Maarten tipt films over de Verenigde Staten

Door Jos van der Burg en Maarten van Rossem

Film zit in het DNA van de Amerikaanse samenleving. Geen land waar cinema meer invloed heeft op de collectieve psyche. Wie de Amerikaanse cultuur wil leren kennen, moet vooral films kijken. Welke tien speelfilms moeten we zeker zien van Maarten van Rossem?

The Godfather-trilogie (Francis Ford Coppola, 1972-1990)
Wie denkt dat in Nederland het gezin de hoeksteen van de samenleving is, moet The Godfather-trilogie gaan zien. De sage over de New Yorkse familie Corleone gaat over veel, maar in de eerste plaats over het belang van familie.

Doen waar je zelf zin in hebt? Niet in dit maffiageslacht, want daar geldt de ijzeren wet dat het individu ondergeschikt is aan het familiebelang. Iedereen die dat niet begrijpt, leert dat alsnog snel of eindigt in een mortuarium. Er zit een rationele overweging achter: in een tijd dat sociale bijstand niet bestond – The Godfather begint halverwege de jaren veertig van de vorige eeuw – was men aangewezen op familie om te overleven.

Dat de Corleones Italiaanse wortels hebben, maakt The Godfather ook tot een Amerikaans immigrantendrama. De Corleones botsen met hun tradities hard op de codes van de nieuwe samenleving. Maar The Godfather is meer.

De films schetsen ook de ontwikkeling van de maffia van een familieclub met erecodes naar een meedogenloze criminele organisatie. Wie dat wil ziet een parallel met de ontwikkeling van het Amerikaanse kapitalisme, waarin paternalistisch leiderschap plaatsmaakte voor kille rekenmachines.

The Longest Day (Ken Annakin e.a., 1962)
Waarom maakt Hollywood nog steeds films over de Tweede Wereldoorlog, en niet, om maar een voorbeeld te noemen, over de Vietnamoorlog? De reden ligt voor de hand: de Tweede Wereldoorlog is ‘de goede oorlog’. Bij iedere latere oorlog waarbij de Verenigde Staten waren betrokken werd de legitimiteit betwist, maar de Tweede Wereldoorlog was een moreel zuivere oorlog. Hier kunnen Amerikanen het woord ‘heldendom’ zonder bijklank uitspreken.

Het verklaart het soms bijna nostalgische verlangen naar de Tweede Wereldoorlog, zoals in Clint Eastwoods Flags of our Fathers, dat een hommage brengt aan de Amerikaanse soldatenmoed in de Tweede Wereldoorlog. De oorlogsfilm The Longest Day is het oermodel voor dit heldendom. Het bijna drie uur durende epische, spectaculaire zwart-witdrama over de landing in Normandië maakte in 1962 een verpletterende indruk, te vergelijken met Spielbergs Saving Private Ryan ruim veertig jaar later.

Diep geraakt was ook de negentienjarige Maarten van Rossem. De met sterren afgeladen film (onder meer John Wayne, Robert Mitchum, Henry Fonda, Richard Burton en Sean Connery) bleef jaren zijn favoriete film.

Dr. Strangelove or: How I stopped Worrying and Learned to Love the Bomb (Stanley Kubrick, 1964)
Iedere Amerikaanse president zou voor hij militaire invasies plant, naar Stanley Kubricks meesterwerk Dr. Strangelove moeten kijken. De satire op de naoorlogse doorgedraaide Amerikaans-Russische wapenwedloop voert een krankzinnige generaal op, die de Russen ervan verdenkt de precious bodily fluids van het Amerikaanse volk te besmetten. Als vergelding stuurt de paranoïde gek met atoombommen beladen B-52-bommenwerpers naar Rusland. In de war room probeert de Amerikaanse president – ‘Ik wil niet in de geschiedenisboeken terechtkomen als de grootste massamoordenaar na Adolf Hitler’ – met adviseurs een nucleaire oorlog te voorkomen.

Dr. Strangelove is nog steeds het politiek-satirische hoogtepunt in de Amerikaanse filmcultuur.

Hilarisch zijn zijn telefoongesprekken met de Russische president: ‘Hello Dimitri… I’m fine.’ Kubrick had het geluk dat hij een briljante Peter Sellers trof, die drie (!) rollen speelt: de president, een generaal en een maffe, na de oorlog door de Amerikaanse regering naar de Verenigde Staten gehaalde Duitse atoomgeleerde, Dr. Strangelove, die moeite heeft om zijn arm in bedwang te houden, want die dreigt steeds in de Hitler-groet-stand te schieten. Dr. Strangelove is nog steeds het politiek-satirische hoogtepunt in de Amerikaanse filmcultuur.

Invasion of the Body Snatchers (Don Siegel, 1956)
Wie de Amerikaanse cultuur wil begrijpen, zal zich moeten verdiepen in collectieve paranoia. Amerikanen zien overal vijanden. Zichtbare, zoals de Russen in de Koude Oorlog, maar het bedreigendst zijn onzichtbare vijanden, die van binnenuit de Amerikaanse samenleving ondermijnen.

De climax van deze angst werd bereikt in de jaren vijftig met het McCarthyisme, de jacht op links Amerika. Zoals altijd voelde Hollywood de tijdgeest goed aan. Het produceerde op de golven van het McCarthyisme een serie angstfilms, die soms direct (I Married a Communist, I Was a Communist for the FBI) en soms in metafoor op het communistische gevaar wezen.

Amerikanen zien overal vijanden

Een voorbeeld van dat laatste is het volkomen idiote, maar hoogst amusante Invasion of the Body Snatchers, waarin wanhopige burgers in een provinciestadje bij een psychiater klagen dat ze hun geliefden en vrienden niet meer herkennen. Ze lijken andere mensen geworden. Dat klopt, want hun geest is overgenomen door aliens. Paniek: ‘They’re here already! You’re next! You’re next! You’re next!’

De moraal: het communisme moet niet alleen militair worden bestreden, maar ook ideologisch, zodat de hersenpan van Amerikaanse burgers verschoond blijft van vreemde smetten.

The Incredibles (Brad Bird, 2004)
Amerikanen moeten altijd de wereld redden, want zonder hen is deze reddeloos verloren. Het heeft honderden Hollywood-films opgeleverd over superhelden, die de wereld net op tijd van de totale ondergang weten te weerhouden. Het kwaad is verslagen, en we leefden nog lang en gelukkig.

De films stijgen zelden boven de clichés uit, maar er zijn uitzonderingen. Dat één ervan een Pixar-film is verbaast niet, want deze animatiestudio zorgde met films als Toy Story, Finding Nemo, Ratatouille en Coco voor een revolutie in de tekenfilmwereld.

Met The Incredibles maakte Pixar een verrukkelijke parodie op de superheldenclichés én blies deze tegelijk nieuw leven in. Het is meteen in het begin al raak met de vondst om een superheld in een suburb gedwongen werkloos thuis te laten zitten. De stadsbewoners hebben genoeg van zijn heldendaden, hij mag ze niet meer verrichten. De ex-held, die nu de kost verdient met een suf baantje bij een verzekeringsmaatschappij, voelt zich onbegrepen en miskend, maar uiteindelijk kan de stad natuurlijk niet zonder hem.

Amerikanen moeten altijd de wereld redden

Het geestige van The Incredibles is dat de superheld bovenmenselijke krachten bezit, maar slecht opgewassen is tegen de alledaagse beslommeringen thuis, waar zijn vrouw zijn nostalgisch gezeur over de goeie ouwe tijd beu is en zijn twee kinderen elkaar constant in de haren vliegen.

Zoals bijna alle Pixar-films levert The Incredibles ook milde kritiek op conformisme en geestelijke luiheid. ‘Ze vinden altijd nieuwe manieren om middelmatigheid te vieren,’ zegt de superheld over zijn stadsgenoten.

High Noon (Fred Zinneman, 1952)
Er zijn filmbibliotheken volgeschreven over de western, het meest Amerikaanse van alle filmgenres. Honderden filmwetenschappers hebben zich gestort op westernthema’s als de frontier (de trek naar het westen), pioniersgeest, mannenvriendschappen, avontuur en bloedig geweld. Met de western voorzag Hollywood de Amerikaanse samenleving van een mythologisch verleden. Er
is geen genre waarin mythe en historische werkelijkheid zo door elkaar lopen.

Met de western voorzag Hollywood de Amerikaanse samenleving van een mythologisch verleden.

Maar westerns zijn vooral ook een lofzang op het individu dat in zijn eentje de strijd aangaat met het kwaad. Zoals in de film High Noon, die zich afspeelt in een provinciestadje op de trouwdag van de sheriff, die met zijn bruid wil vertrekken om ergens een rustig leven te gaan leiden. Als hij hoort dat een ex-gevangene onderweg is om wraak op hem te nemen, ziet hij het als zijn plicht om in het stadje te blijven. De angstige gemeenschap heeft liever dat de sheriff weggaat, zodat zij buiten het geweld blijft. Maar buigen voor geweld is geen optie voor de wetshandhaver. Het kwaad moet worden bestreden en principes moeten worden nageleefd. De gemeenschap mag geen prooi worden van wetteloosheid en terreur.

De klassieker High Noon brengt, zoals veel westerns, een hommage aan het onafhankelijke individu. De sheriff staat voor zijn principes. Ook als zijn bruid zegt dat ze misschien toch maar beter kunnen vertrekken – ‘Voor mij hoef je geen held te zijn.’ Helaas voor haar: ‘Ik moet dit doen. Dat is alles.’

The Candidate (Michael Ritchie, 1972)
In de Hollywood-film over het Amerikaanse verkiezingssysteem stelt een idealistische advocaat (Robert Redford) zich voor de Democratische Partij kandidaat voor de Senaat. Omdat zijn populaire Republikeinse tegenstander toch al bijna zeker is van de winst, besluit de advocaat geen tactische spelletjes te spelen, maar recht voor zijn progressieve mening uit te komen.

Zijn opvattingen over burgerrechten en milieu raken onverwacht een snaar bij de kiezers, zodat hij plotseling een serieuze kandidaat is. Het leidt tot een nieuwe situatie: iedereen wil meeliften op zijn succes, zijn huwelijk belandt in de gevarenzone en hij krijgt te maken met de door hem altijd verafschuwde achterkamertjespolitiek.

Scenarist Jeremy Larner wist waarover hij had, want hij had als speechschrijver van de in 1968 in de Democratische voorverkiezingen verslagen Eugene McCarthy dicht bij het campagnevuur gezeten. The Candidate gaat over geweten en ambitie, politieke integriteit en sluwheid. En roept de vraag op of het Amerikaanse politieke systeem automatisch tot corrumpering van integriteit en idealisme leidt. De komende jaren zullen het leren.

JFK (Oliver Stone, 1991)
Bent u ervan overtuigd dat president John F. Kennedy door één gek, Lee Harvey Oswald, is vermoord? Dan hebt u vast niet de speelfilm JFK gezien. Oliver Stone zet alle middelen in – en dat zijn er in zijn geval niet weinig – om de kijker ervan te overtuigen dat Kennedy slachtoffer was van een CIA-complot. Met een visueel bombardement sleurt hij de kijker net zo lang mee over een achtbaan tot hij hijgend toegeeft dat de president niet door één schutter vermoord kan zijn.

De ‘bewijsvoering’ komt uit de mond van aanklager Jim Garrison, die, zoals het een held betaamt, desnoods zijn huwelijk offert om de waarheid boven tafel te krijgen. JFK bewijst de geweldige manipulatieve kracht van film. Stone laat alle argumenten die tegen zijn stelling pleiten buiten beschouwing en vult gaten in de ‘bewijsvoering’ met verzinsels, die hij als historische feiten opvoert. Het roept ambivalente gevoelens op: JFK is een geweldige film van een man die de kracht van het medium kent, maar die – en dat is het verontrustende – een even overtuigende film zou kunnen maken over de stelling dat Kennedy door één man vermoord is.

Maar liever een Hollywood-filmmaker die zijn nek uitsteekt (zie ook Stones Nixon) dan het leger windvanen dat Hollywood zijn opportunistische imago bezorgt.

The Matrix (Andy en Larry Wachowski,1999)
Is de werkelijkheid kenbaar? Typisch een discussieonderwerp voor als er niets aan de hand is in de wereld. In de jaren voordat vliegtuigen de Twin Towers in vlogen, grepen pretentieuze filmmakers hun kans. Zoals de actiefilmers Andy en Larry Wachowski, die met The Matrix wilden laten zien dat ze niet van de straat waren.

In de film ontdekt een hacker dat de wereld niet bestaat. We leven in een virtuele werkelijkheid en zijn marionetten in een ‘systeem’. Ah, het systeem. Wie de jaren zestig heeft meegemaakt, weet genoeg: achter de schermen trekken duivelse machthebbers aan touwtjes. Via stromannen die de media beheersen, beliegen en bedriegen ze de dom gehouden mensheid.

Met The Matrix belanden we in de wereld van geraffineerde complottheorieën.

Met The Matrix belanden we in de wereld van geraffineerde complottheorieën, die in de Amerikaanse samenleving altijd een vruchtbare voedingsbodem vinden. U dacht misschien dat in de Verenigde Staten de president de hoogste machthebber is? Hoe naïef! Presidenten zijn marionetten, die moeten doen wat hun wordt ingefluisterd. Zo niet… enfin, zie JFK.

Dat regeerders geen masterplan hebben, maar van incident naar incident struikelen is voor veel Amerikanen te prozaïsch. Een Hollywood-film over duistere opzet is veel spectaculairder. Er moeten complotten zijn!

Wall Street (Oliver Stone, 1987)
Kwam de kredietcrisis uit de lucht vallen? Niet voor Oliver Stone, die ruim twintig jaar geleden met Wall Street een felle morele aanklacht maakte tegen het internationale financiële kapitalisme, met Wall Street als centrum.

De film schetst de hebzucht en het cynisme van beurshandelaren, die bedrijven bespringen als prooien, om ze vervolgens leeg te zuigen. De film voert de steenrijke beurshandelaar Gekko op (misschien wel Michael Douglas’ beste rol), die wordt gedreven door het motto ‘Hebzucht is goed’.

De jonge beurshandelaar Bud Fox ziet een flitsende yuppencarrière opdoemen als hij voor Gekko mag werken. De twee kunnen het als mentor en leerling uitstekend met elkaar vinden, maar dat verandert als Gekko zich stort op het vliegtuigmaatschappijtje waar Fox’ vader als mechanicus werkt. Hij wil het bedrijf kopen, in stukken opdelen en het bedrijfspensioenfonds plunderen.

Klinkt bekend? Wall Street richtte zich tegen de sfeer van hebzucht die aangemoedigd werd door president Reagan, maar vergeleken met de financiële manipulaties die de wereld nog te wachten stonden zijn de praktijken in de film nog maar kinderspel. Wall Street toont de kinderkamer waar het monster opgroeide.

Film zit in het DNA van de Amerikaanse samenleving. Geen land waar cinema meer invloed heeft op de collectieve psyche. Wie de Amerikaanse cultuur wil leren kennen, moet vooral films kijken. Welke tien speelfilms moeten we zeker zien van Maarten van Rossem?

The Godfather-trilogie (Francis Ford Coppola, 1972-1990)
Wie denkt dat in Nederland het gezin de hoeksteen van de samenleving is, moet The Godfather-trilogie gaan zien. De sage over de New Yorkse familie Corleone gaat over veel, maar in de eerste plaats over het belang van familie.

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Gerelateerde artikelen

Maarten leest literaire klassiekers!

Sterrenstelsels, zwarte gaten en buitenaards leven

Amerika ontrafeld

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.