat spanning over. Op den duur moet je zorgen dat je gezamenlijk inkoopt en dat je een gezamenlijke commandostructuur hebt.’
Maarten: ‘Dan moet je wel de relatie met de NAVO herdefiniëren, waar we allemaal lid van zijn. Vergeet dat niet.’
Dassen: ‘Natuurlijk, en we zullen die NAVO nodig hebben. Maar binnen de NAVO zul je als Europa een vele sterkere poot moeten hebben, zodat je in staat bent je eigen grond – gebied te verdedigen.’
Maarten: ‘Zullen de Amerikanen daarmee akkoord gaan?’ Dassen: ‘Zij zeggen al jarenlang dat Europa dit zelf moet regelen.’
Maarten: ‘Moeten de EU-landen die nog niet de euro hebben worden overtuigd om die alsnog in te voeren?’
Dassen: ‘Het zou goed zijn als ze dat deden, maar vergeet niet dat veel landen hun nationale munt nu al aan de euro hebben gekoppeld. De facto hebben ze de euro dus al, ze mogen alleen niet meepraten. De focus zou nu moeten zijn dat we de eurozone verstevigen. Toen Ruud Lubbers premier was, wilde hij dat de euro zou worden ingebed in een politieke unie. Daar stond Nederland dertig jaar geleden nog voor op de barricades. Uiteindelijk heeft Duitsland dat tegengehouden.
Als je een gezamenlijke munt invoert, moet je ook zorgen dat je een fiscale unie en een bankenunie hebt, en dat de verschillende economieën naar elkaar toe groeien. Bovendien heeft de euro een belangrijke geopolitieke component. Vroeger was het zo dat als de Verenigde Staten de waarde van de dollar aanpasten, er een schokgolf door heel Europa ging, want dan moest de balans tussen al die verschillende munten opnieuw worden gevonden. Daarom is het volkomen onzinnig om te zeggen: “Nederland moet uit de euro.” Dan wordt hier eerst alles heel duur en vervolgens gaan we de gulden koppelen aan de euro.
‘We zijn ook kritisch op het functioneren van de EU’
Nederland liep tot in de jaren negentig voorop in de Europese integratie. We waren er trots op een van de stichterstaten van de Unie te zijn. En Nederland profiteert in zoveel opzichten van de Europese gezamenlijkheid. Dat verhaal moet hier weer verteld worden. Daar moeten partijen weer voor durven staan.’
Maarten: ‘GroenLinks en D66 zijn net als Volt progressief en pro-Europa.’
Dassen: ‘Wij zijn niet pro-Europa, we zijn Europees. We zijn ook kritisch op het functioneren van de EU. Andere partijen die vinden dat er meer samengewerkt moet worden in Europa doen alsof er bijna geen kritiek geleverd mag worden. Dat is natuurlijk onzin. We leveren toch ook allemaal superveel kritiek op het functioneren van de Nederlandse democratie? Dat doen we omdat we het systeem beter willen maken. Dat moeten we in Europa ook doen, en de kritiek niet overlaten aan de mensen die de Unie willen afzagen.’
Maarten: ‘Maar waarom is er een Volt Nederland nodig naast die andere partijen die dezelfde kant op willen met Europa?’
Dassen: ‘In Nederland hebben 250.000 mensen op Volt gestemd, omdat ze de meerwaarde zien van een Europese partij. Dat is iets heel anders dan nationale partijen die puzzeltjes leggen en er vervolgens achter komen dat de puzzel op Europees niveau niet goed geregeld wordt.’
Maarten: ‘Zouden jullie een lijstverbinding willen aangaan met GroenLinks en de PvdA?’ Dassen: ‘Ik denk dat voor Volt op dit moment doel één is om te zorgen dat we in meer landen vertegenwoordigd zijn.’
Maarten: ‘Jullie zijn een fatsoenlijke linkse partij, en het probleem in Nederland is dat we er daar een heleboel van hebben, inclusief de Partij voor de Dieren en de SP. Als jullie met z’n allen een lijstverbinding aangingen, dan konden jullie het politieke proces domineren.’
Dassen: ‘Dat is weer vanuit de Nederlandse democratie bekeken, en wij willen naar die Europese democratie. Er zijn ook inhoudelijke verschillen. Wij willen kernenergie; dat wil GroenLinks niet. Wij zijn ervoor om 2 procent van het bbp te besteden aan defensie; daar staan sommige andere partijen wel wat anders in.’
Kader
Laurens Dassen (1985) groeide op in Knegsel in Noord-Brabant. Na een studie bedrijfskunde en een baan bij ABN-AMRO werd hij in 2018 fulltime voorzitter van Volt Nederland. Hij voerde de lijst aan bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021, toen de partij drie zetels veroverde. Na een jaar werd het Kamerlid Nilüfer Gündogan uit de fractie gezet vanwege klachten over grensoverschrijdend gedrag.
Sinds twee jaar heeft Volt Nederland zetels in de Tweede Kamer. Maarten sprak met fractievoorzitter Laurens Dassen en vroeg hem wat hij wil bereiken. Wat is het nut van nóg een kleine progressieve en Europees gezinde partij?
Uit Maarten! 2023-1. Bestel losse nummers hier
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren