Studio Ghibli: magie en mokerslagen
Jos van der Burg
Geen wereldnieuws, maar toch opmerkelijk. In de tienjaarlijkse top-100 van beste films aller tijden, gekozen door internationale filmcritici, staan voor het eerst animatiefilms. Zelfs twee. En niet van Disney, maar van de Japanse Studio Ghibli. Een portret van een animatiestudio die niet bang is voor serieuze onderwerpen.
Uit Maarten! 2023-1. Bestel losse nummers hier
Dat zouden meer filmmakers moeten doen: zich niet langer door filmstudio’s de wet laten voorschrijven. Bijvoorbeeld door samen een filmbedrijf te beginnen, zodat ze kunnen maken wat ze zelf belangrijk vinden. In Japan deden in 1985 de animatiefilmers Hayao Miyazaki en Isao Takahata met hulp van producent Toshio Suzuki precies dat. De drie vrienden, die al sinds de jaren zestig actief waren in de animatiewereld, kochten een failliete animatiestudio en veranderden de naam in Studio Ghibli.
Het geld voor de aankoop kwam van Miyazaki’s film Nausicaä of the Valley, die een jaar eerder in Japan succesvol was. Deze ecologische sciencefiction bevat veel elementen die kenmerkend zouden worden voor de films van Studio Ghibli, zoals de verstoorde relatie van de mens met de natuur. Nu geen verrassend filmonderwerp meer, maar in 1984 wel. Nausicaä of the Valley draagt de boodschap uit dat als we doorgaan met de aarde kapotmaken, deze terugslaat.
In de film is de wereld veranderd in een giftige jungle vol gemuteerde monsterlijke insecten. De intelligente prinses Nausicaä wil de natuur herstellen, maar wordt gedwarsboomd door een oorlogszuchtige prins. Het doet misschien denken aan een Disney-sprookje, maar er zijn grote verschillen. De film toont de verlammende werking van angst, destructief geweld en ecologische vernietiging. Ook zoekt hij het niet zoals veel Disney-films in een simplistische tegenstelling tussen goed en kwaad, maar toont hij hoe goed en kwaad met elkaar verstrengeld zijn. ‘Je moet kijken met niet door haat verblinde ogen. Zie het goede in wat kwaad is, en het kwade in wat goed is,’ merkte Miyazaki er enigszins cryptisch over op.
Bovendien toont Nausicaä of the Valley een heldin lang voordat Disney-films dat deden. ‘Iedere vrouw is zoals iedere man in staat om een held te zijn. Ze hebben een vriend nodig, of iemand die hen steunt, maar nooit een redder.’ Aldus Miyazaki over zijn afkeer van films met prinsessen die door prinsen op een wit paard gered worden. Nausicaä of the Valley legde de basis voor Studio Ghibli, waarna Takahata met het aangrijpende meesterwerk Grave of the Fireflies uit 1988 afrekende met animatie als uitsluitend kindervertier. Deze film is geen popcorn-entertainment, maar toont de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog.
Een puberjongen en zijn zusje staan er in de stad Kobe alleen voor als hun vader in het leger sneuvelt en hun moeder bij een bombardement omkomt. Hongerig trekken ze door de tot puin gebombardeerde stad op zoek naar veiligheid en eten. In een Disney-film zouden ze gered worden, maar [spoiler warning] zo gaat het niet in Grave of the Fireflies. Daarin overleven beide kinderen de oorlogsellende niet. Geen happy ending in een van de meest aangrijpende anti-oorlogsfilms aller tijden, maar een mokerslag die de wreedheid van de oorlog laat zien zonder die te verzachten.
Shintoïsme
Takahata maakte tot aan zijn dood in 2018 nog zes artistiek en inhoudelijk rijke animatiefilms, maar Miyazaki werd het boegbeeld van Studio Ghibli. Zijn diep humane films zijn een combinatie van realisme, magie en spiritualiteit. In hetzelfde jaar als Grave of the Fireflies maakte Miyazaki het innemende My Neighbor Totoro. Daarin verhuizen twee zusjes met hun vader naar het platteland, omdat ze dan dichter bij moeder wonen die is opgenomen in een ziekenhuis. In een nabijgelegen bos ontmoeten ze Totoro, een vriendelijke bosgeest annex mythisch wezen, die het logo zou worden van Studio Ghibli. De film heeft geen ingewikkelde plot, maar toont de verbeeldingskracht van kinderen op hun ontdekkingsreis door het leven.
Volwassenen zien in My Neighbour Totoro, zoals alle films van Miyazaki schitterend met de hand getekend, een ode aan een eenvoudige levensstijl. Een gelukkig leven zit niet in materiële zaken, maar in een leven in harmonie met de natuurlijke omgeving, is de boodschap. Niet alleen in deze film, maar in al het werk van Miyakazi klinkt de invloed van het shintoïsme door, de Japanse godsdienst die liefde en eerbied voor de natuur preekt. Ook is zijn werk doortrokken van de gedachte dat we maar een beperkte invloed op ons leven hebben. Uiteindelijk bepaalt het lot wat er gebeurt.
Studio Ghibli doet denken aan een Disney-sprookje, maar er zijn grote verschillen
Het overdonderende success van My Neighbor Totoro in Japan maakte Miyazaki er tot de absolute godfather van de animatiefilm. Menige filmmaker zou zich door het succes hebben laten opjagen, maar Miyazaki bleef trouw aan de hoge standaard die hij zichzelf had opgelegd. In de 25 jaar na My Neighbor Totoro maakte hij acht films, met als grootste internationale successen: Princess Mononoke (1997), Spirited Away (2001), Howl’s Moving Castle (2004), Ponyo (2008) en The Wind Rises (2013).
Met Princess Mononoke, een ecosprookje over een prinses en boswezens die de strijd aangaan met de vervuilende industrie in een mijnstadje, brak Miyazaki internationaal door. Dat was niet toevallig, want een jaar eerder had Disney de internationale distributierechten van alle Ghiblifilms gekocht. Niet dat Disney veel aan promotie voor Princess Mononoke deed. Het besteedde de distributie van de film uit aan Miramax, het productiebedrijf van Harvey Weinstein dat onder de paraplu van Disney viel.
Weinstein, die later voor zijn seksuele misdrijven tot 23 jaar gevangenisstraf werd veroordeeld, wilde de 135 minuten durende film inkorten tot 90 minuten. Contractueel mocht hij dat niet, maar dat bood bij Weinstein nooit een garantie. Voor alle duidelijkheid stuurde een producent van Studio Ghibli een samoeraizwaard naar Weinstein met een briefje waarop ‘no cuts’ stond. Of het de doorslag gaf is onbekend, maar Weinstein bleef van de film af. ‘We leven in een eeuw waarin het goedkoper is om de rechten op films te kopen dan om ze te maken,’ merkte Miyazaki cynisch op.
Antimilitarisme
Ondanks de belabberde promotie van Disney – volgens sommigen bewust beleid om de Japanse concurrent klein te houden – was de internationale opmars van Miyazaki na Princess Mononoke onstuitbaar. Critici prezen zijn werk de hemel in. Het hoogtepunt was Spirited Away, waarin een meisje met haar ouders per ongeluk terechtkomt in een door geesten, demonen en boze goden bewoond vervallen pretpark. In de vijandige en unheimische sfeer veranderen de ouders in varkens. Aan het meisje de taak om het gezin uit het pretpark te redden. Spirited Away, waarvan de beschrijving van de plot geen recht doet aan de thematische rijkdom, won de Oscar voor beste animatiefilm.
In essentie gaan alle films van Miyazaki over impliciet en expliciet menselijk geweld. De personages plegen geweld tegen hun natuurlijke omgeving, maar ook tegen elkaar. Ook spreken antimilitarisme en -patriottisme uit zijn werk. Dat de pacifist Miyazaki het Japanse imperialisme in de Tweede Wereldoorlog herhaaldelijk veroordeelde, wordt hem niet door iedereen in Japan in dank afgenomen. Nationalisten zien hem als een verrader.
In essentie gaan alle films van Miyazaki over impliciet en expliciet menselijk geweld
Miyazaki’s pacifisme beperkt zich overigens niet tot Japan. Uit protest tegen de Amerikaanse inval in Irak kwam hij de Oscar voor Spirited Away niet ophalen in Hollywood. Dat mensen complexe en ambivalente wezens zijn in zijn films, wordt niet altijd begrepen. Het leidde bij The Wind Rises tot controverse. De biografisch geïnspireerde film voert Jiro Horikoshi, de ontwerper van Japanse jachtvliegtuigen in de Tweede Wereldoorlog, op als een man met een passie voor de schoonheid van vliegtuigen en vliegen. Dat hij met zijn werk bijdraagt aan gruwelijk oorlogsgeweld verdringt hij. De man is een dromer, die de werkelijkheid niet wil zien. Waarschijnlijk herkent Miyazaki, wiens vader vliegtuigingenieur was, veel van zichzelf in hem. Ook hij is een dromer, maar het verschil is dat hij ook de vaak gruwelijke werkelijkheid ziet. Miyazaki noemt zichzelf een pessimist, maar dan wel een die zich daar niet bij neer wil leggen. In zijn woorden: ‘Toch, zelfs te midden van haat en slachtingen, is het leven het waard om te leven. Schitterende ontmoetingen en prachtige dingen kunnen ook bestaan.’
Uitstervend ambacht
The Wind Rises was zijn afscheidsfilm, zei Miyazaki in 2013. Hij was toen 72 jaar en vond het tijd om te stoppen. Maar een paar jaar geleden liet hij weten dat hij ‘moet creëren om te kunnen leven’. Het resultaat is How Do You Live?, waarin een tiener moet kiezen tussen een leven in lege materiële rijkdom of in harmonie met de natuur en de mensen in zijn omgeving.
Het zal vrijwel zeker de afscheidsfilm zijn van de inmiddels 82-jarige Miyazaki. Het voelt ook als het afscheid van een bijzondere periode, waarin Studio Ghibli de Japanse animatiecultuur wereldwijd populair maakte. Inmiddels is Studio Ghibli niet meer de enige producent die het internationale beeld van de Japanse animatiecultuur bepaalt. En Miyazaki is ook niet meer de succesvolste Japanse animatiefilmer. Spirited Away is als succesvolste Japanse animatiefilm aller tijden gepasseerd door de tieneranimatie Your Name (2016) en de mangaverfilming Demon Slayer the Movie: Mugen Train (2020).
Veelzeggend voor de nieuwe tijd is ook dat bij Studio Ghibli heilige huisjes zijn gesneuveld. Miyazaki noemde computeranimatie ooit ‘een belediging van het leven zelf’, maar deze techniek wordt er nu volop gebruikt. Ook was de oude garde van de studio altijd fel gekant tegen het streamen van films – ze kwamen alleen tot hun recht in de bioscoop – maar sinds 2020 zijn alle 21 Ghibli-films op Netflix te zien. En vorig jaar opende in Japan een Ghibli-themapark.
Bij zulke ontwikkelingen is nostalgie onvermijdelijk. Het laatste woord daarom aan Miyazaki: ‘Als handgetekende animatie een uitstervend ambacht is, kunnen we daar niets aan doen. De beschaving gaat door. Waar zijn alle frescoschilders? Waar zijn de landschapskunstenaars? Wat doen ze nu? De wereld verandert. Ik heb het geluk gehad dat ik hetzelfde werk veertig jaar heb kunnen doen.’