Ploeterend door de pandemie
Door Bart de Koning • Illustraties Pinkt
De Nederlandse aanpak van de coronapandemie kwam traag op gang en was nogal rommelig, maar uiteindelijk lijkt het nu redelijk onder controle. Wat ging er goed en wat niet? En van welke lessen zouden huidige politici moeten leren voor de volgende keer?
Uit Maarten! 1-2023. Bestel losse nummers hier.
In april 2020 was Schiphol vrijwel uitgestorven. Het leek wel een lugubere sciencefictionfilm, waarin de mensheid door een ramp weggevaagd was. Buiten stonden tientallen vliegtuigen netjes naast elkaar – het deed denken aan de vliegtuigkerkhoven in de Amerikaanse woestijn. In de vertrekhallen waren de eindeloze rijen balies verlaten. Het enige geluid kwam van luid kwetterende musjes. Dat klonk op zich vrolijk, maar versterkte ook de post-apocalyptische sfeer: alsof de natuur al bezig was om Schiphol te heroveren.
De Amsterdamse Wallen – al jaren de drukste vierkante meters van Nederland – waren volkomen leeg. Waar normaal tienduizenden toeristen zich drinkend en blowend langs de raamprostituees persen, lagen de straten er ineens bij als op een negentiende-eeuwse foto van Jacob Olie.
De pandemie had Nederland bereikt. Eerst waren er korte nieuwsberichten over een nieuw, onbekend virus in de Chinese provincie Wuhan. Daarna kwamen er beelden van legertrucks vol lijken in de straten van Bergamo. Hoewel het virus steeds dichterbij kwam, bijvoorbeeld door Oostenrijkse après-skifeestjes, bleven de autoriteiten in Nederland lang laconiek.
De Italiaanse autoriteiten bliezen het legendarische carnaval van Venetië af, voor het eerst sinds de oorlog. In Nederland verklaarde Jaap van Dissel, voorzitter van het Outbreak Management Team (OMT), dat dat in Nederland niet nodig was, want ‘carnaval vier je meestal toch in een vrij kleine groep’. Een paar weken later stroomden de Brabantse ziekenhuizen vol en drong het tot Den Haag door dat corona ook hier een heel groot probleem aan het worden was. Het land ging voor een deel op slot.
Geen diepere inzichten
Nu er weer rijen op Schiphol staan en files op de snelwegen, en de meutes als vanouds door de winkelstraten sjokken, is het lastig voor te stellen dat de wereld nog maar zo kort geleden op slot zat. Dat is alvast de eerste belangrijke conclusie die we na corona kunnen trekken: alle dromen en filosofische beschouwingen tijdens de lockdowns over een wereld met minder haast, stress, consumptie, vliegen en vervuiling zijn verdampt.
Voor zover productie en consumptie nu aan banden worden gelegd is dat om andere redenen, zoals stikstofregels of energieschaarste door de oorlog in Oekraïne. Niet omdat gedwongen thuiszitten ons tot diepere inzichten of gedragsverandering heeft gebracht.
Landen die niets deden hebben hoge sterftecijfers
Corona is onder controle – althans, in verreweg de meeste landen. In China woedt de pandemie nog ongeremd. Dat maakt evalueren van het coronabeleid lastig. Vanaf het moment dat de ziekte ons trof hebben er in talkshows, op social media en opiniepagina’s verwoede discussies plaatsgevonden over talloze principiële en praktische vragen: hebben mondkapjes, vaccinaties, anderhalve meter afstand, avondklokken, handen wassen of betere ventilatie zin? Hoever mag je grondrechten inperken? Mogen artsen kiezen wie ze wel en niet behandelen? Moet de samenleving in een keiharde lockdown, zoals in China, of kun je burgers grotendeels vrijlaten, zoals in Zweden?
Jarenlang leek de Chinese coronabestrijding succesvol – zij het onmenselijk streng. Maar nu Xi Jinping na het mislukken van zijn oorlog tegen het virus alle beperkingen heeft opgegeven zijn er al 73.000 doden gevallen – en dat zijn dan nog de officiële, geflatteerde cijfers.
Dat gooit de oude discussies over streng versus soepel beleid weer open. Die debatten eindigden – per definitie – onbeslist. Zelfs een eenvoudige maatstaf voor succes of falen van coronabeleid – het aantal mensen dat is overleden aan het virus – is minder eenduidig dan het lijkt.
Oversterfte
De gezaghebbende site Ourworldindata houdt per land het aantal coronadoden per miljoen inwoners bij. Volgens die maatstaf heeft Nederland het met 1314 doden per miljoen inwoners niet slecht gedaan. Het gemiddelde in de Europese Unie zit op 2674, België op 2876.
Maar hoewel deze getallen afkomstig zijn uit een kloeke dataset, kunnen ze ook misleidend zijn. De verschillen tussen België en Nederland zijn bijvoorbeeld grotendeels toe te schrijven aan een andere manier van registreren, waarbij in België vaker ‘corona’ werd ingevuld dan bij ons.
Bovendien is het totaalaantal officieel vastgelegde coronadoden een zware onderschatting, zo meldde Nature eind vorig jaar. Volgens de registraties van Wereldgezondheidsorganisatie WHO zijn er in 2020 en 2021 wereldwijd 5,4 miljoen mensen overleden aan corona. Onderzoekers van de WHO zijn gaan rekenen met de oversterfte in die periode (dus hoeveel mensen er meer zijn overleden dan je onder normale omstandigheden zou verwachten). Daar kwam een totaal aantal geschatte coronadoden uit van 14,8 miljoen, bijna drie keer zoveel als de officiële registratie.
Nederland kampt nog steeds met lichte oversterfte, zo bleek eind januari uit cijfers van het CBS over het derde kwartaal van 2022. Van de bijna 40.000 sterfgevallen zijn er 1468 (3,7 procent) toegeschreven aan corona. Dat waren voor twee derde tachtigplussers. De oversterfte lag iets hoger dan het aantal coronadoden. Corona kan indirect ook een rol spelen bij de oversterfte, bijvoorbeeld doordat mensen verzwakt zijn door een eerdere infectie. Of ze lijden aan een andere ziekte waarvan de behandeling door corona is uitgesteld – met grotere kans op overlijden tot gevolg. De experts van het CBS en het RIVM hameren er elke keer op dat de oversterfte níét door vaccinaties is veroorzaakt, zoals complotdenkers beweren.
Als alleen al de kwartaalcijfers van het CBS nog steeds zo lastig te interpreteren zijn, dan is het duidelijk dat een definitief oordeel over de gevolgen van corona nog niet geveld kan worden – laat staan over de effectiviteit van het gevoerde beleid. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft er al twee lijvige rapporten over gepubliceerd en er volgen er nog meer. De Tweede Kamer gaat een parlementaire enquête houden, waarvoor de commissie vermoedelijk dit voorjaar benoemd wordt.
Dor hout
Toch valt er nu al wel het een en ander te zeggen over het coronabeleid. De eerste vraag is of er überhaupt beleid nodig was. Was corona niet gewoon een soort griep, iets wat je zonder al te veel risico’s kon laten rondgaan? Er zouden wel slachtoffers vallen, maar dat zou ‘dor hout’ zijn, in de woorden van Jort Kelder en Marianne Zwagerman. Anderen, zoals hoogleraar Besturen van Veiligheid Ira Helsloot, econoom Robin Fransman en filosoof Marli Huijer, namen genuanceerdere standpunten in, maar vonden ook dat de aanpak in geen verhouding stond tot de ernst van corona.
Toch is dat een misverstand. Landen die niet – of te laat – hebben ingegrepen laten dramatische sterftecijfers zien. Populisten zoals Donald Trump, Boris Johnson en Jair Bolsonaro hebben door hun lakse optreden sterftecijfers van meer dan 3200 doden per miljoen inwoners veroorzaakt in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Brazilië – Nederland zit zoals gezegd op 1314 doden per miljoen.
Hoogleraar epidemiologie Frits Rosendaal heeft in de Volkskrant al eens uitgerekend hoe het afgelopen zou zijn zonder maatregelen. Zo’n 80 procent van de Nederlanders zou bij de eerste golf al besmet zijn geraakt, van wie ongeveer 1 procent overleden zou zijn. Dat zou neerkomen op 136.000 doden. Plus 200.000 ziekenhuisopnames en 50.000 opnames op de ic – aantallen waar de zorg volledig onder bezweken zou zijn.
De aanpak van obesitas zou prioriteit moeten hebben
Er zijn bovendien naar schatting tienduizenden Nederlanders die lijden onder long covid, blijvende gezondheidsschade door corona. Zonder maatregelen waren dat er ongetwijfeld nog veel meer geweest.
Hoewel het eindresultaat van het Nederlandse coronabeleid dus redelijk goed is, zijn er onderweg de nodige fouten gemaakt. De journalisten Peter Kee en Thijs Broer hebben in hun boek Code rood gereconstrueerd hoe bestuurlijk Nederland de eerste maanden reageerde op het virus. Aanvankelijk onderschatten experts en politici het probleem volkomen. De wereldvreemde opmerking van Jaap van Dissel over carnaval in kleine kring is daar een pijnlijke illustratie van. Sowieso komt Van Dissel er niet goed vanaf bij Kee en Broer. Hij bleef lang volhouden dat mondkapjes niet effectief zouden zijn. Daarmee ging hij in tegen de internationale consensus en ondergroef hij de geloofwaardigheid van het beleid.
De gevolgen waren vooral in de verpleeg- en verzorgingshuizen rampzalig. In het eerste coronajaar viel de helft van alle doden onder die kwetsbare bewoners. De instellingen hadden geen krachtige lobby en stonden achteraan bij het uitdelen van de – toen nog – schaarse beschermingsmiddelen. Om één schrijnend voorbeeld te noemen: in een verpleeghuis in Nunspeet overleden in april 2020 in korte tijd 15 van de 39 bewoners aan corona.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid sprak in zijn eerste rapport van ‘een stille ramp’. Lilian Marijnissen van de SP reageerde daar verontwaardigd op. Het was helemaal geen stille ramp; ze had er in elk debat aandacht voor gevraagd, maar het kabinet wilde niet luisteren.
Polderen
Ook minister Hugo de Jonge komt er niet goed af bij de Onderzoeksraad. Hij had de neiging om daadkrachtig allerlei zaken aan te kondigen, zonder te kijken of het ook wel haalbaar was. Denk hierbij aan de veelbesproken corona-app. CDA’er De Jonge was daarnaast druk bezig met ‘de beeldvorming’, bijvoorbeeld rond de beruchte mondkapjesdeal met zijn partijgenoot Sywert van Lienden.
Pijnlijk is ook dat Nederland als laatste land in Europa begon met vaccineren. Dat had voor een deel te maken met een misrekening: het kabinet ging eerst uit van een fijnmazige vaccinatiecampagne via de huisartsen, maar moest toen alsnog de GGD’s inschakelen. Dus terwijl in het buitenland de spuiten in hoog tempo in de arm werden gezet, ging de polder polderen.
Het zou niet fair zijn om die traagheid alleen aan inschattingsfouten van De Jonge toe te schrijven; die zit diep ingebakken in de Nederlandse polder. Het vorige nummer van Maarten! beschreef in ‘Dit land zoekt een baasje’ al hoe versnipperd ons openbaar bestuur is. Uiteindelijk liep Nederland de achterstand bij het vaccineren helemaal in.
Voordat vaccinaties corona eronder kregen waren de ic-bedden allesbepalend bij de beslissingen over te nemen maatregelen. De rode lijn in het beleid was steeds dat de intensive-careafdelingen niet mochten overstromen. Het beleid verliep volgens een soort trechtermodel: om de ic’s te ontzien mochten de verpleegafdelingen van ziekenhuizen niet te vol komen te liggen. Daarom mochten er niet te veel mensen ziek worden van corona. En om dat te voorkomen, mochten er niet te veel mensen besmet raken.
Nederland heeft van alle Europese landen zo’n beetje de minste ic-bedden: 6,4 per 100.000 inwoners. Het Europees gemiddelde is 11,5 en koploper Duitsland heeft er maar liefst 30.
Dat we er zo weinig hebben is niet alleen maar een kwestie van Hollandse schraperigheid. In Nederland hechten artsen en patiënten vooral belang aan de kwaliteit van leven, niet aan het eindeloos rekken ervan. Dat betekende wel dat Nederland weinig speelruimte had in de zorg, en dus bij het afkondigen van lockdowns en andere beperkingen.
Het leidde ook tot vreemde slingerbewegingen. In het begin was de Nederlandse aanpak, zoals gezegd, laconiek. Er kwam op zeker moment wel een lockdown, maar die was ‘intelligent’ (in tegenstelling tot de kennelijk domme lockdowns elders). Belgen en Duitsers kwamen hiernaartoe voor een dagje uit: een land zonder mondkapjes. Omgekeerd ging Nederland eind 2021 als enige land in Europa in een harde lockdown, uit vrees voor de nieuwe omikronvariant
Over de berekeningen die aan die maatregelen ten grondslag lagen én over de manier waarop het OMT en het kabinet daarover communiceerden is het laatste woord nog niet gezegd. Duidelijk is wel dat het een volgende keer helderder moet (zeker ook voor laagopgeleiden), consistenter en met meer oog voor de gevolgen van de lockdowns voor burgers.
Emotionele schade
Dat de lockdowns en de avondklok aanzienlijke psychische schade hebben aangericht staat vast. Vooral jongeren hebben geleden onder de schoolsluitingen en het gedwongen thuiszitten. Maar ook ouderen in verpleeghuizen mochten maandenlang geen familie en vrienden in levenden lijve zien. Dat er na de enorme sterfte in de tehuizen maatregelen moesten komen is helder, maar de overheid heeft daarbij veel te weinig nagedacht over de enorme emotionele schade die de maatregelen veroorzaakten.
De economische schade lijkt mee te vallen. Er zijn natuurlijk schrijnende verhalen van ondernemers die hun restaurant of winkel moesten sluiten, maar het totaal aantal faillissementen ligt nog altijd lager dan voor corona. Dat betekent dat de massale overheidssteun ondernemers er over het algemeen goed doorheen heeft gesleept – iets té goed misschien, omdat er nu bedrijven blijven bestaan die eigenlijk hadden moeten omvallen. Er is zeker belastinggeld verspild – bijvoorbeeld bij Booking, dat de subsidie gebruikte om bonussen aan het management uit te delen – maar dat is in zo’n crisissituatie lastig te voorkomen. Het alternatief – eindeloze procedures en controles – zou veel ondernemers de kop gekost hebben. Het draagvlak voor coronasteun heeft ook de weg geëffend voor de huidige energiesubsidies voor bedrijven en burgers. Of het royaal uitdelen van talloze miljarden op de lange termijn houdbaar is moet nog blijken, maar het is in elk geval beter dan de botte bezuinigingen die Rutte I over Nederland uitstortte tijdens de kredietcrisis.
Een groep onderzoekers uit zeven Europese landen gaat de komende jaren nadenken over de vraag hoe we ons op de volgende pandemie kunnen voorbereiden. Ze willen voor elk denkbaar virus of andere ziekmaker een draaiboek klaar hebben liggen. Een belangrijke les is dat ook mentaal welzijn in de modellen moet worden meegenomen. De vraag is dus niet alleen of een bepaalde maatregel effectief is tegen een virus, maar ook of het zonder al te grote maatschappelijke schade kan.
Nederland heeft van alle Europese landen zo’n beetje de minste ic-bedden
Zonder dat onderzoek af te wachten zijn er voor Nederland al een paar voor de hand liggende suggesties. Het OMT werd te veel gedomineerd door virologen en epidemiologen. Door er sociologen, psychologen, economen en communicatiewetenschappers aan toe te voegen, krijgt het kabinet bredere en evenwichtiger adviezen. Verder moeten ‘vergeten’ sectoren, zoals de verpleeg- en verzorgingshuizen maar ook de cultuursector, beter vertegenwoordigd zijn.
Een andere les is dat de ic’s vooral vol lagen met mensen die onderliggend lijden hadden, en dan vooral overgewicht. De aanpak van een ongezonde leefstijl en obesitas zou dus hoge prioriteit moeten hebben, maar daar heeft de politiek weinig belangstelling voor. Politici zien gezond leven vooral als eigen verantwoordelijkheid en willen multinationals als Unilever en Heineken niet hinde[1]ren met regelgeving. Zelfs zoiets simpels al de invoering van een ‘Nutriscore’ op verpakkingen die laat zien wat gezond en ongezond is, ontaardt in een bureaucratisch gevecht over details. Terwijl je natuurlijk ook gewoon kunt beginnen door de btw op groente en fruit te verlagen.
Grondrechten
Tot slot is het te hopen dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de parlementaire enquêtecommissie ook aandacht besteden aan grondrechten. De invoering van de avondklok was een zeer ingrijpende maatregel die we sinds de oorlog niet meer hadden meegemaakt. Voor een premier die zichzelf liberaal noemt was de avondklok zwak onderbouwd. De juridische grondslag rammelde, zoals bleek toen nota bene Willem Engel de maatregel met een kort geding onderuit wist te halen. Nut en noodzaak zijn tot op de dag van vandaag niet goed aangetoond.
Het beste nieuws is dat de doemdenkers geen gelijk hebben gekregen. Nederland is niet veranderd in een politiestaat – de inperkingen van de grondrechten zijn niet blijvend. Omgekeerd hebben de fans van de autoritaire Chinese aanpak ongelijk gekregen: democratieën kunnen een pandemie minstens zo effectief bestrijden, en met veel minder schade aan rechtsstaat en economie.
Kaders
Kosten Corona: Corona kost de Nederlandse overheid naar schatting 85.5 miljard euro. (Bron: Algemene Rekenkamer).
Nederlandse besmettings- en sterftecijfers
In Nederland zijn 8,59 miljoen mensen met corona besmet geweest. (Bron: OurWorldInData.org, 26 januari 2023).
Totale bevolking: 17,82 miljoen.
Besmet (geweest): 8,59 miljoen.
23.079 coronadoden.
Corona alweer naar de achtergrond: hiermee moet het kabinet aan de slag volgens Nederlanders (Bron: Ipsos, NOS):
Kosten levensonderhoud/inflatie: 43%
Woningmarkt: 29%
Energievoorziening: 29%
Immigratie en asiel: 23%
Gezondheidszorg: 20%
Betrouwbaarheid overheid: 15%
Klimaat & duurzaamheid: 15%
Stikstofproblemen: 12%
Razendsnel vaccin
Het eerste coronavaccin werd in minder dan een jaar ontwikkeld. Daarvoor was het bofvaccin recordhouder, met een ontwikkeltijd van vier jaar. (Bron: Nature)
Vertrouwen in de overheid: -40%
Het vertrouwen in de overheid daalde van 70 procent in april 2020 tot 30 procent in september 2021. (Bron: Eramus Universiteit)
Zware klap OV
Het aantal passagiers daalde begin 2020 door corona van 27,55 miljoen per week naar 3,55 miljoen. (Bron: CBS, Translink).
Complottheorieën
Van alle Nederlanders denkt 17% dat een kleine, geheime groep alle belangrijke beslissingen neemt. Bovendien is 17 procent het eens met de stelling: ‘Groepen wetenschappers verdraaien, verzinnen of verzwijgen bewijsmateriaal om de bevolking te misleiden.’ (Bron: European Social Survey)
De Nederlandse aanpak van de coronapandemie kwam traag op gang en was nogal rommelig, maar uiteindelijk lijkt het nu redelijk onder controle. Wat ging er goed en wat niet? En van welke lessen zouden huidige politici moeten leren voor de volgende keer?
Uit Maarten! 1-2023. Bestel losse nummers hier.
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren