Twijfel als wapen

Door Bart de Koning

Zodra duidelijk wordt dat producten zoals tabak, asbest, alcohol, suiker of fossiele brandstoffen schadelijk zijn en de wetenschappelijke bewijzen niet meer te ontkennen zijn, grijpen de producenten naar een beproefde strategie: ze zaaien twijfel over de wetenschap. Bedrijven richten ‘onafhankelijke’ denktanks op, die blijven herhalen dat het wel meevalt.

Als historici ooit nog eens gaan uitzoeken wanneer de fact free politics nou definitief de oversteek maakten van de Amerikaanse politiek naar de Nederlandse, dan is er een goede kans dat ze op 28 juni 2011 uitkomen. Op die dag haalde VVD-kamerlid René Leegte de voorpagina van De Telegraaf met de kop ‘VVD: hef KNMI op.’ Leegte vond dat het instituut vergeven was van ‘de klimaatalarmisten’. Er was ook onderzoek dat juist een afvlakking van de temperatuur laat zien, stelde Leegte. En de overheid moet vragen over het klimaat ‘onafhankelijk in de markt kunnen zetten’.

Leegtes partijgenoot Frans Weisglas kon het als gepensioneerd Kamervoorzitter niet aanzien en schreef er een vlijmscherp opiniestuk over in NRC Handelsblad: ‘Hij geeft geen enkele onderbouwing voor zijn bewering dat de wetenschappers uit De Bilt niet onafhankelijk zouden zijn. In dit tijdperk van fact free politics lijkt een artikel met een foto op de voorpagina van De Telegraaf het enige doel.’

Het leek een vreemde, eenmalige uitglijer van Leegte, maar in 2015 bleek er wel degelijk een patroon in te zitten. Het Kamerlid was begin januari een dagje naar Groningen geweest om te praten over gaswinning en aardbevingen. Op de terugweg in de trein belde hij luidkeels met een partijgenoot over de bijeenkomst. Leegte besprak hoe ze de boze Groningers ‘kunnen pappen’ en hoe ze het terugschroeven van de gasproductie zo veel mogelijk konden vertragen: ‘We blijven op de lijn dat we het verband tussen gaswinning en aardbevingen moeten onderzoeken.’ Hij had de pech dat er een paar Groningse activisten in de coupé zaten, die het gesprek direct letterlijk doortwitterden. Omdat Leegte ongeloofwaardig was geworden, moest hij zijn woordvoerderschap in het gasdossier neerleggen.

Een paar maanden later, in maart, moest hij aftreden omdat hij betaalde werkzaamheden voor een bedrijf dat subsidie van EZ kreeg niet had vermeld – terwijl hij als Kamerlid het ministerie in zijn portefeuille had. Voordat Leegte Kamerlid werd, werkte hij als adviseur voor de Vereniging Vloeibaar Gas en Argos Oil.

Verdoezelen

Deze drie incidenten laten mooi zien hoe lobby’s in het bedrijfsleven te werk gaan om de schadelijke kanten van hun producten of werkwijze zo lang mogelijk te verdoezelen – en hoe ze daarbij wetenschappers en politici voor hun karretje spannen. Het procedé is uitgevonden in de Verenigde Staten en wordt prachtig beschreven in boeken zoals Doubt Is Their Product en Merchants of Doubt.

Vanaf de jaren vijftig kwamen machtige Amerikaanse bedrijfstakken – tabak, olie, chemie – in de problemen toen duidelijk werd dat hun producten bijzonder schadelijk waren. Denk aan longkanker door roken en asbest, het gat in de ozonlaag door drijfgassen, zure regen door zwaveluitstoot, milieuschade door de insecticide DDT en klimaatverandering door CO2. In plaats van de feiten te erkennen, besloten de bedrijven zich agressief te verdedigen. Hun doel: tijd kopen, zodat ze geld konden blijven verdienen. Hun belangrijkste wapen: twijfel zaaien, door de wetenschappelijke bewijzen onderuit te halen.

Tabakslobby

Het beruchtste voorbeeld is tabak. Duitse wetenschappers hadden in de jaren dertig al vastgesteld dat roken longkanker veroorzaakt, maar met niet-roker Adolf Hitler als bekendste uithangbord van deze kennis was het niet vreemd dat die kennis na de oorlog verloren ging. In december 1953 stelden Amerikaanse wetenschappers onomstotelijk vast dat teer uit sigaretten kanker veroorzaakte bij muizen. De media brachten het nieuws prominent. Reader’s Digest publiceerde er een stuk over: ‘Cancer by the carton [slof ].’ De directies van de grote tabaksproducenten (America Tobacco, Philip Morris, Benson and Hedges) raakten in paniek, zo beschrijft Merchants of Doubt. Ze huurden pr-bureau Hill & Knowlton in om het bewijs dat roken dodelijk was onderuit te halen.

Pr-veteraan John Hill haalde hen over om hun eigen wetenschappelijke onderzoek te doen. Ze richtten het Tobacco Industry Research Committee op, huurden bekende wetenschappers in en begonnen de pers te bewerken met hun eigen onderzoek. Met succes. Zo verscheen in 1954 een artikel in de U.S. News and World Report met de kop: ‘Cigarettes are now gaining support from new studies at the National Cancer Institute.’ De strategie werkte: pas in 1998 moest de industrie een miljardenschikking betalen aan de Amerikaanse overheid. Dat is een halve eeuw nadat bewezen was dat roken kankerverwekkend was. De top van de tabaksindustrie was daarvan overigens zelf al begin jaren zestig overtuigd.

De tabakslobby gebruikte een paar tactieken die we tot op de dag van vandaag ook in Nederland tegenkomen, zoals in het debat over klimaatverandering en alcohol – waarover straks meer. De lobby wees erop dat het wetenschappelijke bewijs niet rond was: er bestond nog twijfel en onzekerheid. En ze wezen journalisten erop dat nieuws fair and balanced moet zijn: beide partijen in een debat moeten aandacht krijgen. Het zijn argumenten die op zichzelf valide zijn, maar door lobbyisten totaal zijn geperverteerd. Zo zijn de handelaren in twijfel erin geslaagd om in een aantal maatschappelijke discussies wetenschappelijke consensus (roken is dodelijk) te presenteren als een zogenaamd ‘debat’.

Pseudowetenschap

Het gangbare beeld, zoals geschetst in Doubt Is Their Product en Merchants of Doubt, was jarenlang dat de tabakslobby het lichtende voorbeeld is geweest en dat andere bedrijfstakken – olie, chemie, alcohol – die strategie hebben gekopieerd. Het Amerikaanse Center for International Environmental Law (CIEL) heeft onlangs met zeer grondig spitwerk echter aangetoond dat twijfel zaaien met pseudowetenschap nog veel eerder is begonnen – en dat de oliemaatschappijen (waaronder Shell) het hebben uitgevonden.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog waren veel inwoners van Los Angeles bezorgd over de zware smog die boven de stad hing. In 1946 vormden managers van onder andere Standard Oil of California, Esso en Shell daarom het Smoke and Fumes Committee. De bedoeling ervan was om met behulp van wetenschappelijk onderzoek de publieke opinie te beïnvloeden. Zoals CIEL schrijft: ‘Het expliciete doel van hun samenwerking was om wetenschap en publieke scepsis te gebruiken om milieumaatregelen te voorkomen die zij zagen als overhaast, kostbaar en onnodig.’

Het fascinerende – en treurige – is dat de trucs die de oliemaatschappijen zeventig jaar geleden hebben bedacht, nog steeds gebruikt worden. Ze zijn zelfs door tabakslobbyisten vastgelegd in een handboek: Bad Science: A Resource Book, vol met tips en trucs hoe je wetenschappers onderuit kunt halen. In zijn telefoontje over het verband tussen gaswinning en aardbevingen volgde Leegte een klassieke truc: uitstel. Dat kan door te suggereren dat het verband nog niet vaststaat en meer onderzoek nodig is. En dat terwijl de NAM, het KNMI en de Rijksgeologische Dienst al sinds 1993 weten dat er een verband is tussen gaswinning en de aardbevingen.

Volgens een andere tip uit Bad Science kun je overheidsinstellingen beschadigen door te suggereren dat ze wetenschappelijke principes schenden om een politiek doel te bereiken. René Leegte volgde het Amerikaanse recept nauwkeurig toen hij het KNMI beschuldigde van ‘klimaatalarmisme’. Als tegenwicht kunnen door de industrie betaalde onderzoeksinstituten uiteraard wel de gewenste ‘objectieve’ informatie leveren.

Geen internetuithoekje

De Amerikaanse klimaatsceptici zijn in Nederland uitzonderlijk succesvol geweest, zo schreef Jan Paul van Soest in 2014 in De twijfelbrigade. Het populisme is in Nederland sterker dan in andere Europese landen, en daarmee ook de afkeer van ‘linkse, elitaire wetenschappers’. De ideeën van omstreden Amerikaanse wetenschappers als Fred Seitz en Fred Singer worden ook door Nederlandse klimaatsceptici gretig geciteerd.

Neem www.climategate.nl. Voor liefhebbers van complotdenken is een bezoekje aan de site beslist de moeite waard. Zo legde een onschuldige column in Trouw onder de kop ‘Klimaatontkenner? Dat zijn we allemaal’ uit dat we door ons consumptiepatroon bijdragen aan het klimaatprobleem. Dat leverde in januari en april op climategate.nl schuimbekkende rants op tegen ‘het cultuur-marxistische dagblad Trouw’ dat het gewaagd had het woord ‘ontkenner’ te gebruiken: ‘een abjecte vergelijking met Holocaust-ontkenning.’ Dat de Holocaust in de column in Trouw helemaal niet voorkomt, doet er niet toe. Binnen de kortste keren belandt de bezoeker van climategate.nl via de villa van Marcel van Dam bij een betoog waarin de standpunten van de Holocaust-ontkenner David Irving genuanceerd worden.

Dat zou allemaal niet zo interessant zijn als we op een obscuur uithoekje van internet waren beland. Het probleem is dat climategate.nl vanaf 2009 maar liefst 36 keer Kamervragen (van PVV, Verdonk en VVD) en vermeldingen in officiële beleidsstukken opleverde. De klimaatsceptici zijn in Nederland zoals gezegd uitzonderlijk succesvol en hebben grote invloed op het beleid. Zo bleek Nederland onlangs op een ranglijst van het Europees Milieuagentschap het vieste jongetje van de klas te zijn.

Het zal geen verbazing wekken dat dezelfde partijen die klimaatverandering ontkennen zich ook het langst hebben verzet tegen antirookmaatregelen. Tabak is met 20.000 doden per jaar verreweg de dodelijkste drug in Nederland, maar kon en kan nog altijd op warme steun in Den Haag rekenen. Zo trad CDA’er Hans Hillen, voordat hij minister werd, als senator ook op als lobbyist voor British American Tobacco.

En ook hier staat Nederland er internationaal uitzonderlijk slecht voor, zo constateert tabaknee.nl, dat de tabaksloby kritisch volgt. De internationale vereniging van longartsen noemde eind april in hun blad Lung Cancer News drie landen die het heel slecht doen: Polen (waar de tabaksindustrie anti-tabaksmaatregelen tegenhoudt), China (waar de staat de productie van sigaretten in handen heeft) én Nederland waar ‘het afzwakken van antirookmaatregelen bezorgdheid heeft doen ontstaan over de relaties tussen oud-politici en de tabaks­industrie’.

 

Strijd om alcohol

 

Het nieuwste strijdtoneel is alcohol. De alcoholbranche heeft vanouds warme contacten in Den Haag: Hans Wiegel was 28 jaar voorzitter van de Nederlandse Brouwers, Johan Remkes, Ed Nijpels en Ronald Plasterk zijn Commandeurs in de Orde van het Genevergenootschap. Alcohol is met jaarlijks 882 doden, 23.261 ziekenhuisopnames en 478.000 probleemgebruikers na nicotine de schadelijkste drug. In het weekend is twee derde van de bezoekers van de Spoedeisende Hulp in ziekenhuizen ladderzat. De Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen vindt dat flessen en blikjes met drank een gezondheidswaarschuwing moeten krijgen, net als sigaretten.

De Gezondheidsraad scherpte in 2015 het alcoholadvies flink aan: ‘Drink geen alcohol, of in ieder geval niet meer dan één glas per dag.’ Dat advies is vooral gebaseerd op nieuwe inzichten over het verband tussen drinken en kanker. De belangenorganisatie van de alcoholbranche, de Stichting Verantwoorde Alcoholconsumptie (Stiva), reageerde in maart met een nieuwe website, www.alcoholrichtlijn.nl. Deze is geheel volgens het boekje opgezet. Op de homepage zien we vrolijke hipsters drinken, met daarnaast de tekst: ‘Naar een duidelijke alcoholrichtlijn. Een zonder wetenschappelijke twijfel.’ Onder het kopje ‘Het oordeel van wetenschappers’ begint het twijfel zaaien. Zo zouden er volgens de wetenschappers van de Stiva de afgelopen tien jaar geen nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn gepubliceerd die een strengere aanpak rechtvaardigen. Maar wie het achtergronddocument van de Gezondheidsraad bestudeert, ziet dat een groot deel van de geciteerde wetenschappelijke publicaties wel degelijk van na 2006 is. Afgezien daarvan is ‘oud nieuws’ een pervers argument. Het is al lang bekend dat drinken het risico op borst- en darmkanker verhoogt. Als een grondige metastudie uit 2015 dat nogmaals aantoont, dan moeten beleidsmakers daar rekening mee houden.

Verder publiceerden dr. Henk Hendriks (voormalig alcoholonderzoeker bij TNO) en dr. Aafje Sierksma van het Kennisinstituut Bier een ingezonden stuk in NRC (niet toevallig ook in maart) waarin ze de positieve effecten van matig drankgebruik benadrukken. Ze betwijfelen het wetenschappelijk karakter van het advies van de Gezondheidsraad, noemen het ‘verwarrend’ en stellen dat de richtlijn gebaseerd moet zijn op ‘een bredere wetenschappelijke consensus dan nu het geval is’.

Dat stuk schoot een aantal maag-, darm- en leverartsen, onder wie twee hoogleraren van UMC en AMC, in het verkeerde keelgat. In een brief maakten ze gehakt van de vermeende gunstige effecten van alcohol en de suggestie vanuit de alcoholbranche dat er nog veel twijfel zou zijn: ‘Hun visie is niet in overeenstemming met breed door experts gedragen inzichten.’ En: ‘Ook één à twee glazen per dag leiden tot een hoger risico op leverbeschadiging, ook bij vrouwen.’

Het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid Stap benoemde de strategie expliciet in een persbericht: ‘Alcoholindustrie reageert identiek als tabaksindustrie: Doubt is their product.’ Stap memoreert daarin dat de tabaksindustrie en de chemie (asbest) ook jarenlang wetenschappers betaalden om twijfel te zaaien: ‘Daarmee willen ze beperkende overheidsmaatregelen voorkomen en bij het grote publiek de reactie uitlokken van: “Zie je wel… Het valt allemaal wel mee.” Het dramatische gevolg van deze strategie bij asbest en tabak was dat effectieve overheidsmaatregelen jarenlang werden uitgesteld, met een groot aantal onnodige slachtoffers als gevolg.’

Het goede nieuws is dat we de trucs inmiddels herkennen. Het slechte nieuws is dat dat veel politici en kiezers niets kan schelen. We zijn nog lang niet van de twijfelbrigade verlost.

 

Uit Maarten! 2016-1

 

Zodra duidelijk wordt dat producten zoals tabak, asbest, alcohol, suiker of fossiele brandstoffen schadelijk zijn en de wetenschappelijke bewijzen niet meer te ontkennen zijn, grijpen de producenten naar een beproefde strategie: ze zaaien twijfel over de wetenschap. Bedrijven richten ‘onafhankelijke’ denktanks op, die blijven herhalen dat het wel meevalt.

Als historici ooit nog eens gaan uitzoeken wanneer de fact free politics nou definitief de oversteek maakten van de Amerikaanse politiek naar de Nederlandse, dan is er een goede kans dat ze op 28 juni 2011 uitkomen. Op die dag haalde VVD-kamerlid René Leegte de voorpagina van De Telegraaf met de kop ‘VVD: hef KNMI op.’ Leegte vond dat het instituut vergeven was van ‘de klimaatalarmisten’. Er was ook onderzoek dat juist een afvlakking van de temperatuur laat zien, stelde Leegte. En de overheid moet vragen over het klimaat ‘onafhankelijk in de markt kunnen zetten’.

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Het een-na-beste land ter wereld: Nederland

Thierry Baudet, narcistische fopintellectueel

Spreek toch Nederlands! Pleidooi tegen steenkolenengels aan de universiteit

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.