‘Weinig maatschappijen zijn beter dan het Nederland van nu’

In Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen schrijft bestsellerauteur en Historisch Nieuwsblad-columnist Annegreet van Bergen over de geschiedenis van alledaagse voorwerpen, variërend van elektrisch licht en het kunstgebit tot de koelkast en drinkwater. Met al deze verhalen wil Van Bergen vooral een nieuw (historisch) bewustzijn kweken: ‘Hoe langer ik mij met deze onderwerpen bezighoud, hoe meer ik hoop dat mensen zich realiseren hoe bijzonder en goed de tijd is waarin wij leven.’
 

Uw vorige boeken (Gouden Jaren en Het goede leven) richtten zich vooral op het naoorlogse Nederland. Hoe verschilt Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen van deze boeken?
‘In mijn vorige werk gebruikte ik geschiedenis vooral om te onderzoeken wat economische groei voor het naoorlogse Nederland heeft betekend. In dit nieuwe boek ga ik veel verder terug, soms helemaal tot de Middeleeuwen. Dat is een belangrijk verschil. Bovendien waren die boeken bedoeld als educatieve boeken om te laten zien waar we het over hebben wanneer we het over economische groei hebben. Mensen lazen ze anders: als feelgoodboeken, gestoeld op economische feiten. Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen draait veel meer – de titel zegt het al – om geschiedenis. Ik kijk naar concrete, alledaagse dingen en vraag mijzelf vervolgens af: hoe zat dat vroeger, wanneer en waardoor kwamen die dingen tot onze beschikking?’

Wat maakt die geschiedenis dan zo ‘ongewoon’?
‘Mijn manier van geschiedschrijven is anders dan die van historici. Geschiedenis gaat vaak over grote gedachten, maatschappelijke stromingen en koningen en keizers, maar ik kijk ernaar als econoom. De ontwikkelingen die ik beschrijf, zijn voor ons dagelijks leven echter minstens zo belangrijk geweest. Het feit dat we tegenwoordig allemaal een slaapkamer en een schoon bed hebben, is voor ons volstrekt normaal, maar hygiënisten moesten daar eind negentiende eeuw een enorme strijd voor leveren. Maar bijvoorbeeld ook water uit de kraan: gewoner kan bijna niet. En toch waren daar anderhalve eeuw geleden enorme discussies over. Grote gebeurtenissen als  veldslagen zijn natuurlijk ook heel belangrijk geweest, maar voor hoe wij nu leven is de beslissing om bijvoorbeeld waterleidingbedrijven aan te leggen, veel ingrijpender geweest.’

‘Een anekdote kan een heel krachtig middel zijn om uit te leggen hoe groot het verschil is tussen toen en nu’

Zijn dat soort ‘ongewone geschiedenisverhalen’ ook de voornaamste reden dat dit boek misschien wat minder appelleert aan nostalgische gevoelens dan uw vorige boeken?
‘Ik heb een hekel aan het woord nostalgie, omdat dat zou kunnen impliceren dat het gaat om een terugverlangen naar die jaren. Het uitgangspunt voor Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen is vooral nieuwsgierigheid, maar het effect is óók dat je je realiseert dat je helemaal niet terug moet willen naar die tijd van pakweg een eeuw geleden. Dat besef wordt sterker wanneer je vanuit concrete, hedendaagse situaties terugredeneert. Bijvoorbeeld: hoe was het om zonder elektrisch licht te leven? Je moet er toch niet aan denken dat je in de winter – wanneer het al om half vijf donker wordt – slechts één kaars of één petroleumpitje tot je beschikking hebt tot de volgende ochtend? In het boek koppel ik dat dan bijvoorbeeld aan de totstandkoming van het elektrisch licht. Ik vind het ontzettend leuk om verhalen uit die tijd naar boven te halen.’

U gebruikt die verhalen om de geschiedenis van het ‘doodgewone’ extra kracht bij te zetten?
‘Ik illustreer grote verhalen graag aan de hand van anekdotes. Ik kies die anekdotes echter wel zo dat ze representatief zijn voor een tijdsbeeld. Dat is ook mijn journalistieke inslag: één welgekozen anekdote vertelt vaak meer dan duizend woorden. Enerzijds is het ontzettend leuk om die verhalen op te sporen, maar lezers zullen zich daardoor wellicht ook nóg beter realiseren hoe bevoorrecht wij zijn in de huidige tijd, met al dat elektrische licht en alle comfort. Dat zijn dingen die we inmiddels als doodgewoon zijn gaan beschouwen. Kijk bijvoorbeeld ook maar naar de treinen. Het is welbeschouwd een wonder dat je vandaag de dag in Nederland ieder halfuur overal naar toe kunt gaan. Om dat te illustreren, haal ik graag een anekdote over mijn vader aan, die in de jaren twintig vanuit Krommenie eens een oom en tante in Nijmegen bezocht. Dat was iets heel bijzonders, want na de vakantie moest hij dan voor de klas komen om over die ‘geweldige treinreis’ naar Nijmegen te vertellen. Tegenwoordig gaan er meer dan dertig treinen per etmaal tussen Nijmegen en Den Helder, en ben je met één overstap binnen twee uur in Krommenie. Zo’n anekdote kan dus een heel krachtig middel zijn om uit te leggen hoe groot het verschil is tussen toen en nu.’

‘Je moet je realiseren dat er van alle bestaande maatschappijen weinig beter zijn, of zijn geweest, dan het Nederland van nu’

Tegelijkertijd zijn er in het heden genoeg politici die toch heel erg appelleren aan de ‘romantiek van vroeger’, bijvoorbeeld de negentiende eeuw of de jaren vijftig. U schrijft juist dat er nooit een beter Nederland was om in te leven dan dat van de eenentwintigste eeuw.
‘Als we het over politici als Thierry Baudet hebben, denk ik: hij weet echt niet waar hij over praat. Om een voorbeeld te noemen: pas in 1855 was er een staatscommissie die het tijd vond voor een aparte slaapruimte in huis voor arbeiders. In die tijd was het nog volstrekt normaal dat je in een ruimte sliep waar je werd opgevreten door bedwantsen, vlooien en God mag weten wat. Dat was all-in-the-game, en dan hebben we het alleen nog maar over de woonomstandigheden. In de gezondheidszorg was het niet veel beter: allerlei ziektes konden nog welig tieren omdat veel medicijnen er nog niet waren. Dat maakt de opvattingen van anti-vaxxers tegenwoordig ook zo vreemd. Ze hebben geen idee hoe de situatie vroeger was. In Lochem was er eind negentiende eeuw een doodgraver die bijhield wat de leeftijd was van de doden die hij begroef. Bijna de helft was jonger dan drie jaar! Dat is toch niet meer voor te stellen? In het rijke Nederland van tegenwoordig is doodgaan toch vooral iets voor oude mensen. Als je stelselmatig onderzoek doet naar dat soort uiteenlopende onderwerpen, realiseer je je dat het leven toen helemaal niet zo leuk en makkelijk was, zoals in dat romantische beeld weleens wordt geschetst.’
 

Is het boek daarmee in zekere zin ook een goede reflectie op de huidige tijd, waarin men dat doodgewone nauwelijks nog waardeert?
‘Ik ben geen dominee en ik heb geen boodschap, maar hoe langer ik mij met deze benadering van de geschiedenis bezighoud, hoe meer ik hoop dat mensen zich realiseren hoe bijzonder en goed de tijd is waarin wij leven. Dat komt misschien ook wel omdat we zo verwend zijn, waardoor we de feilen extra goed zien. Maar ik denk dan: we hebben het zó goed vandaag de dag! Dat is natuurlijk geen reden om op onze lauweren te rusten en niets te doen bij eventuele tekortkomingen of misstanden, maar je moet je wel realiseren dat er van alle bestaande maatschappijen weinig beter zijn, of zijn geweest, dan het Nederland van nu. We vinden heel veel dingen inmiddels vanzelfsprekend, maar door te onderzoeken hoe en waardoor alledaagse dingen als het elektrisch licht en drinkwater tot onze beschikking zijn gekomen, zie je pas echt hoe bijzonder dat allemaal is. In mijn ogen kan dat bijdragen aan ons welbevinden en levensgeluk, en leren we daarmee gelijk af om terug te willen naar vroeger, wanneer dat ook was.’


 Annegreet van Bergen, Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen
 Uitgeverij Veen Media, 144 p. 15,- 

 Bestel het boek in onze webshop.

In Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen schrijft bestsellerauteur en Historisch Nieuwsblad-columnist Annegreet van Bergen over de geschiedenis van alledaagse voorwerpen, variërend van elektrisch licht en het kunstgebit tot de koelkast en drinkwater. Met al deze verhalen wil Van Bergen vooral een nieuw (historisch) bewustzijn kweken: ‘Hoe langer ik mij met deze onderwerpen bezighoud, hoe meer ik hoop dat mensen zich realiseren hoe bijzonder en goed de tijd is waarin wij leven.'
 


Uw vorige boeken (Gouden Jaren en Het goede leven) richtten zich vooral op het naoorlogse Nederland. Hoe verschilt Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen van deze boeken?
‘In mijn vorige werk gebruikte ik geschiedenis vooral om te onderzoeken wat economische groei voor het naoorlogse Nederland heeft betekend. In dit nieuwe boek ga ik veel verder terug, soms helemaal tot de Middeleeuwen. Dat is een belangrijk verschil. Bovendien waren die boeken bedoeld als educatieve boeken om te laten zien waar we het over hebben wanneer we het over economische groei hebben. Mensen lazen ze anders: als feelgoodboeken, gestoeld op economische feiten. Een (ongewone) geschiedenis van doodgewone dingen draait veel meer - de titel zegt het al - om geschiedenis. Ik kijk naar concrete, alledaagse dingen en vraag mijzelf vervolgens af: hoe zat dat vroeger, wanneer en waardoor kwamen die dingen tot onze beschikking?’

Wat maakt die geschiedenis dan zo ‘ongewoon’?
‘Mijn manier van geschiedschrijven is anders dan die van historici. Geschiedenis gaat vaak over grote gedachten, maatschappelijke stromingen en koningen en keizers, maar ik kijk ernaar als econoom. De ontwikkelingen die ik beschrijf, zijn voor ons dagelijks leven echter minstens zo belangrijk geweest. Het feit dat we tegenwoordig allemaal een slaapkamer en een schoon bed hebben, is voor ons volstrekt normaal, maar hygiënisten moesten daar eind negentiende eeuw een enorme strijd voor leveren. Maar bijvoorbeeld ook water uit de kraan: gewoner kan bijna niet. En toch waren daar anderhalve eeuw geleden enorme discussies over. Grote gebeurtenissen als  veldslagen zijn natuurlijk ook heel belangrijk geweest, maar voor hoe wij nu leven is de beslissing om bijvoorbeeld waterleidingbedrijven aan te leggen, veel ingrijpender geweest.’

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Knooppunt Oudenrijn: gezellig filekijken

Openluchtmuseum: de Gerbrandytoren

Het eigenzinnige geheugen

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.