Populisten verkopen een illusie

Door Maarten van Rossem • Illustratie Job van der Molen

De afgelopen twintig jaar won de ene na de andere populistische verlosser tijdelijk de gunsten van de Nederlandse kiezer. De publieke opinie trekt naar rechts, met als sluitstuk de enorme overwinning van de PVV bij de laatste Kamerverkiezingen. Maar ondanks alle ronkende retoriek voeren populisten een achterhoedegevecht.

Uit Maarten! 2024-1. Bestel losse nummers hier of word abonnee

Sinds de Tweede Wereldoorlog wisselen twee sterk verschillende fases elkaar af in de Nederlandse politiek. De ene fase is enigszins gedepolitiseerd en technocratisch, de andere is ronduit turbulent. Van 1945 tot in het begin  van de jaren zestig werd Nederland, dat zich economisch zeer voorspoedig ontwikkelde, rustig en competent bestuurd. Alleen de dekolonisatie was werkelijk problematisch. Tien jaar lang waakte de Oude Drees over ons. Daarna volgden twintig turbulente jaren. De zuilen verkruimelden, er ontstonden nieuwe partijen en de politieke verhoudingen raakten meer gepolariseerd.

Na de miserabele kabinetten-Van Agt II en III aan het begin van de jaren tachtig was het kabinet-Lubbers I weer het begin van een veel stabielere fase, waarin het hoofd moest worden geboden aan een ernstige economische crisis. Lubbers leidde drie kabinetten en Wim Kok vervolgens twee. Die twee kabinetten van Kok zijn beleidsmatig wel aangeduid als Lubbers IV en V. De jaren negentig waren weer jaren van onverwachte en sterke groei. Met het optreden van Pim Fortuyn in de aanloop naar de verkiezingen van 2002 en in de schaduw van 9/11 begon een nieuwe turbulente fase, die ongelukkig genoeg 23 jaar later nog volop gaande is.

Opmerkelijk aan deze fasering is dat de turbulentie tot tweemaal toe optrad na een periode van sterke welvaartsgroei. Wellicht is zij gekoppeld aan de onzekerheid en ongerustheid over de maatschappelijke veranderingen die door groei worden veroorzaakt. Zeker is dat de bovenkant van de middenklasse en de bewoners van de grote steden meer hebben geprofiteerd van de economische voorspoed dan de onderkant van de middenklasse en de bevolking in de periferie van Nederland.

In zijn ijdele neiging tot overdrijving, show en poppenkast heeft Fortuyn aan het begin van de turbulentie veel ellende aangericht door het door hem verzonnen gevaar van de ‘islamisering’ als belangrijkste maatschappelijke  probleem te agenderen. De verrechtsing waar Fortuyn voor stond en de migratieparanoia zouden een zwaar stempel drukken op de volgende twintig jaren. Uiteindelijk valt de overwinning van de PVV op 22 november 2023 te herleiden tot Fortuyns startschot ‘tegen de islamisering van Nederland’.

De overwinning van de PVV  begon met Fortuyn

Volgens Fortuyn dreigde de Nederlandse culturele identiteit in de dagelijkse confrontatie met de islamitische cultuur ten onder te gaan. Nederlanders waren niet geïnteresseerd in hun eigen culturele fundamenten, die Fortuyn beschreef als Joods-christelijk en humanistisch. Wat die combinatie precies inhield, maakte hij niet duidelijk. Het veronderstelde gevaar van de islam liep vervolgens als een rode draad door de volgende twee decennia.

Hoe een kleine gediscrimineerde minderheid van de bevolking – de moslims vormen toen en nu rond de 5 procent van de bevolking – de andere 95 procent zou gaan overheersen, heeft Fortuyn nooit uitgelegd, en zijn navolgers ook niet. Fortuyn ging flink tekeer in zijn verkiezingscampagne. De islam was een achterlijke godsdienst en wat hem betreft kwam er geen moslim meer in. Veel verder is het antimoslimparadigma niet gekomen. Het was nutteloze, polariserende retoriek, die geen problemen oploste, maar grotere problemen creëerde.

Na ruzie ging Fortuyn verder met de Lijst Pim Fortuyn, maar werd op 6 mei 2002 vermoord. Bij de verkiezingen op 15 mei scoorde zijn LPF 26 Kamerzetels en werd achter het CDA met 43 zetels de tweede partij. Vervolgens verrafelde de LPF en kwam er na 86 dagen een einde aan Balkenendes eerste kabinet, waarin de partij fors was vertegenwoordigd. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2003 leken de verhoudingen weer als vanouds, VVD en PvdA herstelden zich van de klap van het jaar ervoor.

Ik moet bekennen dat ik toen dacht dat Nederland wel genezen was van het loze theater van het populisme. Dat was echter in het geheel niet het geval. Nederland is zoals bekend in de volgende jaren geplaagd door een  eigenaardige reeks van nieuwe populistische fenomenen. De turbulentie hield aan, aangezien een deel van het electoraat, zo rond de 20 procent, zijn draai maar niet kon vinden.

Lamzakken

De eerste pseudo-Fortuyn die op het toneel verscheen, was Geert Wilders, die in september 2004 voor zichzelf begon als Groep Wilders. Hij was in 1998 begonnen als Kamerlid voor de VVD en was een bewonderaar van Frits Bolkestein. Tijdens de verkiezingscampagne van 2001-2002 had hij het optreden van Fortuyn vol ontzag gevolgd.

De VVD had een waardeloze campagne gevoerd en de conservatieve kiezers van zich vervreemd. Wilders vond zijn collega’s lamzakken en fractieleider Jozias van Aartsen een slapjanus. In zijn eerste toespraak tot de Kamer als zelfstandig politicus maakte hij zijn Grootse Zending direct duidelijk: ‘De integratie van niet-westerse allochtonen is volledig mislukt. Islamitische groeperingen bedreigen de veiligheid van Nederland en vormen het grootste probleem van onze tijd. De politieke elite is niet geïnteresseerd in de bestrijding van het moslimterrorisme.’

Wilders leek onmiddellijk en gruwelijk gelijk te krijgen, Theo van Gogh werd op 2 november 2004 op straat vermoord door een gestoorde moslim. Hoe gruwelijk ook, die moord was een incident. Maar in het grotere kader van de steeds dreigende islamisering bestonden die voor Wilders niet – hij is een meester in het generaliseren van incidenten. Hij zag de buurten waar moslims domineerden als voorposten in de reeds begonnen strijd om het ganse land en daarna geheel Europa uit te leveren aan de sharia. Dat zou Eurabië worden. Wilders beweerde steeds, zonder cijfermatige onderbouwing, dat er sprake was van een tsunami van islamitische immigranten. Zoals hiervoor al opgemerkt, is het percentage moslims in de Nederlandse bevolking feitelijk stabiel.

Wilders’ opvattingen over de islam radicaliseerden ook. Maakte hij aanvankelijk nog wel verschil tussen gewone en radicale moslims, daar was nu geen sprake meer van. Alle moslims waren per definitie radicaal en de islam was meer dan een religie. Het was een levens gevaarlijke politieke ideologie, te vergelijken met het fascisme en het communisme. Dus inderdaad, de Koran was Mein Kampf, Mohammed was Hitler en Balkenende Chamberlain. De grenzen moesten dicht, en die zouden dicht gaan op de dag dat Wilders aan de macht zou komen. Vanaf de moord op Van Gogh kreeg hij strenge persoonsbewaking, die een normaal leven onmogelijk maakte. Dat zal wellicht zijn paranoia versterkt hebben.

Het heeft Wilders nooit ontbroken aan financiële en electorale steun. Al kort nadat hij de Groep Wilders was geworden, gaven de peilingen hem twaalf zetels. Bij de verkiezingen van 2006 kreeg hij, toch nog verrassend, zes zetels. De Groep Wilders werd de PVV. Heel even leek de PVV in 2007 concurrentie te krijgen van Rita Verdonk, die door Rutte uit de VVD was gezet omdat ze maar bleef zeuren dat de VVD rechtser moest worden. Haar partij Trots op Nederland (TON) had op het hoogtepunt van de Verdonk-hype twintig virtuele zetels, maar al spoedig werd duidelijk dat IJzeren Rita niet meer was dan de gebakken lucht van de talkshowtafels waar zij tien jaar lang had geschitterd.

 

De uitslag van de verkiezingen van 2010 was dramatisch en bepalend voor het volgende decennium. De VVD werd voor het eerst de grootste partij met 31 zetels, één meer dan de PvdA. Het CDA verloor twintig zetels, het begin van een langdurige aftakeling. De grote verrassing was echter de PVV, die steeg van 6 naar 24 zetels. De winnende VVD en het zwaar verliezende CDA knutselden een minderheidskabinet in elkaar, waar rechts Nederland, aldus Rutte, zijn vingers bij kon aflikken. De PVV zou gedogen. Over de islam besloten de knutselaars het oneens te blijven en de PVV tekende niet voor de buitenlandse politiek.

Als iets de aanhoudende turbulentie na 2001 kenmerkt, dan wel dat die steeds naar rechts trekt. Zoals links van 1966 tot 1980 het politieke discours bepaalde, zo doet nu rechts dat. Als links er al eens aan te pas kwam, zoals de PvdA tussen 2012 en 2017, werd het vermorzeld. Het gedoogkabinetje was een mislukt experiment. Wilders verbrak de samenwerking vanwege door Rutte gewenste bezuinigingen. Rutte was woedend en zwoer dat hij nooit meer met Wilders zou samenwerken. Gezien zijn dominante positie betekende dat voor de PVV tien jaar in de wildernis. Bij de verkiezingen van 2012 verloor de partij. Maar de PVV herstelde zich ondanks het isolement waarin zij was geraakt. In het vluchtelingenjaar 2015 peilde Wilders soms boven de dertig Kamerzetels. De PVV heeft kortom altijd grote electorale potentie gehad.

Getalenteerde querulant

Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 2019 kregen de wispelturige kiezers van rechts weer eens een nieuw electoraal gerecht opgediend. Forum voor Democratie werd nipt voor de VVD met ruim 14 procent van de stemmen onverwacht de grootste partij. Forum was een gevaarlijke concurrent voor de PVV, die een forse nederlaag leed. Meer dan 30 procent van de stemmen voor de partij was afkomstig van de PVV. Erg origineel was de agenda van FVD, dat ook streed tegen de EU en de ‘onbeperkte’ immigratie, bepaald niet. Anders dan de PVV was het een echte ledenpartij en partijleider Thierry Baudet een getalenteerde querulant. Die combinatie leidde al snel tot complexe ruzies, schandalen en partijscheuringen. Voor de PVV bleef het wachten op het vertrek van de schijnbaar onaantastbare Rutte. Ten slotte raakte ook Rutte beschadigd.

Dat begon met de ellendige Toeslagenaffaire, een verbijsterend voorbeeld van ambtelijke en politieke disfunctie. Jarenlang waren kleine fouten bij de aanvraag van kinderopvangtoeslag bestraft met de plicht tot onmiddellijke en volledige terugbetaling van het ontvangen geld. Herhaaldelijke waarschuwingen dat dit schandalige praktijken waren, werden in de wind geslagen. Er kwam in 2020 een onderzoekscommissie die in december van dat jaar rapporteerde. De titel van het rapport was – volkomen terecht – Ongekend onrecht.

Elke premier was afgetreden, maar Rutte vond dat hij door kon

Vele duizenden gezinnen en hun kinderen waren zwaar beschadigd geraakt. Het kabinet-Rutte III, bedreigd met een motie van wantrouwen, besloot op 15 januari 2021 als boetedoening zijn ontslag in te dienen. Rutte maakte excuses maar beweerde ook heel Ruttiaans dat hij niet had geweten hoe erg het was. Zonderling, want hij was direct betrokken geweest bij de intensivering van de fraudebestrijding. Hij vond kennelijk ook niet dat hij af zou  moeten treden. Beschadigd was hij wel. Op 17 maart 2021 waren er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Ten behoeve van de formatie van een nieuw kabinet werden er twee verkenners aan het werk gezet, Kajsa Ollongren en Annemarie Jorritsma. Toen ze tijdens deze werkzaamheden te horen kreeg dat ze corona had, beende Ollongren haastig weg. Haar bijeen gegrabbelde papieren werden gefotografeerd door een persfotograaf. Een deel van de tekst op die papieren was leesbaar: ‘Positie Omtzigt, functie elders.’

Wie had dat gezegd over de held van de Toeslagenaffaire, in een fase van de formatie dat er nog helemaal niet over personen mocht worden gesproken? Rutte ontkende. Een crisisje was geboren. Later werd duidelijk dat het wel degelijk Rutte was geweest, maar hij zei zich er niets van te kunnen herinneren. Op 1 april 2021 werd de zaak in de Kamer besproken. Een golf van wantrouwen brak over de voorheen zo onkwetsbare minister-president. De gehele Kamer nam een motie van afkeuring aan. Rutte was stevig aangeslagen.

Elke ouderwetse premier was afgetreden, maar Rutte vond dat hij wel door kon. Hij beloofde alles anders en beter te gaan doen. Er volgde een ellenlange formatie. Rutte IV stond pas op 10 januari 2022 op het bordes – Rutte III was op een paar dagen na een jaar demissionair geweest. Er werd beweerd dat de beschadigde en dus verzwakte Rutte tijdens de formatie te veel had toegegeven aan D66. De rechtervleugel van de VVD vond het maar een D66-kabinet’.

Het wachten was op een goede gelegenheid om dit stiefkind te laten struikelen. De aanleiding voor de val van het kabinet was de wens van de VVD om het aantal ‘na reizigers’ te beperken. Nareizigers zijn gezinsleden van een asielzoeker met een verblijfsvergunning. Het aantal immigranten was in 2022 zeer omvangrijk, vooral door 108.000 gevluchte Oekraïners. Het aantal nareizigers was echter niet erg groot en een redelijk compromis was  mogelijk geweest.

Kennelijk zag de VVD een goede kans nieuwe verkiezingen te winnen door immigratie te framen als een enorm, onoplosbaar probleem, steeds tegen de achtergrond van het eeuwige drama in Ter Apel. Rutte zei aanvankelijk  dat hij nog wel door wilde, maar kennelijk kreeg hij achter de schermen te horen dat hij nu werkelijk klaar was. Zijn opvolger Dilan Yesilgöz had zich al voorzichtig, maar wat rechtser, warm gelopen.

Gedooghulp

Rutte was weg! Zag Wilders al meteen licht aan de horizon? Bij afwezigheid van Rutte maakte de VVD onmiddellijk de kapitale fout die haar de verkiezingen zou kosten en haar bestaan als dominante partij voorlopig zou beëindigen. Het jeugdige VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans suggereerde – naar ik aanneem op aanwijzingen van hogerhand – dat het een goed idee zou zijn om gedooghulp van de PVV te vragen op het migratiedossier. Yesilgöz sloot zich aan bij Brekelmans. De PVV was bevrijd uit haar langdurige isolement!

Meteen begon de partij te stijgen in de peilingen, van tweede garnituur werd de PVV een van de koplopers in de weken voor de verkiezingen. Kennelijk wisten Brekelmans en Yesilgöz niet dat een partij een kwestie kan ‘bezitten’. Wie tegen immigratie is, stemt indien mogelijk – en dat was nu plots mogelijk – op de partij die radicale oppositie tegen immigratie tot haar handelsmerk heeft gemaakt: die van Wilders.

In een onverwachte eindsprint in de dagen voor de verkiezingen passeerde de PVV de VVD en werd op 22 november de grootste partij, terwijl de VVD tien zetels verloor. Rutte zal zich de haren uit zijn kapsel hebben gerukt. Waar kwamen de kiezers van de PVV vandaan? 39 procent had ook in 2021 PVV gestemd, 15 procent kwam van de VVD, 12 procent had in 2021 niet gestemd en 13 procent was afkomstig van Forum en JA21. 2023 moet wel een van de merkwaardigste verkiezingsjaren van de laatste decennia zijn geweest. Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 15 maart won de Boer Burger Beweging glorieus in alle provincies. In Drenthe kreeg de BBB meer dan 30 procent van de stemmen. Voorvrouw Caroline van der Plas, geholpen door de redacties van de talkshows en de protesterende boeren, was de zoveelste lieveling van de populistische kiezers.

Terwijl de BBB de overwinning nog vierde, bood zich alweer een nieuwe electorale held aan. Pieter Omtzigt, die definitief had gebroken met het CDA dat hem inderdaad deplorabel had behandeld, besloot met een eigen partij aan de verkiezingen deel te men. Nieuw Sociaal Contract streeft naar bestuurlijke vernieuwing, een prijzenswaardig voor nemen in het slordig bestuurde Nederland. Van alle populistische ‘verlossers’ was Omtzigt zonder meer de meest serieuze en deskundige. De peilingen garandeerden hem aanvankelijk een enorme overwinning, maar door langdurig getreuzel over de vraag of hij in de Kamer zou blijven zitten of toch het Torentje ambieerde, kreeg hij ten slotte twintig zetels.

Vluchtelingen welkom

De afgelopen twintig jaar hebben diverse populistische erupties de Nederlandse politiek gedomineerd. Zoals ik al schreef: het was vooral nationalistisch-populistische turbulentie. Met als toch nog onverwacht sluitstuk de enorme overwinning van het lelijke eendje van de Nederlandse politiek, de PVV. Betekent deze hele ontwikkeling nu ook dat de rechts-populistische wensen zullen worden uitgevoerd? Moeten we ons voorbereiden op een Nexit, keren we terug naar de gulden met zijn prachtige bankbiljetten en zullen onze grenzen hermetisch worden gesloten, in ieder geval voor moslims? Wordt de klimaatopwarming genegeerd en de energietransitie overboord gezet als dure en overbodige onzin?

Voorzichtigheidshalve zal ik niet zeggen dat er helemaal niets gaat veranderen, maar ik durf wel te beweren dat de essentiële kern van het PVV-programma niet zal worden gerealiseerd. De programmatische essentialia van de PVV zijn strijdig met de Grondwet, met andere wet- en regelgeving, met de regels van de EU en met tal van internationale verdragen die door Nederland zijn getekend. Nederland gaat niet uit de EU, we gaan niet terug naar de gulden, het klimaat warmt wel degelijk op en de energietransitie kan worden vertraagd, maar al lang niet meer worden gestopt.

En dan de immigratie, Wilders’ bijna levenslange obsessie. Gaan de grenzen daadwerkelijk dicht, zoals door hem beloofd? Nee, ook daar zal geen sprake van zijn. Juist tijdens de gevoerde gesprekken over een nieuw kabinet verscheen Gematigde groei. Rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050. Dat is, zeker gezien de politieke omstandigheden, een verbazend realistisch rapport. Het concludeert dat immigratie nuttig en noodzakelijk is en niet meer weg te denken uit een globaliserende wereld. Wel is het zaak de immigratie zo te sturen dat de Nederlandse economie er optimaal voordeel van heeft.

Vluchtelingen mogen zeker niet geweerd worden. Zij blijven welkom, en er dient meer geïnvesteerd te worden in asielopvang. Het rapport stelt ten slotte dat een netto immigratie van 60.000 mensen per jaar aanvaardbaar is. Hoewel ik betwijfel of we die 60.000 immigranten als maximum gaan halen (het zullen er wel meer worden), is het ‘grenzen dicht’ van Wilders in ieder geval heel ver weg. Zo beschouwd zijn al die nationalistisch populistische partijen, niet alleen in Nederland maar ook elders, deel van een tragikomisch achterhoedegevecht. En dat geldt niet alleen voor de politiek, maar vooral ook voor economie en cultuur. De moderne economie is al lang geen nationalistische zaak meer.

Natuurlijk is ook die van Nederland deel van een mondiaal systeem, zeker wanneer het gaat om techno logisch geavanceerde bedrijven. En culturele veranderingen zijn meestal het werk van jonge mensen in de grote steden – steden zijn cultuurvernieuwers, vandaar ook de diepe weerzin van populisten tegen stedelijke elites. Toch zijn die elites de vormgevers van de cultuur, nu en in de toekomst. Dat we Nederland zouden kunnen veranderen in een gezellig openluchtmuseum, zonder immigranten, is een populistische illusie.

Meer lezen uit dit nummer? Bestel uw exemplaar hier

Reacties

Gerelateerde artikelen

‘Deze verkiezingen laten zien: de populistische schimmel zit overal’

‘Populistische schimmel heeft ons bestel aangetast’

Maarten: ‘Boven de democratie pakken zich duistere wolken samen’

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.