We zijn hier niet in Amerika
Door Laurens Bluekens
Nederlandse burgers zijn woedend, en de polarisatie neemt toe. Er is een groeiende kloof tussen arm en rijk. We koesteren de Amerikaanse cultuur en spreken Engels met een Amerikaans accent. Is Nederland op weg het meest Amerikaanse land van Europa te worden?
Uit Maarten! 2023-2. Bestel een losse editie of word abonnee
‘Wie denkt dat wat in Amerika gebeurt ver weg is, is naïef,’ schrijft Sander Schimmelpenninck in de zomer van 2022 in een column in de Volkskrant met de kop ‘Het pro-boerensentiment is een door sociale media aangejaagde uiting van het internationale fascisme’. ‘Nederland is het meest Amerikaanse land van Europa,’ zo gaat de journalist en ondernemer verder. ‘Bijna net zo rijk en conservatief, en met een vergelijkbare culturele en intellectuele armoede, die ervoor zorgt dat het vrijheidsbegrip niet verder strekt dan opkomen voor het eigen belang en plat anti-overheidssentiment.’
Verwijzend naar de ‘agressieve’ uitingen van het pro-boerensentiment langs de snelwegen roept Schimmelpenninck het beeld op van een trumpiaans Nederland waarin de bestorming van het Binnenhof door een meute bewapende boze burgers een kwestie van tijd is.
In een interview met de Vlaamse krant De Morgen bracht Schimmelpenninck de stelling dat Nederland het meest Amerikaanse land van Europa is al eens eerder te berde. Toen noemde hij twee andere factoren, namelijk dat de ‘mythe van de selfmade man’ in Nederland heel hardnekkig is en dat ook hier de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. ‘De gewone man stemt op rechts omdat hij graag bij de winnaars wil horen. Links, dat is voor de losers. De armen stemmen dus tegen hun eigen winkel.’
‘Laat Amerika Amerika blijven, en laten wij nuchtere Nederlanders blijven alsjeblieft’
Ook elders in het publieke debat is de vergelijking met grote broer Amerika nooit ver weg. Met het oog op de afgebroken sociale voorzieningen vroeg econoom en jurist Antonie Kerstholt zich eind 2019 op weblog Joop af of Nederland een soort mini-Amerika aan het worden is. Afgelopen november schreef ook hij dat Nederland ‘steeds meer de schaduwkanten van de Amerikaanse samenleving krijgt’.
PvdA-bestuurslid Alptekin Akdogan deed in januari 2021 een duit in het zakje door Sigrid Kaag in WNL Opiniemakers op te roepen te stoppen ‘met de veramerikanisering van de Nederlandse politiek’, als reactie op het voorstel van de D66-leider om premiers maximaal twee termijnen te geven. Maar de kritiek van Akdogan op de veramerikanisering van Nederland steekt dieper: ‘Het is met alles. De woke-cultuur, de proud boys. Laat Amerika Amerika blijven, en laten wij nuchtere Nederlanders blijven alsjeblieft.’ Ook uit deze uitspraken doemt het beeld op van een trumpiaans Nederland waarin hardhandige escalatie om de hoek ligt.
Gini-coëfficient
Is het huidige Nederland inderdaad een miniversie van de Verenigde Staten, met alle vervelende kanten die daarbij horen? Dat staat te bezien. De kloof tussen arm en rijk die Schimmelpenninck aanvoert, verdient het om in perspectief te worden gezet. Niet alleen is de inkomensverdeling in de Verenigde Staten vele malen ongelijker dan in Nederland, zo laten recente cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zien, er zijn ook meer dan tien Europese landen die dichter bij Amerika zitten. Daaronder het Verenigd Koninkrijk, Italië, Spanje en Zwitserland. Nederland staat in de middenmoot, samen met onder meer Duitsland en Frankrijk.
Terecht wijst Schimmelpenninck er regelmatig op dat de verdeling van vermogen misschien een betere indicator zou zijn voor de kloof. In een artikel bij zijn televisieprogramma Sander en de kloof wijst hij erop dat Nederland op dit vlak het meest ongelijke land ter wereld is – ongelijker ook dan de Verenigde Staten.
Maar juist dat beeld is de laatste jaren onduidelijker geworden. Dit kan statistisch worden aangetoond door voor beide landen de gini-coëfficient te berekenen, die de mate van ongelijke spreiding uitdrukt. Uit cijfers van Credit Suisse uit 2022 blijkt dat Nederland een lagere gini-coëfficiënt heeft (namelijk 75) dan de Verenigde Staten (85). Verder laten andere Europese landen ook op het gebied van vermogens hogere ongelijkheidscijfers zien dan Nederland: Duitsland (78,8), Ierland (80) en – jawel – Zweden (88,1). Wat de kloof tussen arm en rijk betreft is dus niet vol te houden dat Nederland het meest Amerikaanse land van Europa is.
Ontvankelijk
Hoe zit het op andere terreinen, zoals mentaliteit en politieke cultuur? De Verenigde Staten hebben een sterke invloed op Europa en Nederland, en sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft Amerika nog altijd een leidende rol in de westerse wereld. Maar een vergelijking tussen Nederland en Amerika moet wel nauwkeurig gemaakt worden. Dat zegt ook historicus James Kennedy, verbonden aan de Universiteit Utrecht en zoon van een Amerikaanse vader en een Nederlandse moeder. ‘Het hangt er heel erg van af waarnaar je kijkt. Er zijn bijvoorbeeld ook allerlei affiniteiten tussen Italië en de Verenigde Staten, zoals bijvoorbeeld de mate van religiositeit.’
De historicus ziet wel iets in de uitspraak dat Nederland het meest Amerikaanse land van Europa is – mits de Britten en de Ieren niet meetellen. ‘Zij zitten nog dichterbij, omdat ze onderdeel zijn van dezelfde taalgemeenschap en omdat ze nog veel meer aan de wortel liggen van wat de Verenigde Staten zijn. Grootschalige onderzoeken naar de waarden die mensen van allerlei nationaliteiten hebben, zoals de World Values Survey & European Values Study, laten duidelijk zien dat bijvoorbeeld de ideeën over vrijheid in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Ierland nauw aan elkaar verwant zijn.’
Naast de Britten en de Ieren ziet Kennedy geen andere sterke kandidaat die in aanmerking zou komen voor het meest Amerikaanse land van Europa dan Nederland. Ook de Scandinavische landen hebben een brede Atlantische blik. Maar Nederland lijkt meer op Amerika, omdat het meer in het midden van de wereld staat, stelt hij. ‘Nederland is veel ontvankelijker voor allerlei culturele invloeden van buitenaf, en dat is altijd zo geweest. Eerst was Nederland gericht op de Franse cultuur, daarna op de Duitse, en inmiddels importeren we al decennialang denkbeelden uit de Verenigde Staten.’
Ondernemende politici
Binnen continentaal Europa is de Engelse taal in Nederland het meest doorgedrongen; die wordt hier vaak gesproken met een Amerikaans accent. Onze ontvankelijkheid vertaalt zich ook in een flinke belangstelling voor Amerikaanse film, muziek en technologie, ziet Kennedy. ‘Dat gaat op een wat makkelijkere manier dan bij onze zuider- of oosterburen. Nederlanders hebben bovenmatig veel belangstelling voor de Verenigde Staten en menen er ook veel over te weten. Zoiets zie je ook terug in de interesse voor de Amerikaanse verkiezingen, die in Nederland veel uitvoeriger worden gevolgd dan die in Frankrijk of Duitsland.’
Binnen continentaal Europa is Nederland het land waar de Engelse taal het meest is doorgedrongen
Ook de Nederlandse politieke cultuur is volgens Kennedy sinds de ontzuiling meer op de Amerikaanse politieke cultuur gaan lijken. ‘Door de verzuiling was het politieke bestel voorspelbaar; die voorspelbaarheid is voor een deel verdwenen. Daarvoor in de plaats zijn een soort ondernemende politici gekomen, die een appel proberen te doen op de gevoelens en drijfveren van het electoraat. Die emotionalisering lijkt wel wat op de Verenigde Staten.’
De historicus waakt ervoor om de amerikanisering van Nederland toe te schrijven aan heel recente ontwikkelingen. ‘Misschien is Nederland in de laatste decennia wat Amerikaanser geworden, maar dat is dan vooral omdat het al op Amerika leek. Er bestaan al eeuwenlang allerlei verwantschappen tussen Nederland en de Verenigde Staten. Die zijn niet alleen ontstaan door wederzijdse beïnvloeding, maar ook doordat beide landen zo’n beetje uit dezelfde culturele wereld voortkomen.’
Wapenbezit
Onder aan de streep is Nederland nog altijd duidelijk een Europees land, stelt Kennedy. ‘Nederland is sociaal en politiek gezien anders dan de Verenigde Staten. De samenleving gaat ervan uit dat je dingen met elkaar doet en dat heeft een afremmende werking op vormen van radicalisme zoals je in Amerika ziet.’ Het Nederlandse anti-overheidssentiment steekt ook bleekjes af tegen dat in de Verenigde Staten, waar het individu nog veel meer wordt geacht de zaakjes zelf op te knappen.
Kennedy herkent zich dan ook niet in het trumpiaanse beeld van Nederland dat Akdogan en Schimmelpenninck schetsen: ‘Nederlanders willen geen extreme “Amerikaanse toestanden”. Amerika is een land waar je eigenlijk niet naartoe wilt, zo gek gaat het daar. Nederlanders zullen in elk geval twee dingen nooit begrijpen aan de Verenigde Staten: de heiligheid van wapenbezit en dat je failliet kunt gaan omdat je ziek wordt. In die zin staat Amerika heel ver van Nederland af.’
‘Nederlanders willen geen extreme “Amerikaanse toestanden”’
Nederlanders hebben bovendien meer vertrouwen in hun overheid dan Amerikanen, zo blijkt uit recente cijfers van de OESO In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk vertrouwt respectievelijk 31 en 39,5 procent de overheid, in Nederland is dat 47,2 procent. Landen als Duitsland, Denemarken en Zwitserland scoren wel veel beter: 60,8, 63,5 en 83,8 procent.
Polarisatie
Ook de polarisatie achter extreme Amerikaanse toestanden is in Nederland minder schrijnend. Uit internationaal vergelijkend onderzoek blijkt dat de polarisatie in Nederland in feite wel meevalt. ‘Er zijn maar weinig aanwijzingen voor een gestage en uniforme toename van affectieve polarisatie in Nederland en elders in Europa,’ schrijft politicoloog Eelco Harteveld van de Universiteit van Amsterdam in de bundel Polarisatie in Nederland uit 2022. ‘Al zit het de laatste tien jaar mogelijk iets in de lift.’ In de bundel wordt ‘affectieve polarisatie’ gebruikt als containerterm voor verschillende vormen van negatieve gevoelens tegenover medeburgers op basis van hun politieke opvattingen.
Harteveld geeft aan dat er een slag om de arm gehouden dient te worden bij het internationaal vergelijken van polarisatie, maar presenteert toch een ranglijst. Kenia, Turkije, Uruguay, Zweden en de Verenigde Staten voeren de lijst aan. Daarna volgen al snel Europese landen als Frankrijk, Duitsland, Polen en Denemarken. Nederland staat een stuk verderop, ergens laag in de middenmoot. Affectieve polarisatie kan in het meest extreme geval geweld legitimeren, zoals in de Verenigde Staten, maar zover is het in Nederland volgens Harteveld nog lang niet.
Dat de meeste burgers in Nederland ‘nog steeds prima met de meeste van hun landgenoten door één deur kunnen’ ligt volgens hem vooral aan de poldercultuur. Die blijft sterk, ondanks de opkomst van ‘partijen die consensuspolitiek van de hand wijzen of worden geboycot’. Bovendien maken de Nederlandse instituties het lastig voor één kamp om de macht naar zich toe te trekken en andere kampen te dwarsbomen.
Percepties van polarisatie wakkeren daadwerkelijk polarisatie aan
Toch noemt Harteveld ook redenen tot zorg: er zijn voorzichtige aanwijzingen dat de spanningen tussen Nederlanders over politiek toenemen. En omdat de politicologie de grondoorzaken van affectieve polarisatie nog niet volledig begrijpt, is onbekend of die trend zich zal doorzetten.
Alarmisme
Vooralsnog concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau in de Stand van Nederland 2023 dat het met de polarisatie in Nederland niet zo ernstig is gesteld. Maar dat contrasteert met hoe burgers zelf denken over de stand van polarisatie. De omgekeerde vlaggen langs de snelwegen, de brandende fakkels bij Kaag en talloze gewelddadige confrontaties tussen de politie en coronademonstranten geven makkelijk aanleiding tot de gedachte dat Nederland tot op Amerikaans niveau gepolariseerd is. Niets is dus minder waar.
Harteveld stipt wel aan dat alarmisme over (vermeende) polarisatie niet geheel zonder gevolgen is. Met andere woorden: percepties van polarisatie wakkeren daadwerkelijk polarisatie aan. Onbedoeld kan een column of commentaar waarin de indruk wordt gewekt dat we in een tot op het bot verdeeld Nederland leven, de daadwerkelijke polarisatie dus juist aanjagen.
De zorgen van Schimmelpenninck over de opkomst van het radicale boerensentiment, de groeiende kloof tussen arm en rijk in Nederland en de polariserende werking van social media zijn zonder meer begrijpelijk. Datzelfde geldt voor de ongerustheid van Akdogan over de verruwing van de Nederlandse politieke cultuur. Maar het is te kort door de bocht om Nederland daarom het meest Amerikaanse land van Europa te noemen. Het anti-overheidssentiment, de polarisatie en de kloof tussen arm en rijk in de Verenigde Staten zijn niet te vergelijken met de situatie in Nederland.
Nederland is nog lang geen Amerika. Gelukkig maar.
Meer lezen uit dit nummer? Bestel hier uw exemplaar
Nederlandse burgers zijn woedend, en de polarisatie neemt toe. Er is een groeiende kloof tussen arm en rijk. We koesteren de Amerikaanse cultuur en spreken Engels met een Amerikaans accent. Is Nederland op weg het meest Amerikaanse land van Europa te worden?
Uit Maarten! 2023-2. Bestel een losse editie of word abonnee
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren