Sis over voedsel en het gemis van een groenteboer
Door Sis van Rossem
Laatst besloten we weer eens koolraap te eten. Goed plan, want dat is lekker en bijzonder gezond. Helaas is er in dit hele achtergebleven zwaksociale stadje geen groenteboer meer te vinden. Nou ja, dacht ik, dan rest natuurlijk de supermarkt. Maar ook daar: geen koolraap. Dus ik vraag aan een medewerker of ze koolraap in het assortiment hebben.
‘Oh, u bedoelt koolrabi? Ja hoor, dat ligt bij de groenten.’
Ik: ‘Nee, ik bedoel koolraap’, om vervolgens een beschrijving te geven.
‘Oh, u bedoelt selderijknol! Ja hoor, dat ligt bij de groenten.’
Wie is hier nu gek? Na wat gedoe zegt de medewerker: ‘Misschien hebben we het gesneden en verpakt.’
Ik: ‘Ik eet geen voorgesneden en gewassen groenten uit plastic.’
Of ik het dan kan bestellen? De medewerker gaat het vragen en komt terug met de mededeling dat het niet in het assortiment zit. Nee, dat dacht ik wel, want in dit gat heet koolraap: ‘heb ik nooit op’ en dus is het vies.
Ik bezoek vervolgens nog twee supermarkten en nee, ook geen koolraap. Tenslotte kan een van de supermarkten het misschien wel bestellen. Nou zeg! Je krijgt bijna de neiging om ze te bedanken.
‘s Avonds thuis realiseer ik me ineens wat ik moet gaan missen! In de herfst miste ik al de tamme kastanjes en de cantharellen. Nee, ik wil geen verpakte kastanjes in plastic! En ik ga mijn schorseneren missen, ook al zo’n ongelofelijk lekkere en gezonde groente. Vervolgens dacht ik aan het voorjaar. Oh, het wordt nog veel erger! Geen verse erwtjes, kapucijners, tuinbonen, de zoete bosbietjes en andere heerlijke voorjaarsgroente. Denk ook aan wilde spinazie en snijbiet. En mijn groenteboer verkocht echte opperdoezen. Ja, die zijn seizoensgebonden. Ieder jaar kijk ik er weer naar uit. Wanneer zijn ze er weer? De conclusie is dus voor de hand liggend: ik zal op pad moeten en een excursie maken naar een andere gemeente waar ze wel een fatsoenlijke groenteboer hebben. Hoe gek kan het worden?
Maar wat eet ‘men’ dan wel hier in dit vreemde plaatsje? Nou, dat is niet zo moeilijk. Omdat ik dagelijks boodschappen doe en dus aangewezen ben op de supermarkt kijk ik nog steeds regelmatig mijn ogen uit. Nee, niet naar het assortiment, maar naar de mensen. Groente wordt slechts, als ze het al eten, gewassen, gesneden en verpakt in plastic gekocht. Daar zit dus geen vitamine meer in. Bovendien wordt er een soort gas in die zakjes geblazen waardoor de groente er langer fleurig uitziet. Je zal eens andijvie moeten wassen en snijden, dat is echt te veel werk. Wel staan die vrouwen uren met elkaar te praten, dus hoezo geen tijd? De kant en klare pizza’s zijn niet aan te slepen. Ik zie vrouwen met een stapel van die dozen de winkel verlaten.
Regelmatig zie ik moeders met nog kleine kinderen bij de afdeling (een heel pad!) chips staan. De kinderen krijgen inspraak bij de aanschaf van gezinsverpakkingen ‘sjippies’, zoals dat hier heet. Op grote schaal wordt er natuurlijk patat gegeten. Ook zo gezond. Bij de bakker krijgen die wurmen een kaasstengel die bijna net zo groot is als het kind zelf. Boordevol vet. Bij de slager krijgen ze grilworst, dat druipt van het vet. Bij de viskar, ja die hebben we hier, gaan ze ‘een visje’ eten. Dat is kibbeling, gefrituurd en dus totaal niet gezond. Maar ze eten toch vis? Vreemd dat die kinderen al op zeer jonge leeftijd obesitas hebben!
Tot slot, de totale misvatting dat mensen met weinig geld aangewezen zijn op junkfood. Dat is gewoon niet waar! Ik kan binnen een uur een kookboekje maken met twintig spotgoedkope, super gezonde gerechten. Een koolraap kost 99 eurocent en daar kan je met vier personen van eten!