Wanneer krijgen we weer les?
Door Alies Pegtel • Illustraties door XF&M
Nederland is een van de meest innovatieve onderwijslanden ter wereld. De meeste nieuwe leerconcepten leggen de nadruk op vorming, niet op de verwerving van kennis. Maar kennis is de basis van leren. Daardoor verkeert het Nederlandse onderwijs in ernstige crisis. Een kwart van onze jeugd kan niet op basisniveau lezen en schrijven.
Uit Maarten! 2022-4. Bestel losse nummers hier.
‘Als je als leerling op de basisschool zit en het gaat allemaal goed, dan ga je niet weg.’ Aan het woord is de directrice en oprichtster van tienerschool Spring High in Amsterdam Nieuw-West. ‘Maar wij hadden het geluk dat het Montessori-aspect van een montessorischool hier in de buurt ouders een beetje tegenviel. Die school viel onder hetzelfde bestuur, en zo kon de bestuurder heel mooi de leerlingen behouden en hun een kans geven op onze nieuwe school.’
Spring High is een school waar kinderen vanaf de basisschoolleeftijd kunnen blijven totdat ze hun middelbareschooldiploma hebben gehaald. Ze werken er volgens het concept van het gepersonaliseerd leren, ook wel zelfregulerend leren geheten. Op Spring High ‘ben je mederegisseur van jouw eigen groei,’ valt te lezen op de website. De school werkt met gemixte groepen, omdat ‘we niet in grenzen geloven’. ‘Dit betekent in de praktijk dat je elk vak op jouw niveau volgt, ongeacht je leeftijd.’
Basisschoolkinderen stellen het selectiemoment voor het niveau van de middelbare school uit tot ze de bovenbouw bereiken. Leerlingen van verschillende leeftijden zitten door elkaar op zogenoemde open ‘leerpleinen’ en pakken de regie over ‘hun eigen leerproces’. Ze werken in hun eigen tempo op iPads aan hun eigen ‘leerdoelen’, die ze zelf formuleren. Docenten geven geen instructie voor de klas, maar zijn coaches aan de zijlijn, die desgewenst vragen beantwoorden. Toetsen ontbreken, evenals roosters, lessen en huiswerk. Daarvoor in de plaats komen opdrachten en projecten. Coaches en leerlingen starten en beëindigen de dag met een gezamenlijk ritueel.
Intuïtie
‘Deze school moest er komen, omdat we al heel lang hetzelfde doen in het onderwijs,’ verklaart de directrice van Spring High in de podcast van het NIVOZ, een stichting die zich bekommert om pedagogische zaken. Dat zij vooral ‘op intuïtie’ te werk gaat met haar schoolteam, wordt door de interviewer met instemming ontvangen.
Meer dan de helft van de vwo-scholen biedt vandaag de dag een bijzonder concept of profiel aan; bij de havo is dat vier op de tien. Het gaat om traditionele vernieuwingsconcepten als vrije scholen, maar ook om nieuwere varianten zoals technasia, tweetalig, sport- en unit-onderwijs, of Agorascholen. In het basisonderwijs is een vergelijkbare stijging zichtbaar.
Op Spring High ‘ben je mederegisseur van jouw eigen groei’
Sinds vorig jaar november is het dankzij aanpassing van artikel 23 nog makkelijker om een nieuw schoolinitiatief te beginnen. Dankzij de wet ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’ kunnen ouders die voldoende handtekeningen verzamelen met een idee aan de slag; ze hoeven niet meer aan te sluiten bij een geloofsrichting, zoals in het verleden het geval was. Resultaat zijn onder meer de Renaissance-scholen van Baudet. Van de pilotschool in Almere die na de zomer opende, is de eerste leraar overigens alweer weggelopen. Veel initiatieven houden niet lang stand, getuige de sluiting van de ooit populaire Iederwijs-scholen of de iPad-scholen van Maurice de Hond.
Lager geletterd
Nederland is een van de meest innovatieve onderwijslanden ter wereld, zo valt te lezen in het rapport van de onderwijsinspectie uit 2019. Maar geen mens heeft zicht op de opbrengsten van alle energie- en geldverslindende innovaties. Het is lang niet altijd duidelijk wat de nieuwe scholen beogen en of ze hun ambities waarmaken. Onderwijsvernieuwers lijken daarbij niet van elkaar te willen leren. Door het hele land zijn mensen opnieuw het wiel aan het uitvinden en richten ze zelf nieuwe scholen op. ‘Regelmatig zien inspecteurs innovaties die niet kansrijk zijn. In een enkel geval gaat het zelfs om bewezen ineffectieve innovaties,’ zo valt te lezen in het rapport. Het onderwijs zou meer evidence-based moeten zijn, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Maar ingrijpen doet de inspectie niet. Schoolbesturen zijn vrij in hun keuze, als ze maar criteria vaststellen waaraan ze hun prestaties kunnen toetsen en als ze die evaluatie ook uitvoeren.
Dit tot grote ergernis van emeritus hoogleraar onderwijspsychologie Paul Kirschner, lid van denktank Red Het Onderwijs. Hij zou willen dat de inspectie harder zou optreden. Want het Nederlandse onderwijs verkeert in ernstige crisis. Binnen twintig jaar zijn de schoolprestaties zodanig gekelderd dat ons land niet langer tot de wereldtop behoort. Leerlingen kunnen minder goed lezen en rekenen, en ook hun algemene kennis is gedaald.
Uit de laatste PISA-meting, die het leesniveau van 15-jarigen in de 35 OESO-landen vergelijkt, blijkt dat een kwart van onze jeugd niet op basisniveau kan lezen en schrijven. Hedendaagse jongeren zijn de eerste generatie Nederlanders in de moderne geschiedenis die lager geletterd is dan de vorige.
Lumpsum
Wat is de reden van de onrustbarende niveaudaling? Aan geldgebrek ligt het niet. De CBS-cijfers van de afgelopen twintig jaar laten zien dat de overheidsuitgaven aan onderwijs in deze periode juist zijn verdubbeld: van 18,4 miljard euro in 2000 naar 37,9 miljard in 2020.
Maar met de groei van de onderwijsmiljarden stapelden de problemen zich op. Het meest in het oog springt het lerarentekort. Uit nood staan er tegenwoordig onbevoegden voor de klas en zijn de toelatingseisen voor de lerarenopleidingen verlaagd.
Maar hoe ernstig het onderwijs er ook onder te lijden heeft, het lerarentekort is niet de veroorzaker van de kwaliteitsdaling. Die is al gaande sinds 2001, jaren voordat er sprake was van een tekort. Als dieperliggende oorzaak wijzen critici op de lumpsum: de zak geld die de overheid sinds 1995 aan schoolbesturen geeft zonder dat ze zich daarvoor met kostenposten dienen te verantwoorden. Scholen zijn vrij het geld naar eigen inzicht te besteden, leraren te betalen en beleid te maken.
Een van de zichtbare gevolgen is de almaar uitdijende bestuurslaag – met bijbehorende bureaucratie, recht evenredig aan de dalende schoolprestaties. Een ander gevolg van de financiële autonomie van scholen is dat er een felle concurrentieslag is om de leerlingen. Door de marktwerking spelen schoolbesturen gretig in op de wensen van vragende ouders. Onderwijsonderzoeker Casper Hulshof van de Universiteit Utrecht zegt dat het onderwijs grotendeels wordt vormgegeven door de behoefte van ouders, want die bepalen waar hun kinderen naartoe gaan. ‘Uiteindelijk zijn ouders de machtigste speler in onderwijsland.’
Met de talloze nieuwe concepten en profielen proberen scholen zich te onderscheiden in hun profilering. Ze zijn daar vrij in. De overheid is van oudsher uiterst terughoudend met inhoudelijke bemoeienis. Het ministerie van Onderwijs stuurt alleen op resultaten via Cito-toetsen en centrale examens. Er is wel controle, maar de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het onderwijs is op afstand gezet.
Het nieuwe leren
Terwijl het ministerie de afgelopen decennia toekeek hoe de schoolresultaten kelderen, trok de onderwijsinspectie geregeld aan de bel. Niet alleen dalen de prestaties, ook is er groeiende ongelijkheid in de kansen die kinderen krijgen om het beste uit zichzelf en het onderwijs te halen. Met name kinderen van lager opgeleide ouders blijken de dupe.
In 2018 viel in het inspectierapport te lezen dat publiek onderwijs ongelijkheid en segregatie tegen moet gaan, maar door de autonomie van scholen zijn de verschillen juist toegenomen. Het maatschappelijk doel raakt ondergesneeuwd door individuele belangen. ‘Wie neemt verantwoordelijkheid voor het collectieve belang?’ vroeg de inspecteur-generaal zich af.
Die vraag stellen ook critici, onder wie Paul Kirschner, die als grote boosdoener de talloze onderwijsvernieuwingen aanwijzen die in de afgelopen dertig jaar zijn doorgevoerd. Jeroen Dijsselbloem, voormalig PvdA-minister, zei onlangs in het programma EenVandaag dat het uitstorten van steeds weer nieuwe methodes, waarvan de effectiviteit niet wetenschappelijk is bewezen, veel schade heeft aangericht.
De overheid is van oudsher uiterst terughoudend met inhoudelijke bemoeienis
Dijsselbloem was in 2008 voorzitter van een parlementaire onderzoekscommissie die de staat van het onderwijs onderzocht. ‘Je zag toen al dat het niveau van taal en rekenen van Nederlandse leerlingen achteruitging. Niet alleen in vergelijking met eerdere jaren, maar ook in vergelijking met andere landen.’
Uitgebreid stond zijn commissie stil bij het ‘Nieuwe Leren’, het concept dat van leerlingen vraagt zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun leren. Het oordeel was vernietigend: niet gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek, geen bewezen opbrengst of aantoonbaar betere leerprestaties.
Naïef-romantisch
Inmiddels is duidelijk dat Dijsselbloems kraakheldere rapport, waarin de ineffectiviteit van het zelfstandig leren werd aangetoond, het tij niet heeft gekeerd. Veertien jaar later heet het Nieuwe Leren ‘gepersonaliseerd onderwijs’, ‘zelfsturend leren’ of ‘ontdekkend leren’.
Kirschner, die onderzoek verrichtte voor de commissie-Dijsselbloem, voert al jaren een kruistocht tegen dergelijke onderwijsvormen. Voor hem is het geen vraag waarom de schoolprestaties al decennialang kelderen. Hij wijt het aan de afkeer van schoolbestuurders en onderwijsambtenaren van kennis en kennisverwerving, het modieuze geklets over soft skills en aan de naïef-romantische ideeën over hoe kinderen leren
Aartsvader van dit romantische gedachtegoed is Jean-Jacques Rousseau, die meende dat het ‘onbedorven’ kind zijn natuurlijke ontwikkeling dient te volgen en dat opvoeders niets moeten forceren. ‘Het gros van de onderwijshervormers denkt in zijn navolging: we moeten een kind de ruimte geven om zichzelf te ontwikkelen, dan komt het allemaal goed,’ zegt Kirschner daarover. ‘Over het algemeen zijn dit pedagogen. Die hebben geleerd over opvoeding, maar weten weinig over de manier waarop een kind leert.’
Eind jaren zeventig greep het constructivisme om zich heen en daarmee het idee dat een kind het best leert als het zijn eigen kennis actief ‘construeert’ als het zelf iets ontdekt. ‘Maar dit is een filosofie, er is geen enkel bewijs dat het zo werkt,’ zegt Kirschner. ‘Integendeel, we weten uit onderzoek dat ontdekkend leren een ontzettend ineffectieve en inefficiënte manier van leren is. Want wat ga je ontdekken als je geen kennis hebt?
Hoe kan een kind een probleem oplossen zonder kennis over waar het probleem over gaat? Hoe kun je een betekenisvolle vraag stellen als het je aan kennis ontbreekt?’ Kennis is de basis van leren. Kennisverwerving werkt cumulatief: hoe meer je weet, hoe sneller je nieuwe kennis tot je neemt. ‘Vertaald naar het onderwijs zou je kunnen verwachten van een leraar dat hij leerlingen helpt door hun voorkennis op te frissen,’ zegt Kirschner ‘Wat weten jullie van deze rekenregel of werkwoordvervoeging? Een leraar is cruciaal om uitleg en sturing te geven, en in de allereerste plaats om kennis over te dragen.’
Leerfabrieken
Probleem is dat er in Nederland geen consensus bestaat over de fundamentele vraag waartoe onderwijs dient. Lang niet iedereen is van mening dat kinderen zo veel mogelijk inhoudelijke kennis moeten vergaren. Aanhangers van de vernieuwingsscholen stellen vorming (Bildung) centraal en vinden het belangrijker dat kinderen zichzelf op school ontplooien tot creatieve, zelfredzame burgers.
Scholen behoren tot de oudste instituties van de menselijke beschaving, maar het type school dat wij als universeel en tijdloos ervaren, is ontstaan in het industriële tijdperk. Van meet af aan hebben progressieve hervormers, onder wie de arts Maria Montessori en antroposoof Rudolf Steiner, kritiek gehad op de ‘leerfabrieken’ waar kinderen in ‘een mal worden geperst’ en worden ‘klaargestoomd’. Daarmee speelden ze in op de behoefte van kritische ouders die meer ruimte wensten voor het individu. Nog altijd woedt er een strijd tussen mensen met een pedagogische blik en die met een onderwijskundige blik op onderwijs.
Drop-outs
Wat meespeelt bij de huidige populariteit van vernieuwingsscholen is dat inmiddels tienduizenden leerlingen uitvallen bij het reguliere onderwijs, zegt Casper Hulshof. ‘Sommige drop-outs lijken beter op hun plaats in zo’n methodeschool waar ze meer bewegingsvrijheid hebben. Dat is wel lastig voor dit type scholen, want ze trekken met name kinderen van ouders die niet tevreden zijn over het traditionele onderwijs.’
Dat is een heel ander publiek dan in de jaren negentig, toen volgens de inmiddels overleden onderwijsdeskundige Jaap Dronkers juist kansrijke kinderen die van huis uit rijke bagage meekrijgen kozen voor vernieuwingsscholen als montessorionderwijs om zich te kunnen onderscheiden van de massa. Hoe meer een kind van huis meekrijgt, hoe vrijer de didactische methodes op school mogen zijn. Voor kinderen die minder kansrijk zijn, werkt zelfsturend onderwijs over het algemeen helemaal niet.
‘We weten uit onderzoek dat ontdekkend leren ontzettend ineffectief is’
Illustratief is een brandbrief die boze ouders van vmbo-Laudis in Silvolde dit voorjaar schreven over de kwaliteit en veiligheid van het onderwijs. Plotsklaps had het schoolbestuur gepersonaliseerd onderwijs ingevoerd; leerlingen zaten ineens met 120 kinderen op een leerplein en moesten zelfstandig werken. Er ontstond chaos, er werd volop gepest.
Paula van Manen schreef een kritisch boek over haar ervaringen met gepersonaliseerd onderwijs op een ROC met de veelzeggende titel Wanneer krijgen we weer les?. Het was de vraag die leerlingen haar als ‘leercoach’ het meest stelden.
‘Geef een kind niet de verantwoordelijkheid om iets te doen wat het niet kan,’ zegt Kirschner. ‘Bij zelfsturend onderwijs ga je ervan uit dat een kind in staat is een planning te maken en die te monitoren en te evalueren. Dat gaat helemaal niet, zelfs vwo-leerlingen en universitaire studenten hebben daar moeite mee.’
21st century skills
Hij licht het toe: ‘Stel, ik zet je midden in Moskou, je moet naar de McDonald’s, maar je hebt geen gps, beheerst geen Russisch en weet niet waar de McDonald’s ligt. Hoe kun je dan een route uitstippelen en monitoren of je dichterbij komt? Hoe ga je evalueren of de stappen die je hebt gezet de juiste zijn? Uiteindelijk kom je nooit aan waar je moet zijn – dát is zelfregulerend leren.’
Om het reken- en taalniveau weer op peil te brengen heeft minister Dennis Wiersma een Masterplan Basisvaardigheden opgesteld voor de basis- en middelbare school. Het plan zou volgens Kirschner een kans van slagen hebben als de minister tegelijkertijd radicaal inzet op kennis en kennisverwerving. ‘De focus op burgerschaps- en informatievaardigheden kun je zien als een voortzetting van de modieuze 21st century skills. Onder onderwijsambtenaren en beleidsmakers heerst een hardnekkig misverstand dat kinderen in de toekomst vooral gebaat zijn bij vaardigheden, omdat kennis heel snel zou verouderen. Flauwekul. Als er iets niet snel veroudert, dan is het kennis; de stelling van Pythagoras of Einsteins relativiteitstheorie zijn al tijden hetzelfde. Maar ze moeten leerlingen wel bijgebracht worden, en dáár schort het aan.’
Illustrator XF&M
Nederland is een van de meest innovatieve onderwijslanden ter wereld. De meeste nieuwe leerconcepten leggen de nadruk op vorming, niet op de verwerving van kennis. Maar kennis is de basis van leren. Daardoor verkeert het Nederlandse onderwijs in ernstige crisis. Een kwart van onze jeugd kan niet op basisniveau lezen en schrijven.
Uit Maarten! 2022-4. Bestel losse nummers hier.
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren