Max Westerman: ‘In Bush senior school een keiharde opportunist’
DOOR MAX WESTERMAN
Bij het overlijden van George H.W. Bush, eind november 2018, moest ik denken aan de keer dat mijn cameraman en ik hem tegen het lijf liepen. Het was tijdens de Republikeinse partijconventie in 2000. Terwijl zenuwachtige assistenten met hun blikken aangaven dat we moesten afronden, beantwoordde de oud-president rustig mijn bezorgde vragen over de zoon die in zijn voetsporen wilde treden. ‘George will be good!’ verzekerde hij nog eens, voordat hij mijn hand drukte en zei, alsof we regelmatig bij elkaar over de vloer kwamen: ‘Nice to see you again.’
Uit: Maarten! 2019-1
Het was makkelijk om te vallen voor de charmes van de oude Bush. En dus buitelden journalisten en politici van allerlei pluimage na zijn dood over elkaar heen in een collectieve lofzang op de ‘integere’ en ‘fatsoenlijke’ Republikeinse politicus. Maar er valt een ander verhaal te vertellen over die liefhebbende opa met een passie voor gekke sokken. Want in hem school een keiharde opportunist wiens presidentschap (1989-1993) veel gemeen had met dat van de rechtse Republikeinen die na hem kwamen – Bush jr. en Trump.
Net als Trump, die zijn presidentscampagne op gang bracht door twijfels te verspreiden over het Amerikaanse staatsburgerschap van Barack Obama, voerde Bush sr. een campagne waar het racisme vanaf droop. Zijn campagnestrateeg zou er op zijn sterfbed zijn excuses voor aanbieden. Bush wilde van geen spijt weten. Zijn eerste daad als president was het opvoeren van de zinloze War on Drugs, die miljoenen zwarte Amerikanen in de gevangenis deed belanden.
In 1991 viel de Sovjet-Unie uiteen, en het klopt dat Bush de Koude Oorlog hielp beëindigen, zoals Barack Obama memoreerde, ‘zonder een schot te vuren’. Maar of zijn presidentschap daarom ‘een godsgeschenk’ (de Volkskrant) was? Hij was ook degene die Irak hielp veranderen in het slagveld dat het nog steeds is, met IS en een vluchtelingenstroom naar Europa tot gevolg.
Bush verdreef de Irakezen uit Koeweit – in de necrologieën werd dit feit als een wijselijk beperkte actie omschreven, omdat Bush dictator Saddam Hoessein aan de macht liet. Vergeten leek dat hij Irak, een van de modernste staten in het Midden-Oosten, en passant had verwoest, in de woorden van zijn minister van Buitenlandse Zaken James Baker: ‘teruggebombardeerd tot het pre-industriële tijdperk.’
Niet alleen militaire installaties, maar de hele infrastructuur lag na anderhalve maand in de as. Zo’n 200.000 Irakezen kwamen om het leven. De economische sancties die volgden maakten wederopbouw onmogelijk. Met als gevolg dat 3 miljoen Irakezen hun land ontvluchtten.
Het was makkelijk om te vallen voor de charmes van de oude Bush
Iedereen weet hoe zoon Bush de Tweede Golfoorlog verkocht met leugens over niet-bestaande massavernietigingswapens. Maar hij keek de kunst af van zijn vader. Die vertelde onder meer door een pr-bedrijf bedachte onzinverhalen over Iraakse soldaten die in Koeweit baby’s uit hun couveuses haalden en zwangere vrouwen doodstaken.
Bovendien had Bush sr. geholpen het monster zelf te creëren. Dankzij hem kreeg Hoessein de wapens waarmee hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw oorlog voerde tegen Iran en zijn eigen Koerden. Bush zat toen als vicepresident in menige brandhaard te stoken. Hij was ook betrokken bij het Iran-Contraschandaal – het complot om de linkse sandinistische regering in Nicaragua ten val te brengen – dat in 1986 uitkwam. Voordat openbaar aanklager Lawrence Walsh meer kon ontdekken over de omvang van Bush’ rol, gaf die amnestie aan alle betrokkenen. Iets wat Trump nu dreigt te doen om aanklager Robert Mueller te dwarsbomen.
Veel van wat Bush deed speelde zich af achter de schermen. In 1976 was hij directeur van de CIA toen die ging meedoen aan Operatie Condor, een campagne van staatsterreur tegen politiek dissidenten door rechtse dictaturen in Zuid-Amerika. De maatschappelijke schade die met behulp van Washington in Latijns-Amerika is aangericht werkt nu nog door in de vluchtelingenstroom – de ‘karavanen’ waar Trump tegen tekeergaat.
Het viel me al eerder op dat Amerikanen geneigd zijn hun dode presidenten tot superhelden te bombarderen. Ronald Reagan werd zo ongeveer heilig verklaard, terwijl hij toch ook het land aan de rand van de financiële afgrond had gebracht. Tijdens zijn leven noemde de nestor van de Amerikaanse columnisten, James Reston, hem ‘onze slechtste president… een verrukkelijke oplichter’. Zodra presidenten uitgeregeerd zijn begint hun ster te rijzen. Over Bush jr., verantwoordelijk voor twee rampzalige oorlogen, wordt nu geschreven dat hij zo prachtig schildert. Dat hij tijdens de grafrede voor zijn vader in snikken uitbarstte, zal zijn imago ongetwijfeld verder hebben verzacht.
Bush sr. had het voordeel dat hij onwillekeurig wordt vergeleken met de man die nu in het Witte Huis zit. De platte Trump – door Bush als ‘blaaskaak’ bestempeld – steekt schril af bij zijn voorgangers. Maar kijk naar Bush’ daden, schrijft onderzoeksjournalist Jeremy Scahill in een van de weinige kritische beschouwingen: ‘Donald Trump heeft niet eens de tijd om een fractie van de misdaden te plegen die Bush beging in zijn decennia aan de macht.’ Laten we het hopen.
Bij het overlijden van George H.W. Bush, eind november 2018, moest ik denken aan de keer dat mijn cameraman en ik hem tegen het lijf liepen. Het was tijdens de Republikeinse partijconventie in 2000. Terwijl zenuwachtige assistenten met hun blikken aangaven dat we moesten afronden, beantwoordde de oud-president rustig mijn bezorgde vragen over de zoon die in zijn voetsporen wilde treden. ‘George will be good!’ verzekerde hij nog eens, voordat hij mijn hand drukte en zei, alsof we regelmatig bij elkaar over de vloer kwamen: ‘Nice to see you again.’
Uit: Maarten! 2019-1
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren