Tot mastodont gemaakten
Door Bart de Koning • Illustratie Pinkt
Nu de Nederlandse verkiezingen zijn geweest, duiken ze weer op: oud-politici met wijze raad. Maar vaak is die helemaal niet gewenst. Actieve politici vinden hen lastig en journalisten schrijven smalend over deze ‘mastodonten’. ‘Ze kunnen niet hebben dat hun tijd voorbij is.’
Uit Maarten! 2024-1. Bestel losse nummers hier of word abonnee
Meestal verlopen partijcongressen van het CDA saai en voorspelbaar, maar in 2010 liepen de emoties hoop op. Een indruk wekkende rij prominenten sprak zich uit tegen samenwerking met de PVV in het eerste kabinet-Rutte. ‘Doe ons land dit niet aan,’ smeekte minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin. Oud-premier Piet de Jong waarschuwde dat de godsdienstvrijheid werd verkocht, oud-premier Dries van Agt vond dat de partij zichzelf verminkte. Oud-Eerste Kamerlid Hannie van Leeuwen vreesde dat het een splijtzwam zou worden in de partij.
Hierboven staat ‘prominenten’, maar journalisten schreven in die tijd over de ‘mastodonten’ van het CDA. En niet alleen zij – ook hoogleraar bestuurskunde Jouke de Vries blogde over mastodonten. Hij sneerde over ‘slecht ter been zijnde’ CDA’ers als Piet de Jong en Hannie van Leeuwen, die het woord voerden. Het is een vast cliché in de Nederlandse media: zodra een gepensioneerd politica of politicus zich in het openbare debat mengt, valt de term ‘mastodont’. En die is zelden vleiend bedoeld.
Zo schreef politiek verslaggever Jos Heymans van RTL Nieuws in april 2017 in een column onder de kop De mastodonten, ze zijn er weer: ‘De partijprominenten van wie de politieke carrière al jaren achter ons ligt, maar die rond een kabinetsformatie uit hun graf opstaan om partijleiders met hun al dan niet goedbedoelde adviezen hinderlijk voor de voeten te lopen. Ze veroorzaken onrust, staan in de rij om bij Pauw of Tan aan te schuiven, omdat ze het niet kunnen hebben dat hun tijd voorbij is.’
Prominente oud-VVD’ers als Hans Wiegel, Frans Weisglas en Joris Voorhoeve vormden in 2017 de directe aanleiding voor zijn tirade, maar het waren vooral de christen-democratische mastodonten die het moesten ontgelden: ‘Het CDA heeft er frustrerend veel slechte ervaringen mee.’ Bij de formatie van 2010 hadden Ruud Lubbers, Cees Veerman, Frans Andriessen, Hanja Maij-Weggen, Bert de Vries, Tineke Lodders en Herman Wijffels (‘allemaal uitgerangeerd’) gewaarschuwd tegen de formatie met de PVV. ‘Partijleider Maxime Verhagen werd er gek van,’ verzuchtte de RTL-journalist.
Het merkwaardige aan deze tirade is dat iedereen weet dat de mastodonten gelijk hebben gekregen: Wilders bleek een onbetrouwbare gedoogpartner en liet het kabinet-Rutte I vallen, waarna het CDA in een diepe crisis terechtkwam. En nu, na de laatste verkiezingen, herhaalt de geschiedenis zich. De PVV van Wilders is nu geen gedoogpartner meer, maar mag als grootste partij de formatie leiden. En weer waarschuwen de prominenten. Jan Pronk maakt zich zoveel zorgen dat hij zelfs weer lid is geworden van de PvdA – nadat hij in 2013 had opgezegd omdat de partij te ver was weggedreven van haar idealen. Oud-minister van Justitie Ferd Grapperhaus (CDA) waarschuwde voor de plannen van Wilders met de rechtsstaat.
De term ‘mastodont’ is zelden vleiend bedoeld
Nieuw is dat ook bekende VVD’ers zich nu roeren, een opvallend verschil na de oorverdovende stilte binnen die partij in 2010. De VVD-prominenten Ankie Broekers-Knol, Jozias van Aartsen en Ed Nijpels spraken zich uit tegen regeren met de PVV. Dat inspireerde het rechtse weblog De Dagelijkse Standaard tot een flinke scheld tirade tegen ‘VVD-mastodont’ Nijpels.
Kwetsende vergelijking
Het is geen toeval dat de mastodont vooral na verkiezingen opduikt. Dat is hét moment voor oud-politici om hun raad en waarschuwingen te laten horen. Normaal gesproken zit de Nederlandse politiek dichtgetikt met dikke regeerakkoorden, die met straffe fractiediscipline door een Kamermeerderheid worden gesteund. Maar tijdens de formatieperiode ligt alles nog open en kunnen buitenstaanders proberen invloed uit te oefenen.
Daar zitten veel actieve politici én journalisten duidelijk niet op te wachten. De makkelijkste reactie is om niet inhoudelijk op de adviezen in te gaan, maar het op de persoon te spelen door een kwetsende vergelijking te maken. Iemand uitmaken voor mastodont is daarmee een variant op het argumentum ad novitatem. Dit beroep op nieuwheid is een klassieke drogredenering waarbij moderniteit het belangrijkste argument is. Het is een makkelijke – maar ook tamelijk doorzichtige – manier om iets of iemand af te serveren als ‘niet meer van deze tijd’, zonder verdere inhoudelijke argumentatie.
Een mastodont is oorspronkelijk een uitgestorven prehistorisch dier, dat sterk op een mammoet of olifant leek. Wie op afbeeldingen googelt, stuit al snel op plaatjes van reusachtige olifantachtige wezens die machteloos vastzitten in teerputten en daar sterven. (Vandaar ook dat we nu nog zulke goed bewaarde fossielen hebben.) Volgens Onze Taal kreeg mastodont in de twintigste eeuw de guurlijke betekenis van een zaak, voorwerp of persoon van grote omvang. Denk aan grote betonnen gebouwen of vrachtwagens. Vanuit die betekenis is volgens Onze Taal vervolgens ook ‘persoon met veel aanzien en/of invloed’ ontstaan. Omdat die invloed vooral te danken is aan prestaties in het verleden, heeft mastodont dan ook soms de bijklank ‘iemand die niet meer van deze tijd is’.
Na verkiezingen is hét moment voor oud-politici om hun raad en waarschuwingen te laten horen
Dat de term mastodont ‘soms’ een bijklank heeft, is te vriendelijk uitgedrukt: de term is meestal negatief bedoeld – en niet alleen als het om politici gaat. De koppen van de meest recente treffers in krantendatabank LexisNexis zijn duidelijk genoeg: ‘Woonmaatschappij koopt zes verloederde panden in centrum: “Hier geen mastodont neerpoten”’ en: ‘Rijexamen bruusk verstoord door mastodont die te vroeg van rijvak wisselt: leerling-bestuurder lichtgewond’.
En de negatieve bijklank van ‘iemand die niet meer bij_de tijd is’, is veel ouder dan Onze Taal suggereert. Een speurtocht in het online archief van Delpher levert een treffer op uit 1890. In de Nederlandsche Spectator had een anonieme schrijver een ‘grootsche droom’ beschreven: de vorming van een Germaans eijk en een Romaans rijk. Daarin citeerde hij het net verschenen boek Rembrandt als Erzieher (‘Rembrandt als onderwijzer’) van de Duitse kunstkenner en filosoof Julius Langbehn: ‘Das heutige Holland bedürft des innern Anschlusses an ein grosses nationales Ganze.’ Zonder aansluiting bij een groter nationaal geheel, zou Nederland door zijn eigen beperktheid verdwijnen.
Een andere, eveneens anonieme, columnist maakte zich vrolijk over dat ‘Teutonische standpunt’. Die droom van een groot Duits rijk was toch echt verleden tijd: ‘De tijd der Mastodonten en Megatheriums is voorbij. Ik zou den Pangermanisten, speciaal den Teutonen willen toeroepen: verlang niet een politieke mastodont te worden. Ge mocht ook eens spoedig als fossiele rariteit bekeken worden. En als Nederlander, met grooten eerbied voor onze geschiedenis en een warm nationaliteitsgevoel, is mijn leus: wees op uw hoede voor hen die aan mastodontisme doen. Ik dank u, waarde Spectator, voor de gelegenheid mij geschonken om door het bovenstaande de nachtmerrie te verdrijven.’
Met de kennis van nu valt vooral de naïviteit van de hele polemiek op. Aan de ene kant kon je nog onbekommerd pleiten voor een ‘Anschluss’ met Duitsland. Aan de andere kant bleken de pan germanisten bepaald geen ‘politieke mastodonten’ en ‘fossiele rariteiten’. Ruim drie decennia na deze luchtige column dreunden de laarzen in Rome en kon Benito Mussolini beginnen aan zijn droom van een ‘Romaansch rijk’. Nog weer tien jaar laten begon Adolf Hitler aan zijn Germaanse rijk.
Uitgestorven en fossiel
Sinds 1890 hebben Nederlandse journalisten het label ‘mastodont’ te pas en te onpas op politici uit binnen- en buitenland geplakt. In 1967 omschreef de Volkskrant de Franse communistische politicus Jacques Duclos als een ‘politieke mastodont, in de zin van dom en vrijwel onuitroeibaar’. Dat is het lastige en ongrijpbare aan beeldspraak: voor deze journalist gold de mastodont kennelijk als onuitroeibaar, in plaats van uitgestorven en fossiel.
Ook de Amerikaanse astronaut en senator John Glenn, de Duitse bondskanselier Helmut Kohl en de Surinaamse politicus Jagernath Lachmon zijn door de jaren heen voor mastodontuitgemaakt. Het AD noemde Kees van der Staaij onlangs nog een mastodont, alleen maar omdat de SGP’er een kwart eeuw in de Kamer had gezeten. Hij had nog niets ‘mastodonterigs’ gedaan, zoals commentaar vanaf de zijlijn leveren. Van der Staaij was een alom gerespecteerd parlementariër en was uitgegroeid tot het staatsrechtelijk geweten van de Kamer. Kamerleden zitten nu gemiddeld nog maar vier jaar in het parlement, dus we gaan zijn ervaring en wijsheid node missen. Maar voor de grootste krant van Nederland is een politicus uit 1968 al een mastodont. Er is weinig lijn te ontdekken in het gebruik van de term, behalve journalistiek dedain. Politici voelen dat zelf natuurlijk ook. CDA’er en oud-minister Gerd Leers zei het in 2012 al bij Pauw & Witteman: ‘Ik heb me één ding voorgenomen: ik word nooit mastodont.’
Toch is de term niet altijd negatief bedoeld. Herman Tjeenk Willink (PvdA) en Johan Remkes (VVD) zijn ook tot mastodont gemaakten, die over het algemeen wél gerespecteerd worden. Zij hebben op basis van hun ervaring en persoonlijk gezag moeizame dossiers – vastgelopen formaties, stikstof – weer vlot getrokken. Hier is dus het gebruikelijke verwijt aan het adres van de mastodont – oud en aan de zijlijn –juist een voordeel, omdat de actieve politici een probleem even kunnen parkeren.
In de VVD roert de oude garde zich inmiddels weer
Daarnaast is er een meer instrumentele – om niet te zeggen: cynische – inzet van mastodonten. Je kunt ze ook gebruiken als steunzenders, zo legde Jack de Vries, voormalig spindoctor van het CDA, in 2021 uit in een podcast. Vooral VVD’ers zijn er ‘meesters’ in, vond De Vries. In april 2021 kreeg Mark Rutte een motie van wantrouwen aan zijn broek na het beruchte memo over ‘functie elders’ voor Pieter Omtzigt. Meteen ‘zaten de talkshows vol met VVD-mastodonten om het voor hem op te nemen,’ signaleerde De Vries: ‘Zelfs voormalig minister Melanie Schultz van Haegen – die nooit interviews geeft – zat ineens bij Humberto Tan.’
Bij de samenwerking tussen PvdA en GroenLinks zette de laatstgenoemde partij oudgediende Bram van Ojik in, die in onder andere Op1 de samenwerking rustig uitlegde. Bij de PvdA liepen de mastodonten ‘helemaal leeg’ in de media. Zo noemde oud-partijvoorzitter Hans Spekman de fusie ‘onvoorstelbaar slecht’. Bij het CDA worden volgens De Vries zogenoemde ‘dino-calls’ georganiseerd waarin de mastodonten worden bijgepraat. Zo voelen ze zich niet gepasseerd, gaan ze niet zomaar dingen roepen in de media en krijgen ze de kans om intern kritiek te geven.
Het is goed om dit in het achterhoofd te houden als een ‘VVD-mastodont’ zich tijdens de verkiezingen roert. In augustus 2023 opende Henk Kamp in een radio-interview een zeer persoonlijke aanval op Pieter Omtzigt. Hij zei dat die ‘al in een burn-out raakte door fractiewerk’ en nooit regeringsverantwoordelijkheid had gedragen. Het was in Amerikaanse stijl een aanval op de persoon, waarop Kamp veel kritiek kreeg. VVD-leider Dilan Yesilgöz nam daarna afstand van Kamps harde kritiek, maar de stoot was wel uitgedeeld. Of het echt een vooropgezet een-tweetje was, zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen, maar Henk Kamp is een zeer ervaren politicus die niet snel uit de bocht vliegt. De kans dat hij naar de studio komt en daar spontaan bedenkt om Omtzigts geschiktheid als politiek leider eens onderuit te schoffelen, is niet zo groot.
Tegengeluid
Het laat meteen zien dat het machiavellisme, zoals beschreven door de immer pragmatische Jack de Vries, geen garantie voor succes is. De mastodonten koest houden via ‘dino-calls’ werkt alleen als er een heldere strategie is en de partij succes heeft. Sinds Rutte zijn vertrek aankondigde en zijn ijzeren greep op de partij is verslapt, roert de oude garde zich weer. En deze keer met felle kritiek op Wilders, waar de partijleiding niet per se op zit te wachten. Aan de andere kant is de roemruchte mastodont Johan Remkes dan weer niet tegen die samenwerking. Lastig kiezen voor de VVD-top.
Dat alles roept de vraag op: wat moeten we met de adviezen van de oud-politici? Zijn er lessen te leren uit 130 jaar lang uit de losse pols strooien met de term ‘mastodont’? Eén ding staat vast: wie politieke tegenstanders als ‘mastodonten’ afschildert, loopt het levensgrote risico om hen te onderschatten, waarschijnlijk door (onbewuste) minachting. Het Teutoonse ‘mastodontisme’ uit 1890 is Europa nog lelijk opgebroken.
Een tweede punt dat opvalt: de term wordt zelden gebruikt voor vrouwelijke politici. Dat kan zijn omdat het ongepast is om een vrouw met een olifant te vergelijken. Of omdat journalisten er van links tot rechts van overtuigd zijn dat vrouwelijke politici op leeftijd alleen maar verstandige dingen zeggen en dus niet weggezet hoeven worden als mastodonten. Een waarschijnlijker verklaring is dat er veel minder gezaghebbende vrouwelijke politici op leeftijd zijn – domweg omdat er nu eenmaal minder vrouwelijke bewindspersonen zijn dan mannelijke. Pas in 1956 trad Marga Klompé aan als eerste vrouwelijke minister en de numerieke achterstand is nog steeds niet weggewerkt. Dat betekent dat we als samenleving heel veel potentiële levenswijsheid laten liggen.
Het zou te makkelijk zijn om te stellen dat wijsheid altijd met de jaren komt. Sowieso is het vellen van het juiste politieke oordeel en het correct inschatten van de toekomst bijzonder moeilijk, zo laat de Amerikaanse onderzoeker Philip Tetlock zien in zijn baanbrekende Expert Political Judgment.
Ook ervaren rotten kleunen vaak mis. De wereld is nu eenmaal complex en lastig te voorspellen. Psychologen en politiek wetenschappers hebben geen bewijs gevonden dat oudere mensen daar per se beter in worden. Maar ze nemen wel langer de tijd om na te denken, kunnen bredere verbanden zien en zijn empathischer. De kans dat ze domme of schadelijke dingen doen, neemt af.
Mastodonten zijn wat Japie Krekel is voor Pinokkio: een betweterig extern geweten
Wat in ieder geval vaststaat, is dat de ex-politici een welkom inhoudelijk tegengeluid kunnen laten horen. Dichtgetimmerde regeerakkoorden, fractiediscipline en pragmatisme hebben de grote partijen de afgelopen decennia flets en kleurloos gemaakt. Nederland werd van oudsher bestuurd door drie grote ideologische hoofd stromen: de christen-democraten, de sociaal-democraten en de liberalen. Regeren met de VVD onder Mark Rutte heeft achtereenvolgens zowel het CDA als de PvdA leeggezogen. Ze leverden hun eigen agenda in bij de formatie en werden bij de verkiezingen erna keihard afgestraft door hun eigen achterban. Datzelfde is inmiddels de VVD overkomen: de partij werd onder Rutte een pragmatische, maar fletse regeermachine, die bij de afgelopen verkiezingen rechts werd ingehaald door ex-VVD’er Geert Wilders.
De mastodonten zijn niet gebonden aan regeerakkoorden of fractiediscipline. Ze hoeven zich ook geen zorgen te maken over de vraag of ze straks weer op de kieslijst mogen of nog voorgedragen worden voor een burgemeesterspost. Juist omdat ze aan de zijlijn staan en geen directe politieke druk meer voelen, kunnen ze zich veroorloven kritische en inhoudelijke tegengeluiden te laten horen. Om precies dezelfde redenen zijn ze overigens makkelijk te negeren en zijn ze kwetsbaar voor het verwijt ‘dat ze makkelijk praten hebben’.
In feite zijn ze wat Japie Krekel is voor Pinokkio: een betweterig extern geweten. Een mastodont als Jan Pronk wijst de PvdA op haar sociaal-democratische idealen, Ernst Hirsch Ballin het CDA op zijn christelijke wortels en Ed Nijpels herinnert de VVD aan de tijd dat er nog echte liberalen rondliepen. Japie Krekel is een irritant ventje, maar iedere keer als Pinokkio hem negeert, komt hij in de problemen. Ergens tussen het minachtend negeren en de cynische ‘dino-calls’ moet toch ruimte zijn voor een intelligente en erudiete bijdrage aan het politieke debat. Want het is juist het systematisch platslaan van het debat binnen de partijen dat voor zoveel onvrede zorgt. Haal de mastodonten uit hun teerputjes en laat ze trompetteren!
Waar komt mastodont vandaan?
Het woord mastodont duidt oorspronkelijk een groot, op een olifant of mammoet lijkend, prehistorisch dier aan. De Franse zoöloog Georges Cuvier noemde het dier in 1806 zo vanwege de kenmerkende tepelvormige uitsteeksels die de mastodont op zijn tanden had: het woord is gevormd van de Griekse woorden mastos ‘tepel, moederborst’ en odoon ‘tand’ (tweede naamval: odontos). (Bron: Onze Taal).
Piet de Jong (1915-2016, KVP/CDAJ)
Onderzeebootcommandant tijdens de Tweede Wereldoorlog, staatssecretaris van Marine (1959-1963), minister van Defensie van 1963-1967, formateur, ministerpresident van 1967-1971, van 1971-1974 fractievoorzitter KVP in de Eerste Kamer.
Dries van Agt (1931-2024, KVP/CDAJ)
Minister van Justitie van 1971 tot 1977, fractievoorzitter van het CDA, ministerpresident van 1977-1982, commissaris van de Koningin in Noord-Brabant van 1983-1987, ambassadeur namens de Europese Gemeenschap in Tokio en Washington van 1987-1995.
Hans Wiegel (1941, VVD)
Kwam in 1967 in deTweede Kamer, van 1971-1977 fractievoorzitter van de VVD, daarna nog minister, commissaris van de Koningin in Friesland en van 1995-2000 lid van de Eerste Kamer.
Johan Remkes (1951, VVD)
Lid Gedeputeerde Staten in Groningen van 1982-1993, lid van de Tweede Kamer, lid van de gemeenteraad van Groningen, staatssecretaris van VROM van 1998-2002, minister van Binnenlandse Zaken van 2002-2007, lid van de Tweede Kamer, commissaris van de Koningin in Noord-Holland, waarnemend burgemeester van Den Haag van 2019-2020, waarnemend commissaris van de Koning in Limburg n 2021, informateur in 2021, bemiddeling in stikstofdossier in 2022.
Herman Tjeenk Willink (1942, PvdA)
Kwam in 1987 als lid in de Eerste Kamer, was er van 1991-1997 voorzitter, daarna vicepresident van de Raad van State. Was vier keer informateur, het laatst in 2021.
Jan Pronk (1940, PvdA)
Kwam in 1971 in de Tweede Kamer, van 1973-1977 en van 1989-1998 minister van Ontwikkelingssamenwerking, tussendoor diverse keren in de Kamer, van 1998-2002 minister van VROM, diverse VN-functies van 2001-2006. Zei in 2013 zijn lidmaatschap van de PvdA op, dit jaar weer lid geworden.
Nu de Nederlandse verkiezingen zijn geweest, duiken ze weer op: oud-politici met wijze raad. Maar vaak is die helemaal niet gewenst. Actieve politici vinden hen lastig en journalisten schrijven smalend over deze ‘mastodonten’. ‘Ze kunnen niet hebben dat hun tijd voorbij is.’
Uit Maarten! 2024-1. Bestel losse nummers hier of word abonnee
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren