Sorry zeggen voor Zwarte Piet, slavernij en kolonialisme?

Door Maarten van Rossem en Liesbeth Zegveld

Moet een land excuses aanbieden voor zijn wandaden die het in het verleden begaan heeft? Natuurlijk, zegt advocaat Liesbeth Zegveld, stap over je misplaatste trots heen. Maarten vindt dat politiek correct gezeur.

 

Je kunt wel bezig blijven

Het is zinloos om verschrikkelijke gebeurtenissen uit het verleden te veroordelen of te verhullen. Wat je ook zegt of doet, het verleden blijft altijd bestaan, vindt Maarten van Rossem.

Niets is zo fijn als het morele gelijk aan je zijde te weten, vooral als het niets kost en geen enkel risico met zich meebrengt. Laat ik daarvan wat voorbeelden noemen. In mijn studententijd in de jaren zestig werd er voortdurend gedemonstreerd tegen gruwelijke misstanden in ver verwijderde derdewereldlanden. De veroorzakers van die gruwelijke misstanden trokken zich natuurlijk niets aan van die demonstraties. Sterker nog: ze wisten helemaal niet dat Nederland bestond, laat staan dat ze hoorden van die boze Utrechtse studenten. De studenten gingen na de demonstratie naar het café met het aangename gevoel iets van belang te hebben gedaan; ze voelden zich moreel superieur.

Bij grote studentencongressen gingen de ochtenduren verloren aan het aannemen van soms tientallen moties, waarin vrijwel elke denkbare misstand werd veroordeeld. Zelfs in de Instituutsraad van het Instituut voor Geschiedenis, waarvan ik een blauwe maandag voorzitter was, kwamen de radicale studenten met moties waarin bijvoorbeeld de mensonterende uitbuiting van mijnarbeiders in Zambia in de krachtigste termen werd veroordeeld.

 

Gouden Koets

Het gaat hier natuurlijk om een onderdeel van het politiek correcte denken, dat sinds die tijd over een groot deel van onze cultuur vaardig is geworden. De politiek correcten speuren naarstig naar woorden, namen, monumenten en gewoonten die op enigerlei wijze in verband kunnen worden gebracht met discriminatie of andere zaken die zij nu moreel verwerpelijk achten. Wie het niet met hen eens is, wordt direct te kijk gezet als moreel abject, of liever nog racistisch.

In een vermakelijke radiodiscussie over het Zwarte Pietenvraagstuk kwam de tegenstander van Zwarte Piet aan het slot van de uitzending met een radicaal programma, waarin een ware heksenjacht werd voorgesteld op alles wat ook maar in de verste verte herinnerde of deed denken aan het koloniaal verleden. Straatnamen, monumenten of staande uitdrukkingen, het diende allemaal hernoemd of verwijderd te worden.

 

Je moet geen excuses aanbieden voor iets wat je niet zelf op je geweten hebt

 

Deze opvatting leidde ook tot een demonstratie tegen het gebruik van de Gouden Koets, die een paneel bevat waarop is te zien hoe ‘halfnaakte gekleurde mensen de Nederlandse maagd goede gaven aanbieden’. Dat is volgens de actievoerders racistisch en niet meer van deze tijd. De Gouden Koets diende daarom ook te verdwijnen.

 

Jan Pietersz. Coen

Het is, als je er even over nadenkt, een vreemd standpunt: wat niet meer van deze tijd is, dient te verdwijnen. Het onwelgevallige verleden moet opgeruimd worden. Daarmee verdwijnt dat verleden niet, het wordt slechts verhuld. Is het niet veel beter dat verleden te behouden? Juist omdat het ons kan herinneren aan het fundamenteel andere karakter van dat verleden, wat onze blik op het heden kan verscherpen? Niemand die de Gouden Koets ziet passeren zal denken: ja, die prachtige tijd van het koloniale Indië moet terugkeren!

Moeten we dan ook het Oost-Indisch Huis in Amsterdam, het voormalige hoofdkantoor van de VOC, afbreken vanwege de wandaden van Jan Pietersz. Coen?

Zo ja, dan moet ook het West-Indisch Huis tegen de grond. Als dat niet nodig is, waarom moeten dan wel verwijzingen naar Paul Kruger uit de openbare ruimte worden verwijderd? De politiek correcten zitten natuurlijk met een probleem als het gaat om het verleden. Je kunt straatnamen veranderen, monumenten opruimen, de Gouden Koets aan de Belgen cadeau doen, maar ondertussen blijft het verschrikkelijke, beschamende verleden bestaan.

 

Slavenhandel

Voor dit probleem is een aantrekkelijke politiek correcte oplossing bedacht: voor wandaden in het verleden begaan kunnen we excuses aanbieden, eventueel voorzien van materiële compensatie. Inderdaad: we hebben spijt van het gedrag van de VOC, vanaf 1602; we hebben spijt van onze participatie in de slavenhandel; we hebben spijt van de plantages in Suriname, van het Cultuurstelsel, van de Atjehoorlog en van de Politionele Acties in de tweede helft van de jaren veertig.

Ten aanzien van die laatste kwestie geldt overigens dat sommige slachtoffers nog in leven zijn. Daar is het dus mogelijk concreet iets goed te maken. Dat dient dan naar mijn mening ook onverwijld te gebeuren. Bijvoorbeeld ten aanzien van de slachtoffers van het bloedbad van Rawagede, waarvoor Liesbeth Zegveld zich heeft ingezet. In 1947 werd in dit dorp bijna de gehele mannelijke bevolking vermoord door Nederlandse militairen.

De huidige Nederlandse regering heeft daarvoor ook excuses aangeboden. Daar ben ik het dan weer niet mee eens. Je moet geen excuses aanbieden voor iets wat je niet zelf op je geweten hebt. Dat is niets anders dan gemakzuchtige hypocrisie. Als mijn vader een moord gepleegd zou hebben, ga ik daarvoor geen excuses aanbieden. Vandaar dus ook dat ik het volstrekte onzin vind dat wij nu onze excuses zouden moeten aanbieden voor het gedrag van Coen of voor die andere wandaden in contemporain perspectief.

 

Excuusmuseum

Feitelijk is de geschoolde politiek correcte geest van mening dat we maar het beste voor ons hele verleden excuses zouden moeten aanbieden. Als je even doordenkt, is immers onze hele Gouden Eeuw gebouwd op de ellende van anderen. Het zou zonder meer terecht zijn om het Paleis op de Dam af te breken.

Het zou beter vervangen kunnen worden door een eigentijds paviljoen ten behoeve van een Excuusmuseum, bemand door politiek correcte suppoosten. De kosten die daarvoor moeten worden gemaakt zouden overigens mooi gedekt kunnen worden door de omvangrijke compensatie die de Italiaanse en Franse regering ons nog steeds schuldig zijn voor de Romeinse en Franse bezetting van ons vaderland. Het is ook de hoogste tijd dat zij daarvoor hun excuses aanbieden!

_____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Denk aan elkaar gevoelens

Doe niet zo moeilijk en zeg gewoon ‘sorry’ voor vroegere wandaden. Want veel mensen voelen zich daar nog steeds door geraakt, meent advocaat Liesbeth Zegveld.

Artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek zegt: ‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.’ Dit is de rechtsregel waarop ik mij beroep wanneer ik als advocaat optreed in zaken tegen de Nederlandse staat, bijvoorbeeld namens de slachtoffers van militair geweld in Indonesië. Het is een voor iedereen te begrijpen principe. Er is niets zweverigs aan. Voor de rechtbank moet ik met feiten hardmaken dat er inderdaad sprake is geweest van onrechtmatig handelen door of namens Nederland, en dat de eisende partij daar schade van ondervindt. Als ik hierin slaag, zal de rechter oordelen dat de staat de schade moet compenseren.

 

Excuses hebben een breder bereik dan geld.

 

Schadevergoeding heeft meestal de vorm van een geldbedrag, maar er kunnen ook excuses worden gemaakt. Dat is inderdaad gebeurd in de Rawagedezaak. Ik vind dat volkomen terecht. Volgens Maarten is het onzinnig excuses aan te bieden voor wat anderen vóór jou hebben misdaan. Als het om personen gaat, heeft hij gelijk. Maar het ligt totaal anders wanneer de dader een staat is. Het maakt niet uit dat tijdens de oorlog in Indonesië niet Mark Rutte, maar Willem Drees de minister-president van Nederland was. Het blijft dezelfde staat.

 

Geen officiële excuses

Excuses hebben een breder bereik dan geld. Dat is een voordeel, want in de meeste gevallen is het aantal slachtoffers veel groter dan de groep mensen die de rechtszaak heeft aangespannen. De weduwen van Rawagede wilden met hun vraag om excuses bovendien aangeven dat het hun om iets anders ging dan financieel gewin. Je kunt excuses niet afdwingen. In dit geval waren ze onderdeel van de schikking die we hebben getroffen met de Nederlandse staat. Het lijkt doodeenvoudig, excuses maken. Maarten noemt het zelfs gemakzuchtig en hypocriet. Als dat zo is, waarom kost het Nederland dan elke keer zo veel moeite om sorry te zeggen? Den Haag zwaait nog liever met geld. Toen in 2008 de Rawagede-zaak begon, spendeerde minister van Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders ogenblikkelijk 850.000 euro aan opbouwprojecten in het dorp. Maar toen wij opperden om borden te plaatsen met daarop de tekst: ‘Deze school wordt door de Nederlandse regering opgeknapt ter nagedachtenis aan de slachtoffers’, wees de regering ons voorstel resoluut af. Dat zou te veel lijken op officiële excuses.

 

Reputatieschade

Deze hardnekkige onwil om schuld te bekennen komt voort uit misplaatste trots. Nederland wil zijn eer en die van zijn militairen beschermen. Maar daarmee wordt het omgekeerde bereikt. De staat sjoemelt met de feiten, verliest telkens rechtszaken en lijdt juist daardoor internationale reputatieschade. Een ander argument om geen excuses te maken is de vrees voor precedentwerking. De staat zegt: ‘Er wordt te veel strategisch geprocedeerd. Via de rechter wordt politiek bedreven. Het hek is van de dam.’ Maar dat is onzinnig. Er vindt altijd een kritisch-juridische toetsing van de feiten plaats.

Het is ook echt niet zo dat je bij de rechter om compensatie kunt vragen voor misdaden die zijn begaan in de Romeinse tijd of tijdens de Franse bezetting van Nederland. Weliswaar gaan vorderingen civielrechtelijk over op de nabestaanden, maar daar heeft de rechter in de Rawagede-zaak een limiet aan gesteld: alleen weduwen en kinderen die nog in leven zijn kunnen aanspraak maken. Bij oudere kwesties heb je te maken met verjaring. Bovendien moet je kunnen aantonen dat je persoonlijk schade lijdt. Hoe langer geleden de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, hoe lastiger het is om die claim met feiten te onderbouwen.

 

 

Om die reden zie ik er bijvoorbeeld geen heil in om via de rechter compensatie van Nederland te eisen voor de slavernij in Suriname en op de Antillen. Dat is mij weleens verzocht door een aantal personen, die zeggen dat zij als afstammelingen van slaven nog steeds schade ondervinden. Bijvoorbeeld het feit dat iemand is opgegroeid in een gewelddadig gezin zou je kunnen toeschrijven aan het geweld dat in het verleden tegen zijn voorvaders is gebruikt. Maar een rechter wil precies weten: wie is wat, wanneer en waar overkomen? Ik heb het onderzocht, maar de feiten die we konden verzamelen waren te vaag. Deze zaak zal ik niet naar de rechter brengen.

 

Insidersblik

Evenmin zal ik een zaak aannemen die gaat over Zwarte Piet, maar dat heeft een andere reden. Persoonlijk heb ik te positieve herinneringen aan het sinterklaasfeest, dat ik vroeger in mijn jeugd en tegenwoordig met mijn eigen kinderen vier. Daardoor sta ik er niet onbevooroordeeld genoeg in. Ik heb te veel een insidersblik, die ik ook bij Maarten herken. Hij snapt niet waar anderen zo over zeuren. Maar een houding van ‘Dit is onze samenleving en je doet het er maar mee’ is in deze tijd niet vol te houden. De samenleving globaliseert. Nederland is nu veroordeeld door de Verenigde Naties. Weliswaar is het oordeel niet bindend, maar het is zeker niet zonder betekenis. De regering heeft zich wel degelijk actief in te spannen om de figuur van Zwarte Piet te veranderen.

We moeten rekening houden met elkaars gevoelens. Daarom moet Nederland ook niet langer pronken met de Gouden Koets. Dat het ding goed bewaard moet worden is zeker, maar in deze tijd kun je hem niet meer met goed fatsoen inzetten op een van de belangrijkste dagen van de nationale kalender.

Maarten betoogt dat het verleden niet valt weg te poetsen. Daar ben ik het mee eens. Zo ben ik ook niet voor het massaal verwijderen van onwelgevallige straatnaambordjes. Pas als mensen werkelijk last hebben van een bepaalde straatnaam en er in hun dagelijkse leefomgeving mee worden geconfronteerd, zou je voor hernoemen kunnen pleiten. Laten we zulke klachten echter niet bij voorbaat afdoen als politiek correct gezeur, maar serieus nemen. Voor veel mensen in deze samenleving is het verleden nog steeds het heden.

Wilt u op de hoogte blijven van de actualiteiten en diepgravende artikelen ontvangen? Word abonnee en maak kennis met Maarten!

Moet een land excuses aanbieden voor zijn wandaden die het in het verleden begaan heeft? Natuurlijk, zegt advocaat Liesbeth Zegveld, stap over je misplaatste trots heen. Maarten vindt dat politiek correct gezeur.  

Je kunt wel bezig blijven

Het is zinloos om verschrikkelijke gebeurtenissen uit het verleden te veroordelen of te verhullen. Wat je ook zegt of doet, het verleden blijft altijd bestaan, vindt Maarten van Rossem. Niets is zo fijn als het morele gelijk aan je zijde te weten, vooral als het niets kost en geen enkel risico met zich meebrengt. Laat ik daarvan wat voorbeelden noemen. In mijn studententijd in de jaren zestig werd er voortdurend gedemonstreerd tegen gruwelijke misstanden in ver verwijderde derdewereldlanden. De veroorzakers van die gruwelijke misstanden trokken zich natuurlijk niets aan van die demonstraties. Sterker nog: ze wisten helemaal niet dat Nederland bestond, laat staan dat ze hoorden van die boze Utrechtse studenten. De studenten gingen na de demonstratie naar het café met het aangename gevoel iets van belang te hebben gedaan; ze voelden zich moreel superieur. Bij grote studentencongressen gingen de ochtenduren verloren aan het aannemen van soms tientallen moties, waarin vrijwel elke denkbare misstand werd veroordeeld. Zelfs in de Instituutsraad van het Instituut voor Geschiedenis, waarvan ik een blauwe maandag voorzitter was, kwamen de radicale studenten met moties waarin bijvoorbeeld de mensonterende uitbuiting van mijnarbeiders in Zambia in de krachtigste termen werd veroordeeld.  

Gouden Koets

Het gaat hier natuurlijk om een onderdeel van het politiek correcte denken, dat sinds die tijd over een groot deel van onze cultuur vaardig is geworden. De politiek correcten speuren naarstig naar woorden, namen, monumenten en gewoonten die op enigerlei wijze in verband kunnen worden gebracht met discriminatie of andere zaken die zij nu moreel verwerpelijk achten. Wie het niet met hen eens is, wordt direct te kijk gezet als moreel abject, of liever nog racistisch. In een vermakelijke radiodiscussie over het Zwarte Pietenvraagstuk kwam de tegenstander van Zwarte Piet aan het slot van de uitzending met een radicaal programma, waarin een ware heksenjacht werd voorgesteld op alles wat ook maar in de verste verte herinnerde of deed denken aan het koloniaal verleden. Straatnamen, monumenten of staande uitdrukkingen, het diende allemaal hernoemd of verwijderd te worden.
  Je moet geen excuses aanbieden voor iets wat je niet zelf op je geweten hebt  
Deze opvatting leidde ook tot een demonstratie tegen het gebruik van de Gouden Koets, die een paneel bevat waarop is te zien hoe ‘halfnaakte gekleurde mensen de Nederlandse maagd goede gaven aanbieden’. Dat is volgens de actievoerders racistisch en niet meer van deze tijd. De Gouden Koets diende daarom ook te verdwijnen.  

Jan Pietersz. Coen

Het is, als je er even over nadenkt, een vreemd standpunt: wat niet meer van deze tijd is, dient te verdwijnen. Het onwelgevallige verleden moet opgeruimd worden. Daarmee verdwijnt dat verleden niet, het wordt slechts verhuld. Is het niet veel beter dat verleden te behouden? Juist omdat het ons kan herinneren aan het fundamenteel andere karakter van dat verleden, wat onze blik op het heden kan verscherpen? Niemand die de Gouden Koets ziet passeren zal denken: ja, die prachtige tijd van het koloniale Indië moet terugkeren! Moeten we dan ook het Oost-Indisch Huis in Amsterdam, het voormalige hoofdkantoor van de VOC, afbreken vanwege de wandaden van Jan Pietersz. Coen? Zo ja, dan moet ook het West-Indisch Huis tegen de grond. Als dat niet nodig is, waarom moeten dan wel verwijzingen naar Paul Kruger uit de openbare ruimte worden verwijderd? De politiek correcten zitten natuurlijk met een probleem als het gaat om het verleden. Je kunt straatnamen veranderen, monumenten opruimen, de Gouden Koets aan de Belgen cadeau doen, maar ondertussen blijft het verschrikkelijke, beschamende verleden bestaan.  

Slavenhandel

Voor dit probleem is een aantrekkelijke politiek correcte oplossing bedacht: voor wandaden in het verleden begaan kunnen we excuses aanbieden, eventueel voorzien van materiële compensatie. Inderdaad: we hebben spijt van het gedrag van de VOC, vanaf 1602; we hebben spijt van onze participatie in de slavenhandel; we hebben spijt van de plantages in Suriname, van het Cultuurstelsel, van de Atjehoorlog en van de Politionele Acties in de tweede helft van de jaren veertig. Ten aanzien van die laatste kwestie geldt overigens dat sommige slachtoffers nog in leven zijn. Daar is het dus mogelijk concreet iets goed te maken. Dat dient dan naar mijn mening ook onverwijld te gebeuren. Bijvoorbeeld ten aanzien van de slachtoffers van het bloedbad van Rawagede, waarvoor Liesbeth Zegveld zich heeft ingezet. In 1947 werd in dit dorp bijna de gehele mannelijke bevolking vermoord door Nederlandse militairen. De huidige Nederlandse regering heeft daarvoor ook excuses aangeboden. Daar ben ik het dan weer niet mee eens. Je moet geen excuses aanbieden voor iets wat je niet zelf op je geweten hebt. Dat is niets anders dan gemakzuchtige hypocrisie. Als mijn vader een moord gepleegd zou hebben, ga ik daarvoor geen excuses aanbieden. Vandaar dus ook dat ik het volstrekte onzin vind dat wij nu onze excuses zouden moeten aanbieden voor het gedrag van Coen of voor die andere wandaden in contemporain perspectief.  

Excuusmuseum

Feitelijk is de geschoolde politiek correcte geest van mening dat we maar het beste voor ons hele verleden excuses zouden moeten aanbieden. Als je even doordenkt, is immers onze hele Gouden Eeuw gebouwd op de ellende van anderen. Het zou zonder meer terecht zijn om het Paleis op de Dam af te breken. Het zou beter vervangen kunnen worden door een eigentijds paviljoen ten behoeve van een Excuusmuseum, bemand door politiek correcte suppoosten. De kosten die daarvoor moeten worden gemaakt zouden overigens mooi gedekt kunnen worden door de omvangrijke compensatie die de Italiaanse en Franse regering ons nog steeds schuldig zijn voor de Romeinse en Franse bezetting van ons vaderland. Het is ook de hoogste tijd dat zij daarvoor hun excuses aanbieden! _____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Denk aan elkaar gevoelens

Doe niet zo moeilijk en zeg gewoon ‘sorry’ voor vroegere wandaden. Want veel mensen voelen zich daar nog steeds door geraakt, meent advocaat Liesbeth Zegveld. Artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek zegt: ‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.’ Dit is de rechtsregel waarop ik mij beroep wanneer ik als advocaat optreed in zaken tegen de Nederlandse staat, bijvoorbeeld namens de slachtoffers van militair geweld in Indonesië. Het is een voor iedereen te begrijpen principe. Er is niets zweverigs aan. Voor de rechtbank moet ik met feiten hardmaken dat er inderdaad sprake is geweest van onrechtmatig handelen door of namens Nederland, en dat de eisende partij daar schade van ondervindt. Als ik hierin slaag, zal de rechter oordelen dat de staat de schade moet compenseren.
  Excuses hebben een breder bereik dan geld.  
Schadevergoeding heeft meestal de vorm van een geldbedrag, maar er kunnen ook excuses worden gemaakt. Dat is inderdaad gebeurd in de Rawagedezaak. Ik vind dat volkomen terecht. Volgens Maarten is het onzinnig excuses aan te bieden voor wat anderen vóór jou hebben misdaan. Als het om personen gaat, heeft hij gelijk. Maar het ligt totaal anders wanneer de dader een staat is. Het maakt niet uit dat tijdens de oorlog in Indonesië niet Mark Rutte, maar Willem Drees de minister-president van Nederland was. Het blijft dezelfde staat.  

Geen officiële excuses

Excuses hebben een breder bereik dan geld. Dat is een voordeel, want in de meeste gevallen is het aantal slachtoffers veel groter dan de groep mensen die de rechtszaak heeft aangespannen. De weduwen van Rawagede wilden met hun vraag om excuses bovendien aangeven dat het hun om iets anders ging dan financieel gewin. Je kunt excuses niet afdwingen. In dit geval waren ze onderdeel van de schikking die we hebben getroffen met de Nederlandse staat. Het lijkt doodeenvoudig, excuses maken. Maarten noemt het zelfs gemakzuchtig en hypocriet. Als dat zo is, waarom kost het Nederland dan elke keer zo veel moeite om sorry te zeggen? Den Haag zwaait nog liever met geld. Toen in 2008 de Rawagede-zaak begon, spendeerde minister van Ontwikkelingssamenwerking Bert Koenders ogenblikkelijk 850.000 euro aan opbouwprojecten in het dorp. Maar toen wij opperden om borden te plaatsen met daarop de tekst: ‘Deze school wordt door de Nederlandse regering opgeknapt ter nagedachtenis aan de slachtoffers’, wees de regering ons voorstel resoluut af. Dat zou te veel lijken op officiële excuses.  

Reputatieschade

Deze hardnekkige onwil om schuld te bekennen komt voort uit misplaatste trots. Nederland wil zijn eer en die van zijn militairen beschermen. Maar daarmee wordt het omgekeerde bereikt. De staat sjoemelt met de feiten, verliest telkens rechtszaken en lijdt juist daardoor internationale reputatieschade. Een ander argument om geen excuses te maken is de vrees voor precedentwerking. De staat zegt: ‘Er wordt te veel strategisch geprocedeerd. Via de rechter wordt politiek bedreven. Het hek is van de dam.’ Maar dat is onzinnig. Er vindt altijd een kritisch-juridische toetsing van de feiten plaats. Het is ook echt niet zo dat je bij de rechter om compensatie kunt vragen voor misdaden die zijn begaan in de Romeinse tijd of tijdens de Franse bezetting van Nederland. Weliswaar gaan vorderingen civielrechtelijk over op de nabestaanden, maar daar heeft de rechter in de Rawagede-zaak een limiet aan gesteld: alleen weduwen en kinderen die nog in leven zijn kunnen aanspraak maken. Bij oudere kwesties heb je te maken met verjaring. Bovendien moet je kunnen aantonen dat je persoonlijk schade lijdt. Hoe langer geleden de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, hoe lastiger het is om die claim met feiten te onderbouwen.  

  Om die reden zie ik er bijvoorbeeld geen heil in om via de rechter compensatie van Nederland te eisen voor de slavernij in Suriname en op de Antillen. Dat is mij weleens verzocht door een aantal personen, die zeggen dat zij als afstammelingen van slaven nog steeds schade ondervinden. Bijvoorbeeld het feit dat iemand is opgegroeid in een gewelddadig gezin zou je kunnen toeschrijven aan het geweld dat in het verleden tegen zijn voorvaders is gebruikt. Maar een rechter wil precies weten: wie is wat, wanneer en waar overkomen? Ik heb het onderzocht, maar de feiten die we konden verzamelen waren te vaag. Deze zaak zal ik niet naar de rechter brengen.  

Insidersblik

Evenmin zal ik een zaak aannemen die gaat over Zwarte Piet, maar dat heeft een andere reden. Persoonlijk heb ik te positieve herinneringen aan het sinterklaasfeest, dat ik vroeger in mijn jeugd en tegenwoordig met mijn eigen kinderen vier. Daardoor sta ik er niet onbevooroordeeld genoeg in. Ik heb te veel een insidersblik, die ik ook bij Maarten herken. Hij snapt niet waar anderen zo over zeuren. Maar een houding van ‘Dit is onze samenleving en je doet het er maar mee’ is in deze tijd niet vol te houden. De samenleving globaliseert. Nederland is nu veroordeeld door de Verenigde Naties. Weliswaar is het oordeel niet bindend, maar het is zeker niet zonder betekenis. De regering heeft zich wel degelijk actief in te spannen om de figuur van Zwarte Piet te veranderen. We moeten rekening houden met elkaars gevoelens. Daarom moet Nederland ook niet langer pronken met de Gouden Koets. Dat het ding goed bewaard moet worden is zeker, maar in deze tijd kun je hem niet meer met goed fatsoen inzetten op een van de belangrijkste dagen van de nationale kalender. Maarten betoogt dat het verleden niet valt weg te poetsen. Daar ben ik het mee eens. Zo ben ik ook niet voor het massaal verwijderen van onwelgevallige straatnaambordjes. Pas als mensen werkelijk last hebben van een bepaalde straatnaam en er in hun dagelijkse leefomgeving mee worden geconfronteerd, zou je voor hernoemen kunnen pleiten. Laten we zulke klachten echter niet bij voorbaat afdoen als politiek correct gezeur, maar serieus nemen. Voor veel mensen in deze samenleving is het verleden nog steeds het heden. Wilt u op de hoogte blijven van de actualiteiten en diepgravende artikelen ontvangen? Word abonnee en maak kennis met Maarten!

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Kies uw grondrecht: religie, meningsuiting of veiligheid

Nederland bestaat niet

Geschiedenis? Je leert er (n)iets van

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.