Televisie stuurt ons stemgedrag

Door Maarten van Rossem • Illustratie Job van der Molen
Moderne media als televisie en Twitter hebben populisten als Trump en Wilders aan de macht geholpen. Zonder veel politieke ervaring passeren ze het parlementaire apparaat buitenom. Kan de democratie dergelijke mediapolitiek overleven?
Uit Maarten! 2025-2. Bestel losse nummers hier of word abonnee
In 1985 publiceerde Neil Postman Amusing Ourselves to Death, een vernietigend betoog over de effecten van televisie op samenleving en cultuur. Zijn startpunt was het contrast tussen twee dystopische romans, 1984 van George Orwell en Brave New World van Aldous Huxley. In beide boeken wordt de bevolking onderdrukt en gemanipuleerd door een almachtige overheid. In 1984 gebeurt dat met geweld, in Brave New World door middel van geraffineerde psychologische manipulatie en een verdovend middel dat mensen rustig en onnozel gelukzalig stemt.
Orwells dystopie is realiteit geworden in de Sovjet-Unie en China. De omstandigheden in het welvarende Westen, in het bijzonder de Verenigde Staten, deden meer denken aan de dystopie van Huxley. Het verdovende middel dat de mensen tot gelukzalige onnozelheid bracht was de televisie, aldus Postman. De tv reduceerde alles, belangrijk of onbelangrijk, ernstig of luchthartig, tot onnozel vermaak. De televisie maakte kritisch en analytisch denken praktisch onmogelijk en veranderde de ganse wereld in een theatrale chaos.
Ik vond indertijd dat hij nogal overdreef. Zeker, televisie is meestentijds een onnozel medium, maar dat de tv de hele samenleving en cultuur grondig corrumpeert, leek mij gechargeerd.
Ik ben nog steeds van mening dat Postman zich waagde aan onhoudbare generalisaties, maar op één kardinaal punt heeft hij grotendeels gelijk gekregen. Het over het algemeen fatsoenlijke en redelijk bedrijf van de democratische parlementaire politiek is door de televisie ernstig in de problemen gekomen. Dat komt doordat de theaterlogica van de tv perfect spoort met het kwaadaardige theater van de populistische politiek.
Waar het beeld chaos schept, brengt een gedrukte tekst orde
Je kunt inderdaad de vraag stellen of de parlementaire democratie de televisie zal overleven. Het tv-scherm is de ideale locatie voor de charismatische kletsmajoors die de democratie in de afgelopen decennia hebben verduisterd. Maar voordat ik de ongelukkige relatie tussen televisie en populisme uit de doeken doe, is het zaak om Postmans kritische analyse te schetsen.
Voordat de beeldcultuur van de tv onze cultuur overweldigde, was deze gebaseerd op gedrukte teksten. Tekst heeft een totaal ander effect dan beeld. Een tekst is lineair en logisch en bevordert zo in hoge mate de rationele analyse. Waar het beeld chaos schept, brengt een gedrukte tekst orde. Een gelezen of voorgelezen tekst zorgt voor een coherente, ernstige retoriek. Denk daarbij aan de dominee die op gedragen toon zijn preek voorleest. Lezen is een eenzame activiteit die concentratie vergt. In de publieke discussie zorgt een tekst als fundament voor een ordelijke gang van zaken.
Neil Postmans liefde voor de ordelijke, lineaire en analytische tekst is wellicht wel begrijpelijk in zijn woedende confrontatie met de tv-cultuur, maar natuurlijk ook schromelijk overdreven. Op basis van teksten zijn mensen elkaar even ordeloos en onredelijk te lijf gegaan als in de post-tekstuele wereld. Hoezeer verschillende media ook verschillende effecten hebben, de chaos en het sentiment komen uit het menselijk brein.
Nieuwspotpourri
De bijl aan de wortel van de tekstcultuur was volgens Postman de telegraaf. Die zorgde voor de komst van nieuws van overal en nergens. De telegraaf en de wonderen die volgden, zorgden ervoor dat je in elk dorp kennis kon nemen van alle gebeurtenissen in de rest van de wereld. Maar wat had je eigenlijk aan die kennis, die zonder enige coherentie werd aangeboden? Het zogenaamde ‘nieuws van de dag’ was een rommeltje, waarin belangrijke en onbelangrijke gebeurtenissen willekeurig door elkaar werden gehusseld, en gepresenteerd met de fameuze verbindingszin ‘And now for something completely different!
Al in de negentiende eeuw werd aan de nieuwspotpourri beeld toegevoegd, met name na de uitvinding van de fotografie. Was er beeld, van een grote brand of een koe met vijf poten, dan kreeg dat onveranderlijk voorrang. Ook toen was het nieuws een ordeloze lawine, zonder enige vorm van samenhang en analyse. De nieuwsindustrie was al hard op weg om onderdeel van de vermaakindustrie te worden. Dat proces werd glorieus en totaal voltooid door de opkomst van het nieuwe dominante medium, de televisie.
Televisie toont ons een beeld van de wereld, althans dat denken wij, terwijl dat allerminst het geval is. Wat we te zien krijgen zijn vooral incidenten, ongelukken en zonderlinge gebeurtenissen. Tv is dol op emotie, emo-tv is het hoogst bereikbare. Thuis meehuilen op de bank, ach wat is dat mooi. Televisie biedt bovenal vermaak, leedvermaak is immers ook vermaak. In feite heeft de tv onze hele cultuur opgeslokt, aldus Postman.
Deels is dat waar, maar voor een aanzienlijk deel ook niet. Postman laat zich meeslepen door de retoriek van zijn eigen ergernis. Dat begint al met zijn afrekening met de telegraaf. Zeker, de telegraaf zorgde voor de incoherente nieuwsvoorziening die wij maar al te goed kennen. Maar de telegraaf kon ook nuttige waarschuwingen overbrengen, felicitaties voor verre vrienden en verwanten en nieuws over de optiehandel in graan in Chicago. Elke nieuwe technologie heeft voordelen en nadelen.
Televisie, hoe dominant ook, heeft zeker niet de hele cultuur opgeslokt – er wordt immers nog steeds veel gelezen, zowel beroepsmatig als voor de lol. Postman had eens moeten weten wat een sociaal-culturele ellende het internet heeft veroorzaakt, terwijl ook dat evengoed wonderbare gevolgen heeft gehad. Bij herlezing vind ik Postman dus nog steeds onevenwichtig.
Waarom heb ik Amusing Ourselves to Death dan toch opnieuw gelezen? Omdat Postman op één kardinaal punt helaas volledig gelijk heeft gekregen. In tal van landen waar je dat niet verwacht zou hebben, heeft televisie, in samenwerking met sociale media, de politiek opgeslokt. Ik heb Pim Fortuyn en Trump niet aan zien komen, Postman wel.
Formidabel theater
Ik vond de Amerikaanse politiek in de jaren tussen 1968 en de herverkiezing van Reagan wel vermakelijk. Ik zag het zelfs als een superieure vorm van vermaak – inclusief de amusante politieke debatten op de tv en de politieke commercials. Politiek, en zeker de Amerikaanse politiek, was inderdaad de ‘greatest spectator sport in the world’. In de jaren negentig vond ik de impeachment van Bill Clinton schitterend om te zien. Wat een formidabel theater!
Ik zag niet dat die zonderlinge kijksport stap voor stap bezig was de fundamentele principes van de democratische politiek te ondermijnen. Fortuyn was, uit het niets, een fenomeen dat Nederland op zijn kop zette. Hoe was het mogelijk dat een vermakelijke, ijdele kletsmajoor door velen plots werd gezien als een soort verlosser, als een religieus verschijnsel?
Bijna een week na de aanslag op Trump in juli 2024 las ik in de New York Times dat tientallen miljoenen mensen hem als de messias zien, een door God gezondene. Heeft zijn vader die in de hemelen is hem niet op wonderbare wijze gered van zijn potentiële moordenaar? Het is beangstigend. Maar duidelijk maken waarom dergelijke figuren zo gevaarlijk zijn, maakt het noodzakelijk eerst uit te leggen wat eigenlijk de basisprincipes zijn van een parlementaire democratie.
Een parlementaire democratie dient te zorgen voor ordelijke en controleerbare besluitvorming, meestentijds op basis van complexe compromissen, nadat betrouwbare verkiezingen een bruikbare parlementaire meerderheid hebben gewaarborgd. Het hele democratische gebouw dient gebaseerd te zijn op rechtstatelijke beginselen. Die dienen verankerd te zijn in een grondwet, waar de overheid met al haar instanties zich aan hoort te houden. De Grondwet waarborgt de rechten van de burgers en van minderheden, die vaak maar al te gemakkelijk worden geterroriseerd door de luimen van de meerderheid.
Thuis meehuilen op de bank, ach wat is dat mooi
De overheid dient uitgerust te zijn met controlerende instanties, voorzien van solide bevoegdheden en deskundige adviesorganen. Een staatshoofd is handig, maar staatshoofd en politiek leider moeten niet dezelfde persoon zijn. Dat schept alleen maar verwarring en polarisatie. De regeringsleider is bij voorkeur een even rustige als bekwame guur, die de volwassenheid heeft niet te gaan geloven in zijn/haar eigen uniciteit en onmisbaarheid. Een termijn van acht jaar zou mooi zijn, met grote redenaars dient opgepast te worden.
Politici dienen carrière te maken binnen het ordelijke systeem dat ik hierboven heb geschetst. Zij moeten zich vanzelfsprekend aan de regels houden. Politici die beloven op korte termijn grote en fundamentele veranderingen tot stand te brengen, dienen gewantrouwd te worden.
Propagandamachines
De populistische politicus is helemaal geen politicus in deze traditionele zin. Hij is allereerst een mediafenomeen, een tv-creatuur. Hij heeft zelden of nooit de loopbaan van de traditionele politicus doorlopen. De populist passeert het hele apparaat van de parlementaire democratie buitenom. Van belang is natuurlijk wel dat er een voldoende groot electoraat is voor zijn opwindende retoriek. In vrijwel alle democratische landen is dat het geval. Er is altijd wel een potentiële tegenpartij, zoals Van Kooten en De Bie ooit zo geestig en scherpzinnig lieten zien.
Het wachten is dan op de charismatische aanvoerder, die zeker weet dat alleen onder zijn briljante leiding alle problemen simpel kunnen worden opgelost. Laat ik even een fraaie, wetenschappelijk verantwoorde definitie geven: ‘Populism is revolving around personalistic, usually charismatic leadership, sustained by direct, unmediated, uninstitutionalized connections to a heterogeneous, amorphous, and largely unorganized mass of followers,’ schrijft politicoloog Kurt Weyland in Democracy’s Resilience to Populism’s Threat. Countering Global Alarmism (2024).
Populisme is systeemvijandig, polariserend en confronterend. De charismatische leider heeft een kleine kring van getrouwen en kan doen en laten wat hij wil; van enige vorm van controle is geen sprake. Voor zijn succes is de populistische leider volledig afhankelijk van de moderne media, tegenwoordig televisie en Twitter. Tijdens de komeetachtige opkomst Twitter. Tijdens de komeetachtige opkomst van zo’n fenomeen zijn tv-redacties als betoverd. Pim, Donald, Caroline – ze zijn elke avond welkom, ze worden overal geïnterviewd, alles wat zij doen is nieuwswaardig, ze verdubbelen de kijkcijfers.
Pim, Donald, Caroline – ze zijn elke avond welkom in de talkshow
Van kritiek is in deze fase geen sprake, hun meestentijds ongenuanceerde en evident onjuiste standpunten worden niet of volstrekt onvoldoende bekritiseerd. Dat de media in deze zijn verworden tot een soort propagandamachines, schijnen zij niet te beseffen. Alles voor de kijkcijfers. De directeur van CNN zei dat Trump wellicht een gevaarlijke kletsmajoor was, maar dat hij wel de kijkcijfers verdubbelde.
Televisie is volstrekt ongeschikt om ingewikkelde en abstracte zaken aan de orde te stellen. De tv draait bovenal om personen: aardige personen, boze personen, huilende personen en natuurlijk charismatische personen. Door zijn theatrale werking kan televisie iemand in korte tijd tot een held of een monster maken. Een duizendvoudig herhaalde kleinigheid, of dat nu een briljant doelpunt is of een briljante retorische reactie, kan zo een historisch moment worden.
Modelpopulist
Zowel Donald Trump als Geert Wilders zijn fraaie voorbeelden van politieke eenmansbedrijven, die als outsiders de ingewikkelde procedures van de parlementaire democratie het nakijken geven. Zonder een massamedium als de tv was hun dat nooit gelukt. Toen Donald Trump op 16 juni 2015 de roltrap in zijn eigen Trump Tower afkwam en zijn kandidatuur voor het presidentschap aankondigde, gaf geen verstandig mens hem een kans om in 2016 gekozen te worden. Wel was het een prima georganiseerd televisiemoment, opgesierd met Trump-personeel en betaalde sympathisanten, dat eindeloos herhaald kon worden.
Trump had al vaker gesuggereerd dat hij zich wilde kandideren, maar daarvan was het nooit gekomen. Zijn redenen om dat nu te doen waren absurde, xenofobische nonsens. Ondanks breed verzet uit de Republikeinse Partij won Trump de voorverkiezingen. Hij verloor de popular vote, maar won de verkiezingen in 2016 door de wonderbare werking van het Electoral College. Hij wist in feite als volstrekte buitenstaander de hele Republikeinse Partij over te nemen en is nu in 2024, ondanks een mislukte staatsgreep en een absurde leugen over de uitslag van 2020, toch weer in de race.
Trump domineert al jaren het Amerikaanse politieke toneel. Het woord toneel is hier metafoor en werkelijkheid. Hoe briljant trumpiaans hij kan reageren bleek bij de aanslag op zijn leven. Hij ontworstelde zich aan de bewakers die hem tegen de schutter probeerden te beschermen, riep ‘Wait, wait, wait’, balde zijn vuist naar de toeschouwers en riep ‘Fight, fight, fight’. Zo creëerde hij een perfect iconisch tv-moment.
Zolang Trump vitaal aanwezig is, is hij zowel in negatief als in positief opzicht de centrale speler in het Amerikaanse politieke bedrijf. Hij heeft dictatoriale neigingen, maar is tegelijkertijd een fantastische volksmenner – de belichaming van alles wat wanstaltig maar wel degelijk reëel is in de Amerikaanse cultuur en politiek.
Geert Wilders is ook een modelpopulist. Hij is immers een politieke eenling, die de grootste politieke overwinning sinds jaren heeft behaald. Zijn partij stelt niets voor. De PVV heeft geen leden en geen kader van betekenis en al evenmin een serieuze landelijke politieke organisatie. Wilders had weliswaar een normale start bij een gevestigde politieke partij, maar zijn onversneden radicalisme, al even evident absurd als dat van Trump, maakte dat hij in de marge voor zichzelf begon, naar het voorbeeld van die andere succesvolle Nederlandse populist, Pim Fortuyn. Dat de VVD Wilders uit verkeerd begrepen eigen belang uit zijn politieke isolement verloste, is onvergeeflijk incompetent!
Weyland wijst erop dat de parlementaire democratie niet kansloos is in de confrontatie met het populisme. Mits de politieke elite koers houdt en de essentie van de parlementaire democratie effectief verdedigt, kan duidelijk worden dat de populisten, die alles aan iedereen beloven, kwetsbaar zijn als hun opvattingen worden geconfronteerd met de ingewikkelde werkelijkheid.
De kiezers van de populisten ontbreken ten enenmale aan organisatie en cohesie. Afgezien van vage angsten en deels terechte, maar ongerichte boosheid over het falen van aanzienlijke delen van de parlementaire democratie, bindt hen niet veel meer dan het charismatisch leiderschap van de mediaheld. Ze kunnen, als er ergens anders opwinding ontstaat, weer even makkelijk wegwaaien naar een andere mediahype.
Ik ben bang dat de instabiliteit van de media politiek het tijdelijke succes van Trump, Wilders en andere zonderlinge ‘verlossers’ ruim zal overleven. Trump en Wilders c.s. zijn immers geen oorzaak, maar juist gevolg van een politiek systeem dat van zijn ankers is geslagen door het mediatheater.
- Neil Postman, Amusing Ourselves to Death. Public Discourse in the Age of Show Business (1985/2006).
- Kurt Weyland, Democracy’s Resilience to Populism’s Threat (2024)