Openluchtmuseum: de eenzame Kathedraal van Radio Kootwijk

Door Maarten van Rossem

In de decennia voor en na de Tweede Wereldoorlog bezaten mijn grootouders van vaderszijde een zomerhuisje aan de Gerritsflesweg in het dorpje Radio Kootwijk. Een paar honderd meter noordelijk van dat huisje, dat de Heikamp heette, bevond zich, solide omheind, het zendstation waaraan Radio Kootwijk zijn naam dankte. De drie meest zichtbare objecten van het zendstation waren twee metalen masten van 212 meter hoog, en het hoofdgebouw, dat de Kathedraal werd genoemd.

Uit Maarten! 2013-2. Bestel losse nummers hier of word abonnee

Elke zomer fietsten we vanuit Wageningen naar Radio Kootwijk voor een verblijf van enkele weken. Het was onveranderlijk een opwindend moment als in de verte de twee palen zichtbaar werden. Ze vormden het symbolische oriëntatiepunt van de zomervakantie. Het hoofdgebouw heb ik pas een paar jaar geleden voor het eerst betreden, in verband met een televisieprogramma over het Kootwijkerzand, de grootste zandverstuiving van West-Europa. Vanbinnen maakte het een nogal verslonsde indruk, maar aan de buitenkant is het nog steeds indrukwekkend. De Kathedraal is een opmerkelijke architectonische creatie. Hij werkt daar, in die kale en gortdroge uitloop van het Kootwijkerzand, sterk op de verbeelding en vormt met de juiste belichting een ideale locatie voor een spookachtige film.

Indië

Die zonderlinge kolos in de zanderige eenzaamheid is in feite een van de indrukwekkendste monumenten van ons koloniale verleden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstond behoefte aan een eigen radiografische verbinding met Nederlands-Indië. Er was een verbinding, maar die verliep per kabel, en die kabels liepen over vreemd grondgebied en waren dus kwetsbaar. Dat bleek al direct in 1914, toen de kabelverbinding sneuvelde in de vijandelijkheden. De enige oplossing was een radiozender die voldoende krachtig was om de bijna 12.000 kilometer naar Indië te overbruggen.

Gezocht werd naar een geschikt terrein, waar de kans op storingen uit de omgeving minimaal was. Midden op de Veluwe werd 450 hectare aangekocht van Staatsbosbeheer. Het gehele terrein werd geëgaliseerd en de bouw van het station begon in 1918. Men had op dat moment het idee dat Indië alleen te bereiken zou zijn op de zeer lange golf, met een golflengte van tegen de achttien kilometer. Daarvoor was een zender nodig die zeer grote hoeveelheden elektrische energie gebruikte: minimaal enkele honderden kilowatts. Vandaar dat een omvangrijk machinepark noodzakelijk was. Een reusachtige wisselstroomgenerator, die weer werd aangedreven door een 800-pk wisselstroommotor, leverde de elektriciteit. De gehele installatie, een zogenoemde machinezender, werd geleverd door het Duitse bedrijf Telefunken.

 

De Duitsers gebruikten de zender voor contact met hun duikboten in de Atlantische Oceaan

 

Dit omvangrijke machinepark verklaart de spectaculaire afmetingen van het hoofdgebouw, dat werd ontworpen door Julius Luthman (1890-1973), in die jaren werkzaam bij de Rijksgebouwendienst. Hij tekende ook voor de bijgebouwen en een watertoren.

De Kathedraal, opgetrokken uit gewapend beton, was een combinatie van de opvattingen van de Amsterdamse School en de utilitaire Duitse fabrieksarchitectuur, zoals superieur aangewend in de fameuze turbinefabriek van Peter Behrens (1868-1940). Luthman zag in zijn creatie een verwijzing naar de Sfinx. Rond het hoofdgebouw werden zes hoge masten opgetrokken. Daartussen werden zware koperdraden gehangen, die de daadwerkelijke antenne voor de lange golf vormden.

In 1923 werd de hele installatie in bedrijf gesteld. Hij werkte, maar de resultaten vielen nogal tegen. De verbinding functioneerde alleen als het over de gehele afstand donker was en werd met regelmaat ernstig gestoord door tropische onweersbuien. Het hele proces ging bovendien langzamer dan gedacht.

Opgeblazen

Binnen enkele jaren werd duidelijk dat de langegolftechnologie volkomen achterhaald was. In 1925 werd experimenteel een uitstekende verbinding met Indië gelegd door middel van de korte golf (zestien tot zestig meter), waarvoor slechts enkele kilowatts voldoende waren. Voor deze veel minder veeleisende techniek werd anderhalve kilometer verderop een onaanzienlijk gebouwtje neergezet, zonder enige monumentale waarde, en vanaf 1928 kwam op de korte golf een radiotelefonische verbinding tot stand. Het volgende jaar was het mogelijk in de telegraafkantoren van de vier grote steden met Indië te bellen. Dat kostte 11 gulden per minuut.

Als de effectiviteit van de korte golf maar een paar jaar eerder was ontdekt, zou de Kathedraal nooit zijn gebouwd. De langegolfzender bleef overigens tot en met de Tweede Wereldoorlog in gebruik. Tijdens de bezetting gebruikten de Duitsers hem om contact te onderhouden met hun duikboten die in de Atlantische Oceaan opereerden. Bij hun vertrek in april 1945 bliezen de Duitsers de zes palen op, waarvan er een over de Kathedraal viel, zonder noemenswaardige schade aan te richten. Ze namen een deel van de installatie mee, maar die apparatuur werd later teruggevonden en gerepatrieerd.

 

Binnen enkele jaren werd duidelijk dat de langegolftechnologie volkomen achterhaald was

 

Uit de restanten van de zes oude palen werden na de oorlog de twee palen geconstrueerd die mij als kind zo lief waren. Een zenderfunctie hadden ze niet meer; ze dienden als steun voor de veel kleinere masten van het sterk gemoderniseerde zenderpark. Ook dat werd echter na de oorlog in hoog tempo overbodig. In 1966 werd de eerste paal gesloopt en in 1980 de tweede. In 1999 verloor Radio Kootwijk ook de laatste zenderfuncties. Alle apparatuur werd verwijderd, het hekwerk verdween en het terrein werd terugverkocht aan Staatsbosbeheer.

Als gebouw is de Kathedraal nog steeds fascinerend. Hij blijft een minstens even waardevolle herinnering aan ons koloniale verleden als het Tropenmuseum en verdient een zorgvuldige restauratie. Ik zou het zeer op prijs stellen als daarbij op z’n minst één, maar liever nog beide hoge masten in ere zouden worden hersteld. Komt het zover, dan hoop ik op mijn tegen die tijd elektrische fiets nog eens van Wageningen naar Radio Kootwijk te gaan, om voor de laatste keer wellicht een zorgeloze zomervakantie te beginnen als ik de palen in het vizier krijg.

Reis nu ook met Nederlands bekendste historicus langs eeuwenoude kerken, kastelen, waterwegen en natuurgebieden. Maarten van Rossem neemt u mee naar het oudste Romeinse castellum van ons land; duikt in de geschiedenis van Radio Kootwijk; volgt de idyllische Minstroom dwars door Utrecht; en vertelt over het gevoel van bevrijding dat hem overvalt op de veerboot naar Texel. Ga in het boek: Openluchtmuseum Nederland samen met Maarten op ontdekkingstocht langs het nationale erfgoed.

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

‘De conventionele auto is niet meer houdbaar’

De magie van Pixar: Leven uit de computer

‘Je voelt je vooral Europeaan als je niet in Europa bent’

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.