Maarten interviewt Tineke Strik: ‘We moeten af van vluchtelingendeals’
Door Maarten van Rossem en Teun Willemse - Foto’s Sander Heezen
De EU vindt het belangrijker de grenzen te bewaken dan de mensenrechten te garanderen, stelt Europarlementariër Tineke Strik. Ze veegt de vloer aan met de Turkije-deal en het Europees agentschap Frontex, dat volgens haar wegkijkt als grenslanden boten met vluchtelingen letterlijk terugduwen voor ze voet aan wal kunnen zetten. ‘Welvarende landen outsourcen de opvang van asielzoekers aan armere, terwijl juist zij hun verantwoordelijkheid moeten nemen.’
Uit Maarten! 2021 – 3. Bestel het nummer hier
Maarten: ‘Europa krijgt veel kritiek, omdat het vluchtelingen illegaal terugduwt. Wat gebeurt er aan de grenzen?’
Strik: ‘De Europese Unie wordt al jaren geconfronteerd met rapporten over pushbacks aan de buitengrenzen. Een pushback houdt in dat grenswachten asielzoekers niet aan land laten komen en vaak met geweld terugduwen. Pushbacks zijn illegaal, want het recht schrijft nadrukkelijk voor dat mensen altijd de kans moeten krijgen uit te leggen waarom het voor hen niet veilig is om terug te keren naar het land waar ze vandaan komen.
Volgens die rapporten zouden lidstaten zich schuldig maken aan pushbacks, maar vanuit het Europees Parlement kunnen we die landen lastig controleren. De Europese Commissie moet als een soort politieagent zorgen dat de asielregels worden nageleefd, maar doet dat vooral door naar dit soort voorvallen te vragen bij de betreffende overheden. Die regeringen, zoals die van Griekenland, ontkennen die pushbacks natuurlijk. Daar houdt de controle al jarenlang op, dat is erg onbevredigend.’
Maarten: ‘De EU maakt zich zelf toch ook schuldig aan pushbacks?’
Strik: ‘In 2020 verscheen een rapport van onderzoekscollectief Bellingcat waarin stond dat het Europees grens- en kustwachtagentschap Frontex ook meedeed aan pushbacks. Ze zouden boten onderscheppen, waarna de Grieken tot pushbacks overgingen. Frontex heeft de taak om de grensbewaking van lidstaten te ondersteunen, maar moet ook zorgen dat die bewaking niet in strijd is met de mensenrechten. Ze mogen zelf natuurlijk geen mensenrechten schenden, maar moeten vooral ook de grenslanden monitoren op hun naleving van de mensenrechten. Sterker nog: als er sprake is van mensenrechtenschendingen, moet Frontex zich terugtrekken. Het agentschap mag een land niet blijven steunen, want dan legitimeert de EU deze praktijken. De berichten van Bellingcat waren voor mijn commissie aanleiding om onderzoek te doen naar Frontex. We hebben daarbij onderzocht wat het agentschap met rapporten en interne signalen over pushbacks doet.’
‘De EU koopt haar verantwoordelijkheid af’
Maarten: ‘Wat zijn uw conclusies?’
Strik: ‘Frontex doet helemaal niets met gezaghebbende rapporten als van de VN, Amnesty of de Raad van Europa. De directeur Fabrice Leggeri ontkent zelfs dat hij ze gekregen heeft. Het agentschap heeft een aparte fundamental rights officer die adviezen moet uitbrengen aan de directeur over de handhaving van de mensenrechten, maar de afgelopen vijf jaar hebben die adviezen op geen enkele reactie kunnen rekenen. In 2016 schreef die afdeling al dat Frontex zich moest terugtrekken uit Hongarije, omdat dat land zich aan alle asielregels onttrok. Met dat advies is nooit iets gedaan. Het agentschap neemt zijn eigen interne apparaat dus niet serieus, maar we concludeerden ook dat Frontex überhaupt geen proactief onderzoek doet naar mensenrechtenschendingen. Grenswachten van de lidstaten en Frontex-agenten die grenslanden assisteren bij grensbewaking worden zelfs ontmoedigd om signalen van misstanden door te geven aan Frontex.’
Maarten: ‘Het EU-agentschap faalt dus behoorlijk in zijn controlerende functie?’
Strik: ‘Frontex laat het allemaal maar gebeuren. Het frappante is dat het agentschap onder de autoriteit van een gastland opereert. Griekenland kan Frontex-agenten bijvoorbeeld vertellen waar ze wel en niet mogen komen. Zodra Frontex een schip onderschept dat Griekenland wil terugsturen, wordt Frontex weggehaald. “Blijven jullie maar even in de haven,” klinkt het dan. Ik sprak iemand van Frontex die drie maanden op het Griekse eiland Samos gestationeerd zat. Bij aankomst kreeg hij al te horen dat hij drie maanden lang niets te doen zou krijgen.’
Maarten: ‘Gaat bescherming van de grenzen bij Frontex en de EU boven de mensenrechten?’
Strik: ‘Ik vind van wel. De grensbewaking heeft duidelijk prioriteit. Dat is ook de reden dat Frontex veel rapporten in de wind slaat. De directeur en de lidstaten gaan er – in mijn ogen onterecht − van uit dat meer aandacht voor de mensenrechten ten koste gaat van de effectiviteit van grensbewaking.’
Maarten: ‘Uit het rapport blijkt dat jullie geen hoge pet op hebben van directeur Leggeri. Moet hij verdwijnen?’
Strik: ‘Het probleem gaat dieper dan één persoon, maar Leggeri heeft wel grote invloed op het aan de kant schuiven van elke mensenrechtelijke waarborg. Ik zie niet in hoe je met hem die cultuur kunt veranderen. Leggeri komt uit Frankrijk en is een beschermeling van president Emmanuel Macron. Hij komt elke maand langs op het ministerie van Justitie in Parijs en wordt volkomen afgedekt en beschermd. Er volgt in september nog wel een rapport van het antifraude-agentschap van de EU, dat onderzoek doet naar de relatie van pushbacks en mismanagement, waarvan ik vermoed dat het killing zal zijn voor de directeur. Ik moest in mijn rapport een politiek compromis zoeken met politieke groepen die Frontex vooral uit de wind wilden houden, maar het antifraude-agentschap OLAF kan scherper zijn.’
Maarten: ‘Faalt Frontex door incompetentie of georganiseerde onwil?’
Strik: ‘Het is absoluut georganiseerde onwil. Juridisch gezien moeten Frontex-grenswachten de instructies van Griekenland opvolgen, maar dat moeten ze natuurlijk niet doen als ze daardoor de mensenrechten niet meer kunnen controleren. Daarom moeten we ook verder kijken dan de houding van het agentschap, want de lidstaten en de Europese Commissie sturen Frontex aan. Zij moeten zelf de mensenrechten prioriteit geven en zorgen dat Frontex hetzelfde doet.’
Maarten: ‘Als het georganiseerde onwil is, dan is er een beleid aan de top dat daartoe leidt. Heeft de Europese Commissie niet gezegd: hoe meer immigranten we buiten de deur houden, hoe beter?’
Strik: ‘Dat is de kern van mijn kritiek. Europa voert een officieus beleid: asielzoekers tegenhouden en zorgen dat mensen überhaupt niet bij een asielprocedure uitkomen. De lidstaten hebben immers totaal niet gereageerd op het feit dat verplichtingen aan de grenzen niet worden nagekomen. Het wekt de indruk dat ze er belang bij hebben om weg te kijken en niet daar te zijn waar de schendingen plaatsvinden.
Voor Frontex zelf is dit ook een existentiële crisis. Als het agentschap te kritisch is op een grensstaat, kan dat gastland ze weigeren. Dan is het exit Frontex. Voor de grenslanden bestaat er bovendien een perverse prikkel om asielzoekers tegen te houden. Ze worden door andere lidstaten afgerekend op het aantal illegale immigranten dat ze binnenlaten, maar tegelijkertijd worden ze volledig alleen gelaten met de opvang van asielzoekers.’
Maarten: ‘De Italianen en Grieken klagen daar geheel terecht over. We laten ze in de kou staan.’
Strik: ‘Dat komt door de afspraken van de Dublin-verordening: het land van binnenkomst is verantwoordelijk voor een asielzoeker. Dat is de reden dat andere lidstaten pas in opstand komen zodra Italië immigranten doorlaat. Pushbacks vinden dan ook steeds vaker aan binnenlandse EU-grenzen plaats. Italië stuurt asielzoekers terug naar Slovenië, dat hen vervolgens weer naar Kroatië uitzet. Vervolgens belanden asielzoekers weer in Bosnië, allemaal zonder enig individueel onderzoek.’
‘Nederland heeft steeds meer arbeidsmigranten nodig’
Maarten: ‘De hoofdvraag is natuurlijk: wat willen we in de EU met immigratie?’
Strik: ‘Om de pushbacks te laten verdwijnen moeten er betere en snellere asielprocedures komen. We kunnen het Dublin-systeem dan niet langer toepassen, maar moeten de verantwoordelijkheid vanaf het begin eerlijk verdelen. Mensen die asiel willen, moeten meteen verdeeld worden over de lidstaten, die allemaal toereikende procedures moeten hebben om te onderzoeken of een vluchteling bescherming nodig heeft. Er kan een behoorlijk percentage asielzoekers bij zitten voor wie dat niet het geval is, en die moeten we dan snel terug kunnen sturen.’
Maarten: ‘Dat blijkt in de praktijk enorm lastig. Asielzoekers gooien hun paspoort weg en hun land van herkomst wil ze vaak niet terug hebben. Dat zie je toch gebeuren met Marokko?’
Strik: ‘Maar hoe sneller een asielprocedure gaat, hoe eerder vluchtelingen bescherming krijgen en hoe makkelijker het is om immigranten terug te sturen. Het probleem met Marokko is bovendien heel Nederlands, want vanuit Duitsland gaat het terugsturen prima. Staatssecretaris van Justitie Ankie-Broekers Knol kondigde in 2019 in het nieuws aan: “Ik ga nu met de Marokkaanse ambassadeur bellen!” Daar houden ze niet van in Marokko. Duitsland pakt dat slimmer aan. Zij drijven zaken niet publiekelijk op de spits, maar regelen het terugsturen van asielzoekers achter de schermen.
De samenwerking met landen hangt niet alleen af van de mate waarin we ons positief en respectvol opstellen, we moeten ook iets te bieden hebben. We hebben in Nederland steeds meer arbeidsmigranten nodig, dus met landen als Marokko moeten we een constructieve dialoog voeren over tekorten in verschillende sectoren en hoe we daarop kunnen samenwerken, bijvoorbeeld door visa voor studenten. Als we op dat gebied gaan samenwerken, wordt het ook makkelijker om afspraken te maken over de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers.’
Maarten: ‘We hebben het moeilijk gemaakt om ons land binnen te komen, waardoor arbeidsmigranten hier vaak blijven nadat hun werk erop zit. Creëren we daarmee gedwongen migratie?’
Strik: ‘Eigenlijk wel. Daarom moeten we uitzoeken hoe we de mobiliteit, het heen en weer reizen tussen de landen waar mensen werken en wonen, kunnen vergroten. Daarmee maken we het voor arbeidsmigranten interessanter om na hun werk terug te gaan en met hun opgedane kennis of kapitaal iets in eigen land te beginnen. Mijn ideaalplaatje is dat migranten binnen de EU vrij kunnen werken in verschillende lidstaten. Als er in Nederland een baan wegvalt, maar er komt een plek vrij in Duitsland, dan moet een arbeidsmigrant daarheen kunnen. Vrij verkeer moet voor iedereen gelden die een verblijfsvergunning heeft. Dat geldt nu wel voor Unie-burgers, maar mensen zonder EU-nationaliteit zitten opgesloten in hun ene lidstaat. Na vijf jaar kunnen ze een permanente EU-verblijfsvergunning krijgen waarmee ze onder vrij strenge voorwaarden naar een andere lidstaat kunnen verhuizen, maar dat systeem is veel statischer dan het vrij verkeer voor Unieburgers.’
Maarten: ‘Dan moet elke lidstaat een Europees migratiebeleid voeren in plaats van zijn eigen beleid. Is dat haalbaar?’
Strik: ‘De Dublin-verordening is de grote splijtzwam die een Europees asielbeleid in de weg staat. Op papier hebben we in Europa prachtige regels over opvang en procedures, maar die worden niet nageleefd, zeker niet door grenslanden. De huidige plannen van de Europese Commissie draaien om solidariteit, maar lidstaten mogen die solidariteit op verschillende manieren vormgeven: ze mogen geld overmaken, ambtenaren sturen of asielzoekers overnemen. Dan kun je wel raden waar de meeste landen voor kiezen.
Het laat zien dat de Europese immigratieproblematiek groter is dan anti-immigratielanden als Hongarije en Polen. Zelfs premier Rutte heeft de Europese Commissie laten weten dat hij een juridische verplichting nodig heeft om asielzoekers over te nemen van grenslanden, want als hij voor een keuze tussen betalen of mensen opnemen wordt gesteld, vreest hij onsmakelijke debatten in het parlement met politici die zich willen uitkopen. En dat zal in elke lidstaat gebeuren.
‘De Turkije-deal is een indirecte pushback’
De Commissie moet veel ambitieuzer zijn, want op immigratiegebied heeft geen enkele lidstaat vetorecht. Ik zou van de opname van asielzoekers bijvoorbeeld een voorwaarde maken om bij Schengen te blijven. Er zijn zoveel zorgen over de afbreuk van de rechtsstaat in sommige EU-landen, maar we lijken niet in te zien dat de gebeurtenissen aan onze grenzen ook rechtstatelijke problemen zijn. We moeten daarbij net zo hard gaan optreden en misstanden koppelen aan financiën. Als Griekenland de mensenrechten schendt, moeten we de financiering stopzetten.’
Maarten: ‘Dat er op dit gebied geen vetorecht bestaat is nieuw voor mij. Er is dus geen unanimiteit nodig voor een Europees asielbeleid?’
Strik: ‘Dat klopt. De EU probeert het er nu toch met consensus uit te komen, maar die gaat er op immigratiegebied nooit komen. Om iedereen mee te krijgen, baseert de Commissie haar voorstellen op het laagste ambitieniveau, en zelfs daar wordt aan geknabbeld tijdens de onderhandelingen. Er is meer creativiteit nodig voor een sluitend asielsysteem, want een goed beleid is uiteindelijk ook in het belang van de noordelijke landen. De wal keert nu het schip, want als noordelijke lidstaten wegkijken en de grenslanden dit laten oplossen, komt het probleem vanzelf weer op hun eigen bord terecht.’
Maarten: ‘Wat die voorwaarden betreft hebben Oost-Europese landen als Hongarije en Polen iets handigs ontdekt: de EU is vrij machteloos als het gaat om strafmaatregelen.’
Strik: ‘Toch hebben we met het conditionaliteitsmechanisme, dat rechtsstatelijke voorwaarden koppelt aan het EU-budget, wel een kleine doorbraak. EU-landen die de rechtsstaat niet respecteren, gaan dat merken bij de toekenning van Europese subsidies. Met zijn omstreden LGBTI-wet heeft Orbán zijn hand overspeeld, waardoor de Commissie dat mechanisme nu gaat toepassen.’
Maarten: ‘In Nederland vinden diverse politieke partijen dat we moeten ophouden met internationale vluchtelingenverdragen. Hebben we met de Turkije-deal zelf een enorme pushback gefinancierd?’
Strik: ‘De EU heeft veel vage vluchtelingendeals gesloten. Die deals houden in dat de EU derde landen geld geeft om hun grenscontroles te versterken en om migranten die door hun land zijn gereisd, over te nemen van de EU. Voordat die deals worden gesloten, zou eerst moeten worden keken wat er gebeurt met mensen die komen vast te zitten in zo’n transitland.
De Turkije-deal is uniek omdat het niet alleen om afgewezen asielzoekers, maar ook om Syrische vluchtelingen gaat. We stellen bij die vluchtelingen vast dat ze bescherming nodig hebben, maar die vinden we blijkbaar goed genoeg in Turkije. Ik verwijt de Commissie en de lidstaten dat ze bij deze deal niet kijken naar de waarborgen voor vluchtelingen in Turkije. Het land vangt met meer dan 3,5 miljoen mensen al meer vluchtelingen op dan welk land ook en stuurt vluchtelingen zogenaamd vrijwillig terug naar Noordoost-Syrië, dat door de Turkse president Recep Tayyip Erdogan is bezet. Bovendien is de armoede onder vluchtelingen heel groot in Turkije, waar een economische recessie woedt. Slechts een fractie van de vluchtelingen kan daar de arbeidsmarkt op.
Kortom, vluchtelingen kunnen in Turkije nauwelijks een toekomst opbouwen. De Turkije-deal is een indirecte pushback waarmee we de verantwoordelijkheid voor deze vluchtelingen hebben afgekocht, ook al is er aan de EU grens nog een formele ontvankelijkheidstoets voordat vluchtelingen naar Turkije worden teruggestuurd. Europa sluit deals met Turkije en zij doen op hun beurt hetzelfde met hun buurlanden, om mensen door te sluizen naar andere plekken.’
Maarten: ‘Met dit soort deals lossen we dus weinig op voor vluchtelingen.’
Strik: ‘Sterker nog: we sluiten ook deals met Afrikaanse landen in regio’s waar vrij verkeer bestaat. In landen als Niger bouwen we centra en verplichten we de regering om grenscontroles te versterken. De EU intervenieert daar met programma’s voor identiteitscontroles, waardoor inwoners de grenzen niet meer over kunnen. Het zou beter zijn om in die landen die regionale samenwerking en mobiliteit juist te bevorderen in plaats van te compliceren, maar immigratie heeft voor de EU de hoogste prioriteit. Het is kwalijk dat het ten koste gaat van ontwikkelingssamenwerking, economische bevordering en mensenrechten in andere regio’s. Al deze doelen worden ondergeschikt gemaakt aan de samenwerking op het gebied van migratie.
Een van de punten in mijn mensenrechtenrapport, dat eerder dit jaar werd aangenomen in het Europees Parlement, is dat we af moeten van dit soort deals. We moeten voortaan formele overeenkomsten sluiten, zodat asielzoekers naar een hof kunnen stappen als hun mensenrechten worden geschonden. In Turkije hebben Syrische vluchtelingen dat geprobeerd, maar omdat het een deal betreft in plaats van een formele overeenkomst, heeft de rechter geen bevoegdheden. Dit soort deals zijn een manier om aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid te omzeilen. Dat is een rechtstatelijk probleem, niet van één lidstaat, maar dat van de Unie zelf.’
Maarten: ‘Engelse ministers hebben voorgesteld om asielzoekers op een eiland in de Atlantische Oceaan onder te brengen, naar Australisch model. Wat vindt u van die offshore-centra?’
Strik: ‘In principe is dat bijna hetzelfde als wat wij doen: outsourcing. Europa laat het aan Turkije over en de Verenigde Staten, die zichzelf ook volkomen hebben gevrijwaard van asielzoekers, leggen het bij Mexico neer. De welvarende landen laten het over aan anderen, terwijl juist zij hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Gelukkig geldt in de Europese Unie nog het recht om asiel aan te vragen, maar dat recht wordt in de praktijk dus niet beschermd.’
Maarten: ‘Dat heeft een politieke achtergrond. De modale Europeaan is toch doodsbang voor immigratie?’
Strik: ‘Daarom is er leiderschap nodig. Van politici mag je verwachten dat ze zich durven uitspreken en zich op feiten baseren. Merkel sprak het in 2015 uit met “Wir schaffen das”; dat vond ik bewonderenswaardig. In Nederland hoor je niemand dat soort uitspraken doen, uit angst voor de eigen kiezers. Het gevolg is dat die kiezers nu worden gevoed met de onjuiste boodschap en met angst. De PVV heeft enorme invloed gehad op immigratie in partijprogramma’s van Nederlandse partijen. Het lijkt alsof er tijdens de verkiezingen steeds een tandje bij moet, waardoor programma’s niet meer realistisch zijn. Soms vraag ik me af of politici liever hun achterban geruststellen dan dat ze een effectief asielsysteem binnen de EU of een goede samenwerking met landen van herkomst organiseren.’
Maarten: ‘Terwijl Europa arbeidsmigranten juist nodig heeft. Duitsland heeft 1 miljoen nieuwe arbeidskrachten per jaar nodig om het huidige industriële niveau te handhaven.’
Strik: ‘Er wordt gesuggereerd dat Merkels genereuze houding in 2015 daar ook mee te maken had. Duitsland kijkt momenteel of uitgeprocedeerde asielzoekers die aan de juiste kwalificaties voldoen toch mogen blijven om te werken. Dat is in Nederland helaas ondenkbaar.’
Maarten: ‘Het is hier ontzettend moeilijk om een arbeidsvergunning te krijgen.’
Strik: ‘Daarmee gaat de VVD, toch de partij van de bedrijven, dwars tegen de belangen van werkgevers in. In een debat zei Rutte laatst nog: “Ik ben tegen arbeidsmigratie!” Hoe kun je zoiets nou zeggen?’
‘Rijke landen outsourcen opvang van asielzoekers aan armere’
Maarten: ‘Er zijn in dit vraagstuk twee uitersten: alle migranten tegenhouden of de immigratie totaal liberaliseren. Waar ligt de middenpositie?’
Strik: ‘Tegenwoordig wordt circulaire arbeidsmigratie vaak aangedragen als oplossing: mensen werken twee jaar in Nederland en moeten dan weer terug naar hun eigen land. Ik geloof daar niet in. Dat is voor werkgevers, migranten en de samenleving niet interessant: mensen zijn net ingewerkt en spreken een beetje de taal, om vervolgens weer terug te keren.
Ik ben op het gebied van arbeidsmigratie ook geen voorstander van “laat maar komen”. Wel moeten we toe naar een systeem waarin we monitoren hoeveel arbeidskrachten we per sector nodig hebben, en ons beleid daarop inrichten. Bij voorkeur doen we dat met alle EU-landen samen, maar als dat niet lukt, moeten we het als Nederland zelf doen. Arbeidsmigranten moeten kunnen solliciteren vanuit hun thuisland en de kans krijgen hier een arbeidstoekomst op te bouwen. Om mensen volledig te laten participeren moeten we ook gezinshereniging toestaan. Anders blijven het parallelle samenlevingen.
Op Europees niveau verkeren we in een impasse. De lidstaten hebben recentelijk nog eens nadrukkelijk gezegd dat ze geen behoefte hebben aan nieuwe wetgeving op het punt van arbeidsmigratie. We zouden één grote regio moeten vormen die concurreert met de VS of Canada, maar omdat er geen politieke wil is om er gezamenlijk iets van te maken, gaan lidstaten met elkaar concurreren. Dat is kortzichtig.’
Maarten: ‘En waar ligt de middenweg voor het asielbeleid?’
Strik: ‘De Europese Unie moet mondiaal een rol gaan spelen om het vluchtelingenprobleem aan te pakken. Ik pleit voor een fonds waaruit alle opvanglanden kunnen putten wat ze nodig hebben. Maar bij die mondiale aanpak hoort ook wereldwijde hervestiging van de meest kwetsbare vluchtelingen, die meer zorg nodig hebben dan een regioland kan bieden. Dat zouden we moeten organiseren naar rato van wat landen aankunnen.’
Maarten: ‘Wat zouden we dan aankunnen in Europa?’
Strik: ‘Ik vind het lastig om van een plafond te spreken. Als de EU aangeeft dat die niet meer dan 800.000 asielzoekers per jaar kan opvangen, moeten andere landen het oplossen zodra er ergens een groot conflict uitbreekt. Daarom moeten we vooral inzetten op goede maar snelle asielprocedures. Als we mensen snel terugsturen, verdwijnt de prikkel voor mensen uit veilige landen om de sprong naar Europa te wagen. In Nederland duren die procedures momenteel eindeloos en dat is helemaal niet nodig. Zoveel asielzoekers hebben we ook weer niet.’
Maarten: ‘Het Europees Parlement heeft inmiddels ingestemd met een grensbewakingsbudget van 9 miljard euro – een vervijfvoudiging. Gaan ze dat geld nuttig besteden?’
Strik: ‘Een paar jaar geleden besloot de Europese Raad dat Frontex veel groter moest worden en 10.000 grenswachten moest krijgen, maar de Europese Rekenkamer heeft geconcludeerd dat die beslissing niet onderbouwd was. De effectiviteit van Frontex en de wil van de grensstaten zijn immers discutabel. De inzet van extra grenswachten is vooral een symboolactie van de lidstaten: “Kijk eens, we bewaken onze buitengrenzen met 10.000 man!” Veel van het budget wordt geïnvesteerd in surveillancetechnologie, en Frontex-grenswachten mogen in de toekomst wapens gaan dragen. De wapenindustrie komt voortdurend bij het agentschaop over de vloer, dat komt de mensenrechten niet ten goede.’
Maarten: ‘Had jullie rapport over Frontex krachtiger gemogen?’
Strik: ‘Ja, het is een compromis. Landen als Griekenland en Kroatië moesten bijvoorbeeld zo min mogelijk genoemd worden. Ik ben wel blij met de conclusie dat Frontex medeverantwoordelijkheid draagt voor pushbacks, omdat ze deze niet hebben voorkomen en het risico erop niet hebben verkleind. Bepaalde groepen stonden erop om te benadrukken dat we geen bewijs hebben gevonden voor directe betrokkenheid van Frontex, hoewel ons onderzoeksmandaat veel te beperkt was om daar iets zinnigs over te kunnen zeggen. Frontex heeft deze zin er onmiddellijk uitgepikt omdat het hun uitkwam: “Zie je, we hebben ons nergens schuldig aan gemaakt.”
Toch ben ik opgelucht dat het rapport stevige en concrete conclusies en aanbevelingen bevat. Het rapport houdt de lidstaten en de Europese Commissie verantwoordelijk; zij moeten pushbacks meer aanpakken. Ik hoop dan ook dat er nu echt iets zal veranderen. We kunnen als Europese Unie wel een gezamenlijk asielbeleid voeren, maar als mensen ons grondgebied niet eens kunnen bereiken om een asielverzoek in te dienen, gaan we voorbij aan de kern van het asielrecht.’
Tineke Strik is in 1961 in Alphen (GLD) geboren. Ze studeerde internationaal publiek recht en Nederlands recht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Strik was van 2002 tot 2006 wethouder van Sociale Zaken in Wageningen en zat van 2007 tot 2019 voor GroenLinks in de Eerste Kamer, waarvan ze de laatste vier jaar fractievoorzitter was. In dezelfde periode was ze lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, waar ze vaak voor optrad als rapporteur voor migratie en asielonderwerpen. Ze is vanaf 2004 verbonden aan het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit, waar ze promoveerde op de dynamiek tussen de lidstaten en de EU bij asiel- en migratiewetgeving. Ze werkt inmiddels als hoogleraar burgerschap en migratierecht aan de Radboud Universiteit en is namens GroenLinks sinds 2 juli 2019 lid van het Europees Parlement.
Rapport migratiedeals
In mei 2021 nam het Europees Parlement een rapport van Strik aan over de situatie van migranten en asielzoekers binnen de lidstaten en in derde landen. Uit het onderzoek blijkt dat de mensenrechten in het geding komen door informele afspraken met landen als Turkije. Op basis van het rapport heeft het Parlement de Europese Commissie onder andere verzocht om voortaan alleen formele terugkeerovereenkomsten met derde landen te sluiten, te waarborgen dat de mensenrechten worden gerespecteerd en het toezicht te verbeteren.
De EU vindt het belangrijker de grenzen te bewaken dan de mensenrechten te garanderen, stelt Europarlementariër Tineke Strik. Ze veegt de vloer aan met de Turkije-deal en het Europees agentschap Frontex, dat volgens haar wegkijkt als grenslanden boten met vluchtelingen letterlijk terugduwen voor ze voet aan wal kunnen zetten. ‘Welvarende landen outsourcen de opvang van asielzoekers aan armere, terwijl juist zij hun verantwoordelijkheid moeten nemen.’
Uit Maarten! 2021 – 3. Bestel het nummer hier
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren