Loos alarm: cola is dodelijker dan terrorisme

DOOR BART DE KONING

Terroristen, seriemoordenaars en dieven liggen op de loer om onschuldige burgers te grazen te nemen. Ook dreigen er vreselijke rampen en enge ziektes. De wereld om ons heen is levensgevaarlijk – voor wie afgaat op de media tenminste. Maar wie rationeel om zich heen kijkt, ziet dat het allemaal reuze meevalt.

Uit Maarten! 2018-3

Stel dat moslimextremisten in 1150 een paar christenen in Jeruzalem onthoofd zouden hebben om hun eis kracht bij te zetten dat de kruisvaarders het Heilige Land moesten verlaten. Zouden de Europeanen dan doodsbang zijn geworden door deze terreurdaad? Natuurlijk niet, zo schreef de Israëlische historicus Naoh Yuval Harari een paar jaar geleden in The Guardian. De extremisten zouden uitgelachen zijn. ‘Als je serieus genomen had willen worden, had je op z’n minst één of twee versterkte kastelen moeten veroveren.’

Voor middeleeuwers was een onthoofding niets bijzonders. Dat dergelijke gruwelijkheden ons nu wel raken komt doordat burgers in de westerse wereld in de eenentwintigste eeuw een zeer veilig leven leiden. Onze hoogontwikkelde samenlevingen kennen vrijwel geen politiek geweld meer en er is, historisch gezien, heel weinig gewelddadige misdaad. Juist omdat we niet meer gewend zijn aan extreem geweld, jaagt het burgers enorme angst aan als het toch een keer misgaat. ‘Het voelt alsof de sociale orde op het punt staat in elkaar te storten,’ schreef Harari. ‘Na eeuwen van bloedige gevechten zijn we uit het zwarte gat van het geweld geklommen, maar we voelen dat het zwarte gat er nog steeds is, geduldig wachtend om ons weer op te slokken. Een paar gruwelijke wreedheden en we denken dat we er weer in terugvallen.’

Veel Amerikanen en Europeanen geven in enquêtes aan dat ze terrorisme zien als de allergrootste bedreiging van deze tijd. Dat is irrationeel, want terroristen zijn amper in staat om een paar provincies in het Midden-Oosten te besturen. Terrorisme is het wapen van de machtelozen. Geen enkele ooit beruchte terreurbeweging heeft haar doelen behaald: de RAF, de IRA, de ETA, de Rode Brigades zijn allemaal gecapituleerd of verdwenen. De westerse wereld heeft die terreurbewegingen van zich af geschud. De gedachte dat IS of soortgelijke organisaties een wezenlijke bedreiging voor onze westerse beschaving zouden kunnen zijn is onzinnig.

Geen enkele ooit beruchte terreurbeweging heeft haar doelen behaald

Natuurlijk kunnen terroristen wel individuele burgers treffen, maar die kans is verwaarloosbaar, zo schrijft psycholoog Steven Pinker in zijn boek Enlightment Now (2018). Zelfs in het annus horribilis 2015, met aanslagen op het vliegveld van Brussel, Parijse nachtclubs en de boulevard in Nice, stierven er in heel West-Europa 175 mensen door terrorisme, tegen ruim 19.000 door bijvoorbeeld auto-ongelukken. Dat is op zich ook al een laag aantal: in de westerse wereld overlijden verreweg de meeste mensen vredig na hun 75ste verjaardag, thuis of in een ziekenhuis, aan een ouderdomsziekte. In Nederland is de kans dat je overlijdt na een val van de trap vele malen groter dan de kans dat je vermoord wordt.

Hoewel we tegenwoordig langer, gelukkiger, veiliger en gezonder leven dan ooit tevoren in de wereldgeschiedenis en de kans om vroegtijdig door geweld te overlijden minimaal is, zijn veel burgers in het Westen toch irrationeel bang voor zaken als terrorisme en misdaad – en daardoor onnodig somber.

Steven Pinker is een van de wetenschappers die zich daarover verbazen en die er tegengas aan willen geven. Hij en andere rationele optimisten, zoals Matt Ridley en Hans Rosling (zie kader) hebben inmiddels een kleine bibliotheek bij elkaar geschreven met boeken waarin ze uitleggen hoe goed het eigenlijk gaat met onze planeet én waarin ze proberen te verklaren waarom mensen ondanks alle voorspoed en veiligheid toch geneigd zijn om vooral te kijken naar de dingen die misgaan.

De Verlichting mag ons dan onnoemelijke vooruitgang gebracht hebben, maar cognitief zijn we in veel opzichten nog steeds holbewoners, zo legt psycholoog Pinker uit. We zijn voorgeprogrammeerd om vooral op negatieve en gevaarlijke ontwikkelingen te letten. Dat komt door evolutionaire selectie: blije en zorgeloze apen werden opgegeten, gestreste apen die achter elke boom een leeuw vermoedden overleefden en konden zich voortplanten. Maar die eigenschappen, die in een gevaarlijke en voedselarme omgeving van levensbelang waren, maken ons nu onnodig bang. We zijn, ondanks eeuwen van wetenschappelijke vooruitgang, nog steeds niet goed in abstract denken en het gebruik van statistiek. Dat onze wereld objectief gezien veilig is, dringt niet goed tot ons door, terwijl ongelukken, misdaden en aanslagen ons bovenmatig raken.

In het westen overlijden verreweg de meeste mensen vredig na hun 75ste verjaardag aan een ouderdomsziekte

 De media voeden onze voorkeur voor negativiteit door vooral te berichten over ellende – en dat 24 uur per dag. Het is alsof ons holbewonersbrein permanent blootstaat aan brullende sabeltandtijgers en holenberen. Deze negativity bias is buitengewoon krachtig. ‘Always predict the worst, and you’ll be hailed as a prophet,’ zo zei de Amerikaanse zanger en komiek Tom Lehrer al. Ook fundamenteel positieve ontwikkelingen, zoals de onloochenbare sociale, economische en politieke vooruitgang in Europa van de afgelopen decennia, kunnen daardoor makkelijk een negatieve twist krijgen.

Denk bijvoorbeeld aan de stokpaardjes van Thierry Baudet en zijn goeroe Jordan Peterson: ‘Europa is bureaucratisch, slap en decadent, en er zijn geen echte mannen meer.’ Steven Pinker wijst er terecht op dat onheilsprofeten al meer dan twee eeuwen de ondergang van de westerse en/of Europese beschaving aankondigen. Baudet is de zoveelste in een lange reeks.

Voor politici is de negativity bias een nooit opdrogende bron van stemmen. Wie paniek zaait, zal altijd kiezers trekken. Frank Furedi wees er in The Politics of Fear (2005) op dat de klassieker ‘terroristen kunnen nu elk moment een kernwapen in handen krijgen’ al meer dan een halve eeuw meegaat. De neoconservatieven hebben na 9/11 de angst voor terrorisme behendig uitgemolken om niet alleen Irak binnen te vallen, maar ook een enorm surveillanceapparaat op te bouwen dat alle burgers in de gaten kan houden. De Britse filmmaker Adam Curtis gaf zijn documentaireserie hierover de veelzeggende titel The Power of Nightmares (2004).

Psycholoog Hans Boutellier doet al decennia onderzoek naar de veiligheidsindustrie. ‘Alles wordt al sinds de jaren tachtig enorm door de bril van veiligheid bekeken,’ zo zei hij onlangs in een interview op De Correspondent. ‘Ik heb veiligheid in mijn oratie een “semantisch sleepnet” genoemd. Wij hebben in onze samenleving een utopisch verlangen naar een wereld die veilig is. Rond 2000 heb ik het NOS-Journaal een tijdje geklokt. Soms ging het 60 procent van de tijd over onderwerpen die met veiligheid te maken hadden. Er is een enorme groei geweest van beleid en commercie die te maken hebben met dit verlangen naar veiligheid.’ Denk hierbij aan de ongebreidelde opmars van detectiepoortjes, deuren die alleen met veiligheidspasjes, pincodes of vingerafdrukken te openen zijn en beveiligingscamera’s. Of aan het groeiende legioen van beveiligers en mannen in fluorescerende hesjes.
Veiligheid in de breedste zin van het woord is een groeimarkt geworden, waarbij het er niet meer toe lijkt te doen wat de echte risico’s zijn. Yuval Noah Harari stelt dat er elk jaar in de westerse wereld miljoenen mensen overlijden aan overgewicht en de daarmee samenhangende ziektes. ‘Voor de gemiddelde Amerikaan of Europeaan is Coca-Cola een veel grotere bedreiging dan Al Qaida.’

Dat we dit niet zien komt door de zogenoemde availability heuristic: we schatten de waarschijnlijkheid van een gebeurtenis niet objectief in, maar op basis van het gemak waarmee het ons te binnen schiet. De slachtoffers van terreuraanslagen ploppen sneller en indringender in ons brein naar boven dan de mensen die in een ziekenhuis bezwijken aan hun overgewicht – ook al zijn dat er miljoenen meer.

‘Voor de gemiddelde Amerikaan of Euroepaan is Coca-Cola een veel grotere bedreiging dan Al Qaida’

Na 9/11 durfden veel Amerikanen niet meer te vliegen en pakten daarom de auto. De Duitse risico-expert Gerd Gigerenzer heeft later becijferd dat daardoor 1595 Amerikanen extra zijn omgekomen in het verkeer. Autorijden is namelijk per afgelegde kilometer veel gevaarlijker dan vliegen. Zelfs als er één vliegtuig per jaar gekaapt zou worden is de kans voor een Amerikaanse frequent flyer om daardoor te overlijden kleiner dan één op 6 miljoen. Daarentegen is de kans om te overlijden aan een auto-ongeluk in Amerika jaarlijks één op 7000, de kans op overlijden aan kanker één op 600 en voor hartfalen één op 400. Maar dat zijn geen spectaculaire, angstwekkende gebeurtenissen. De availability heuristic speelt in ons land natuurlijk ook. Er gaan elk jaar in Nederland zo’n 20.000 mensen dood aan de gevolgen van roken, 55 per dag. Dat is geen nieuws. Maar als er in Amsterdam een toerist uit het raam valt omdat hij paddo’s of een pilletje heeft gebruikt is het wél nieuws en volgen er Kamervragen.

Het vervelende aan onze risicosamenleving is dat naarmate we objectief veiliger worden, we ons vaak onveiliger gaan voelen – juist omdat we zo gevoelig worden voor gevaar. Dat speelt op meer terreinen. Naarmate ons voedsel veiliger wordt en onze gezondheidszorg beter (we worden steeds ouder), nemen de angsten voor schimmiger en obscuurdere risico’s toe.

Politici zijn niet de enigen die ontdekt hebben dat paniekzaaien over de verkeerde dingen lucratief kan zijn. Marqt, de milieubewuste supermarkt, verkoopt bijvoorbeeld gefilterd Nederlands kraanwater in plastic flessen. Columnist Teun van de Keuken wond zich daar in de Volkskrant terecht over op: ‘Waarom?! Waarom zou je prima kraanwater dat al door de waterleidingbedrijven is gezuiverd nogmaals filteren en in vervuilende plastic flessen stoppen? En waarom verkoopt de winkel van “echt eten”, van puur, eerlijk en verantwoord voedsel deze flauwekul?’

Marqt legt op een blog uit waarom ze het Nederlandse leidingwater, dat tot het beste van de wereld behoort, toch filteren: ‘Drink je er één of twee glazen van, geen vuiltje aan de lucht. Maar wil je aan die dagelijkse anderhalf tot twee liter komen, dan raden we je aan gefilterd water te kiezen.’ Er zitten namelijk chemicaliën in: ‘Het gaat om kleine hoeveelheden die niet direct schadelijk zijn.’ Dat vindt Marqt griezelig, want zulke stoffen, ‘al is het in nog zulke kleine concentraties, vervuilen ons water wel degelijk’. Enig bewijs daarvoor ontbreekt.

Van de Keuken gaat er zelf in zijn column niet op in, maar een bezoekje aan Marqt levert een eenvoudig antwoord op zijn ‘waarom-vraag’: een fles gezuiverd kraanwater kost 69 cent. Wie bedenkt dat kraanwater in Nederland tussen de 43 en de 79 cent per kuub kost – dus per 1000 liter – kan eenvoudig uitrekenen dat een liter water na filtering bij Marqt een factor 1000 duurder is geworden.

Daarmee volgt Marqt de lucratieve strategie van alle bronwater-, frisdrank- en sportdrankproducenten. Die hebben de afgelopen decennia met een uitgekiende marketingstrategie de moderne consument een dubbele fobie aangepraat: dat we voortdurend op het punt staan om door uitdroging om het leven te komen en dat gewoon kraanwater beslist níét het antwoord is op deze levensbedreigende situatie.
 
Die strategie is krankzinnig succesvol gebleken. Of het nu gaat om studenten in collegezalen, treinreizigers of mensen die een rondje door het park rennen, werkelijk overal lopen volwassen mensen de hele dag rond met hun zuigflesjes in de hand.

De kern van de bangmakerij is dat de ‘water-in-flessenindustrie’ erin geslaagd is om mensen wijs te maken dat je de hele dag door moet drinken: ‘Als je dorst krijgt, ben je te laat.’
Dat is een van de fabeltjes die wetenschapsjournalist Mariska van Sprundel onderuithaalt in haar lezenswaardige boek over de zin en onzin van hardloopwijsheden Alles wat je wilt weten over hardlopen (2018). Sportdrankfabrikanten hebben de sporter wijsgemaakt dat ze voortdurend het risico lopen om uitgedroogd te raken, maar daar is geen wetenschappelijk bewijs voor. Toch drinken wereldwijd talloze sporters tegen heug en meug liters sportdrank weg tijdens wedstrijden. Allemaal omdat ze geloven dat hun lichaam zelf niet zou weten dat het uitgedroogd is.

Rationeel en nuchter denken heeft de mensheid ver gebracht, en er is geen reden om het nu op te geven

‘Terwijl we een prima mechanisme hebben dat uitdroging detecteert en erop reageert: dorst,’ zo schrijft Van Sprundel. ‘Er is geen bewijs dat iemand tijdens een marathon ooit is gestorven aan uitdroging, maar er zijn zestien doden en 1600 zieken gerapporteerd onder wedstrijdatleten op de marathon door te weinig natrium in hun bloed. Dat gebeurt als sporters bij lange inspanning meer drinken dan hun nieren kunnen verwerken. Het natrium in het bloed verdunt en dat is een slechte zaak voor het functioneren van je brein: verwarring, stuipen en bewustzijnsvernauwing liggen op de loer.’

Dit is een fascinerend gevolg van onze risicosamenleving: we zijn zo bang voor (vermeende) risico’s dat we overreageren en daarmee nieuwe en wel degelijk echte gevaren creëren. Denk aan de bijna 1600 mensen die uit angst voor terrorisme het vliegtuig meden en een auto-ongeluk kregen. Of neem de mensen die hun kinderen niet laten vaccineren omdat ze denken dat die er autistisch van worden. Het wrange is dat deze ingebeelde angst een luxe bijproduct is van ons zeer succesvolle vaccinatiebeleid: ouders die hun eigen kinderen in hun armen hebben zien sterven aan vermijdbare infectieziektes hebben geen tijd voor onzintheorietjes over autisme.
 

 
Wie schrijft over de irrationaliteit van de mens loopt het risico om zelf ook in de valkuil van de negativity bias te tuimelen. Tegen zoveel aangeboren domheid valt niet op te boksen, toch? Het is een argument dat ook vaak opduikt in het vaccinatiedebat: meer feiten aandragen zou niet helpen tegen emotionele bezwaren. Maar dat is een misverstand. Rationeel en nuchter denken heeft de mensheid ver gebracht en er is geen reden om het nu op te geven, omdat internet fake news voor iedereen bereikbaar maakt. Ook al zul je een klein deel van het publiek niet bereiken met feiten en ratio, de meerderheid is er wel degelijk ontvankelijk voor.

Bestsellende psychologen, zoals Dan Ariely, en economen, zoals Steven Levitt, scheppen er een satanisch genoegen in om de moderne mens als een onverbeterlijk blunderende Neanderthaler neer te zetten. Voor een deel hebben ze daarin gelijk: we zijn aangeklede mensapen met talloze aangeboren denkfouten. Maar we zijn ook homo sapiens, met hersenen die ver genoeg ontwikkeld zijn om hun eigen ingebakken fouten te doorzien. Socrates stond aan het begin van een lange traditie van denkers die ten strijde trokken tegen de domheid en onwetendheid van het publiek, en dat heeft door de eeuwen heen waardevolle inzichten opgeleverd. Stoïcijnse filosofen, zoals Epictetus, Seneca en Marcus Aurelius, leerden dat rationeel redeneren angst beheersbaar kan maken. Hedendaagse denkers, zoals Steven Pinker, Matt Ridley en Hans Rosling, staan in die traditie. De Zweedse arts Rosling besteedde een groot deel van zijn leven aan het bestrijden van misverstanden. Tijdens het schrijven van Feitenkennis (2018) kreeg hij te horen dat hij aan ongeneeslijke alvleesklierkanker leed.

In het hoofdstuk ‘Laatste woorden’ schrijft hij dat hij optimistisch is over zijn ideaal dat iedereen op een dag een op feiten gebaseerd wereldbeeld zal hebben: ‘De eerste reden is: een op feiten gebaseerd wereldbeeld is handig om je weg te vinden in het leven, net zoals een gps handig is. Ten tweede, en waarschijnlijk belangrijker: met een op feiten gebaseerd wereldbeeld voel je je prettiger. Het veroorzaakt minder stress en wanhoop dan het dramatische wereldbeeld, simpelweg omdat het dramatische zo negatief en angstaanjagend is. Met een op feiten gebaseerd wereldbeeld kunnen we zien dat de wereld niet zo slecht is als ze lijkt – en we kunnen zien wat we moeten doen om haar beter te maken.’

Uit Maarten! 2018-3

Terroristen, seriemoordenaars en dieven liggen op de loer om onschuldige burgers te grazen te nemen. Ook dreigen er vreselijke rampen en enge ziektes. De wereld om ons heen is levensgevaarlijk – voor wie afgaat op de media tenminste. Maar wie rationeel om zich heen kijkt, ziet dat het allemaal reuze meevalt.


Uit Maarten! 2018-3

Stel dat moslimextremisten in 1150 een paar christenen in Jeruzalem onthoofd zouden hebben om hun eis kracht bij te zetten dat de kruisvaarders het Heilige Land moesten verlaten. Zouden de Europeanen dan doodsbang zijn geworden door deze terreurdaad? Natuurlijk niet, zo schreef de Israëlische historicus Naoh Yuval Harari een paar jaar geleden in The Guardian. De extremisten zouden uitgelachen zijn. ‘Als je serieus genomen had willen worden, had je op z’n minst één of twee versterkte kastelen moeten veroveren.’

Voor middeleeuwers was een onthoofding niets bijzonders. Dat dergelijke gruwelijkheden ons nu wel raken komt doordat burgers in de westerse wereld in de eenentwintigste eeuw een zeer veilig leven leiden. Onze hoogontwikkelde samenlevingen kennen vrijwel geen politiek geweld meer en er is, historisch gezien, heel weinig gewelddadige misdaad. Juist omdat we niet meer gewend zijn aan extreem geweld, jaagt het burgers enorme angst aan als het toch een keer misgaat. ‘Het voelt alsof de sociale orde op het punt staat in elkaar te storten,’ schreef Harari. ‘Na eeuwen van bloedige gevechten zijn we uit het zwarte gat van het geweld geklommen, maar we voelen dat het zwarte gat er nog steeds is, geduldig wachtend om ons weer op te slokken. Een paar gruwelijke wreedheden en we denken dat we er weer in terugvallen.’

Veel Amerikanen en Europeanen geven in enquêtes aan dat ze terrorisme zien als de allergrootste bedreiging van deze tijd. Dat is irrationeel, want terroristen zijn amper in staat om een paar provincies in het Midden-Oosten te besturen. Terrorisme is het wapen van de machtelozen. Geen enkele ooit beruchte terreurbeweging heeft haar doelen behaald: de RAF, de IRA, de ETA, de Rode Brigades zijn allemaal gecapituleerd of verdwenen. De westerse wereld heeft die terreurbewegingen van zich af geschud. De gedachte dat IS of soortgelijke organisaties een wezenlijke bedreiging voor onze westerse beschaving zouden kunnen zijn is onzinnig.

Geen enkele ooit beruchte terreurbeweging heeft haar doelen behaald

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Maarten van Rossem: ‘Terrorisme is het wapen van de machtelozen’

‘Sinds Fortuyn is de amorfe angst voor een bedreiging van ons geliefde vaderland niet meer geweken’

Hoe angst ons in het web van de populisten drijft

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.