Lessen uit Oekraïne
Door Christ Klep
De verwachting was dat de Russen Oekraïne door cyberwarfare snel zouden overmeesteren. Maar dat is niet het geval. Zwaar geschut en vastberadenheid bepalen tot nu toe het verloop van de strijd. De oorlog in Oekraïne blijkt ook in andere opzichten leerzaam.
Uit Maarten! 2022-3. Bestel losse nummers hier
‘Dit is de meest ingrijpende gedaanteverwisseling van de oorlogvoering in anderhalve eeuw. Het is een wedloop en deze wedloop is nu begonnen!’ Krasse taal van de Britse oud-bevelhebber generaal sir Richard Barrons over de oorlog in Oekraïne. Natuurlijk, de eerste generaal die de toekomst door een roze bril aanschouwt, moet nog aangesteld worden – Si vis pacem, para bellum (‘Wie vrede wenst, bereidt zich voor op oorlog’). Maar toch. Hoog tijd voor een fact check. Wat leert het Oekraïneconflict ons over het aangezicht van de oorlogvoering in de nabije toekomst?
Toen Vladimir Poetin zijn ‘speciale militaire operatie’ ontketende, was het algemene gevoel dat zich nu de eerste voldragen tech war zou ontvouwen. Een strijd barstensvol ontwrichtende cyberaanvallen, zwermen drones en onstuitbare hypersone raketten. Zou het beheersen van datastromen nu inderdaad even belangrijk zijn als de wapensystemen en de soldaten zelf – en zelfs doorslaggevender? Het voorgevoel was toch dat Moskou de rebelse buur Oekraïne wel even fysiek en digitaal zou ontmannen.
Nou, niet echt dus. Binnen enkele maanden ontaardde de strijd in een bittere loopgravenoorlog die herinnerde aan de Eerste Wereldoorlog. Niet digitale tovenarij, maar zwaar geschut en aloude vastberadenheid domineerden het slagveld. De Russische incompetentie was zonneklaar, Poetins strategische keuzes abominabel. Geeft de Oekraïne-oorlog ons dan überhaupt wel vingerwijzingen voor de toekomstige oorlogvoering? Sommige lessen lagen nogal voor de hand. Het belang van capabel leiderschap bijvoorbeeld. Of van een doordachte bevoorrading en sterk moreel.
Het alziend oog
Andere lessen springen dan meer in het oog. Een belangrijke bevinding sluit aan bij een langetermijntrend: meer dan ooit lijkt de verdediger in het voordeel tegenover de aanvaller. Het slagveld is transparanter dan ooit, verrassingen zijn onwaarschijnlijker. De Oekraïners waren exact op de hoogte van de Russische troepenbewegingen vóór de inval. Het besluit van president Volodimir Zelensky om preventief nog niet alles militair uit de kast te halen, kwam vooral voort uit politieke overwegingen. Om te beweren dat de frustrerende onzekerheid van het slagveld (de fog of war) tot het verleden behoort, gaat wellicht te ver. Maar het is onmiskenbaar dat de opeenstapeling van sensoren – satellieten, drones, smartphones, verkeerscamera’s – verstoppertje spelen op het slagveld haast ondoenlijk maakt. De Amerikanen noemen zoiets the unblinking eye, ofwel het immer alziend oog.
‘Sinds de inval van 24 februari 2022 steken de Russische troepen af als kwetsbare felgekleurde vlinders op het wereldwijde digitale prikbord,’ schreef het tijdschrift War on the Rocks haast poëtisch. En niet zonder reden. Met vrij toegankelijke (open source) informatie kon zelfs iedere geïnteresseerde burger de posities van Russische eenheden achterhalen. Zette de Russische colonne die aanvankelijk oprukte richting Kiev zich al in beweging? Het antwoord kwam onder meer van bedrijven die satellietbeelden aanboden, zoals Maxar Technologies.
Sociale media tonen een orgie van exploderende Russische tanks en pantservoertuigen
Het Oekraïense leger moedigde burgers aan om via een speciale app te melden waar Russische militairen opdoken. Commerciële satellieten, ontworpen om met hittesensoren vuurhaarden te ontdekken, bleken ook prima geschikt om de inslagen van artilleriegranaten te lokaliseren. Sociale media toverden ons intussen een orgie van exploderende Russische tanks en pantservoertuigen voor. Het Oryx-blog – gerund door Nederlanders – achterhaalt middels open bronnen wáár de verwrongen wrakken staan (via zogenoemde geo-lokalisatie) en om welk type tank of voertuig het gaat. Zo kan iedere toeschouwer via het computerscherm de slagveldscores volgen. Dit staat overigens los van de vraag wat deze gegevens ons zeggen over het daadwerkelijke oorlogsverloop. Daarvoor is oorlog dan toch te complex. De Oekraïne-oorlog presenteert ons in feite een voorproefje van de digitale real time war van de nabije toekomst. Met bewonderenswaardige creativiteit voegden de Oekraïners informatie samen (data fusion) uit een scala van bronnen. Het razendsnel versmelten van netwerkinformatie lijkt zelfs de aloude artillerie – door Jozef Stalin ooit ‘de god van de oorlog’ gedoopt – nieuw leven in te blazen. Een Russische eenheid gesignaleerd? Dan kon de dichtstbijzijnde beschikbare Oekraïense artillerie binnen enkele minuten het doel aanvallen. Artilleriegranaten die met lasergeleiding zelf hun doel opsporen, transformeren in feite kanonnen tot hypermoderne smart weapons. Met dit instrument in handen wordt het ook gemakkelijker om de commandostructuur van de vijand aan te pakken. Tientallen Russische generaals en kolonels ondervonden dat aan den lijve.
Zwermen drones
En de tank? Moet deze metalen mastodont dan definitief zijn plaats als ‘koning van het slagveld’ opgeven? De beelden van de strijd in Oekraïne zijn allesbehalve een lofzang op de tank. Ook hier lijkt de verdediger steeds meer in het voordeel. Beweeglijke groepjes militairen met draagbare antitankwapens – zoals de Amerikaanse Javelin, de Zweeds-Britse NLAW of de Duitse Panzerfaust – bleken hoogst effectief tegen Russische tanks.
Hoe dan ook speelt hier een evidente kosten-batenafweging. ‘Oorlog is een hel,’ mijmerde de fameuze generaal William Tecumseh Sherman tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. ‘Maar vooral ook peperduur.’ Een NLAW kost per schot ongeveer 40.000 euro. De Javelin heeft een prijskaartje van ongeveer 200.000 euro. Op het eerste gezicht niet bepaald een bonuskoopje. Maar wel een prima aanschaf in de wetenschap dat een moderne Russische tank al snel voor 3 tot 5 miljoen euro uit de fabriek rolt. Je hoeft geen neoliberale econoom te zijn om dan de kosten-batenafweging te snappen.
Voorstanders van de tank zijn inmiddels – ook in Nederland – een tegenoffensief begonnen: nee, de tank is nog lang niet dood. Zolang de rupsreus maar bescherming krijgt van eigen infanterie, slimme bepantsering en van anti-antitankraketten. Hoe het ook zij, de toekomst van de tank is er niet eenvoudiger op geworden.
Bij de bemande vliegtuigen ontwaren we iets soortgelijks. Zonder volledige controle over het luchtruim zijn grote luchtlandingen met helikopters of vanuit trage transportvliegtuigen bijzonder riskant. Dat was altijd al zo, maar intussen slaat de slinger toch echt in de richting van relatief goedkope luchtdoelraketten en onbemande systemen door. Moderne krijgsmachten experimenteren al met zwermen drones en kunstmatige intelligentie om trage tegenstanders als helikopters en transportvliegtuigen uit te schakelen. ‘Het zal niet lang meer duren voor deze innovaties daadwerkelijk beschikbaar komen,’ schreven de Amerikaanse analisten David Barno en Nora Bensahel, ‘en dan ziet het er slecht uit voor al die kostbare bemande vliegtuigen die op niet al te grote hoogte hun werk moeten doen.’
Niet voor niets kiezen moderne legers steeds vaker voor langeafstandsraketten. Tijdens de Oekraïne-oorlog doken herhaaldelijk geruchten op dat de Russen hypersone raketten zouden hebben afgevuurd. Hypersone raketten halen minstens vijf keer de snelheid van het geluid en kunnen onderweg van koers veranderen. Voor bestaande luchtafweersystemen zijn ze welhaast onstuitbaar. Zowat alle grote mogendheden zullen in de komende decennia deze hypersone kaart uitspelen.
Cyber overschat
En hoe zit het dan met de veelbesproken cyberwar, ofwel het digitale duel via computers en computernetwerken? Deze netwerken zijn in potentie erg kwetsbaar. We kennen inmiddels spectaculaire voorbeelden, zoals de Amerikaans-Israëlische Stuxnet-computerworm, die in 2007 duizenden Iraanse atoomcentrifuges doldraaide. ‘Cyberspace is uniek,’ schreef Brad Smith van Microsoft. ‘Als staten hun computercodes in de strijd werpen, flitsen deze digitale wapens rond met de snelheid van het geluid. Cyberaanvallen via internet ontmantelen de vertrouwde bescherming die tastbare grenzen, muren en oceanen bieden. En internet zelf is – in tegenstelling tot land, water en lucht – een menselijke creatie in handen van zowel overheden als de particuliere sector.’
De Russen zouden de Oekraïense digitale infrastructuur wel even platleggen, was dus het vermoeden. Dat gebeurde maar ten dele. Inderdaad schakelde onder meer het Russische cyberwapen FoxBlade op de eerste dag van de aanval belangrijke digitale infrastructuur uit. Maar de internationale computercavalerie schoot al snel te hulp, in de vorm van westerse inlichtingendiensten, softwarebedrijven en hackers. De inventieve Oekraïners hadden een groot voordeel: ze konden terugvallen op flexibele horizontale digitale en maatschappelijke netwerken. Dit bood een enorm voordeel tegenover de starre top-down-netwerken waarmee de Russische autocratie zichzelf heeft opgezadeld.
Met hun smartphones en geïmproviseerde netwerken slaagde het gros van de Oekraïners erin hun dagelijkse leven zo goed mogelijk weer op te pakken. Ook ontheemde Oekraïners konden zo bijvoorbeeld overal hun identiteit aantonen. Dit alles overigens mede met dank aan de 15.000 Starlinknetwerkrouters waarmee weldoener Elon Musk Oekraïne overspoelde.
Nee, de tank is nog lang niet dood
Op papier zijn democratieën extra kwetsbaar voor cyberbeïnvloeding juist vanwege hun open karakter. De voorlopige conclusie is echter dat deze beïnvloedingspogingen niet bijster doeltreffend bleken en de weerbaarheid van Oekraïne groot bleef. Natuurlijk dropen sommige Russische beïnvloedingspogingen van haast gênant amateurisme. Zoals de deepfakevideo die medio maart 2022 opdook waarin president Zelensky zogenaamd het Oekraïense leger opriep de wapens neer te leggen. Alleen al het foute accent was een weggevertje. Net als de halo van stuiterende pixels die het presidentiële hoofd omkranste.
In het algemeen was de les voor toekomstige oorlogvoering vooral dat een vastberaden overheid en bevolking zich wel degelijk tegen cyberbeïnvloeding kunnen wapenen. Sterker nog: hoe meer de cyberoorlog het dagelijkse leven van burgers binnendrong, hoe verontwaardigder diezelfde burgers reageerden. Ook de Oekraïners zelf moesten ervoor waken om ethisch over de schreef te gaan. Zo opende de Oekraïense overheid een website met gegevens van omgekomen en gevangen Russische soldaten. Hun identiteit werd deels achterhaald met vrij verkrijgbare gezichtsherkenningssoftware. Officieel moest de website Russische families zekerheid geven – een daad van medemenselijkheid. In de praktijk waren de reacties op deze ‘onsmakelijke propaganda’ eerder afkeurend – al helemaal in Rusland zelf.
Een verbond van staten, bedrijven, non-gouvernementele organisaties en hackers zette zich als de bliksem aan de cyberverdediging van Oekraïne. De Oekraïense overheid slaagde er nipt in de gegevens van cruciale servers naar de digital cloud weg te sluizen. Microsoft bijvoorbeeld sprong bij met expertise en herstelcodes. Dit alles bracht cyberdeskundige James Andrew Lewis van het Center for Strategic and International Studies tot een scherpe gevolgtrekking: ‘Ik wil de cybergemeenschap niet beledigen, maar cyberaanvallen worden overschat. Ze zijn onmisbaar bij spionage of misdaadbestrijding, maar allesbehalve beslissend in een gewapend conflict.’
Deze inschatting lijkt me op zijn beurt een tikkeltje overdreven. Waarschijnlijk moet de les voor de toekomstige oorlogvoering zijn dat cyber slechts serieus effect zal hebben als onderdeel van een breed pakket van elektronische oorlogvoering: het verstoren van vijandelijke communicatie, desinformatiecampagnes, aanvallen tegen satellieten en precisiewapens.
Een NLAW kost per schot 40.000 euro
Er valt ten slotte nog een andere conclusie te trekken: kernwapens are here to stay – als ze al ooit echt in de wereldcoulissen waren verdwenen. Poetins chantage met kernwapens (‘escaleren om te de-escaleren’) was een reden voor de NAVO om niet in te grijpen. In Oekraïne zelf kwam soms een zekere atoomnostalgie bovendrijven: wat als het land na de ineenstorting van de Sovjet-Unie nu eens zijn kernarsenaal had behouden? Voor Noord-Korea is er al helemaal geen reden meer om het eigen kernwapenprogramma af te breken. Iran idem. De Oekraïne-oorlog heeft de atomaire wapenwedloop – kleinere wapens, nauwkeuriger, sneller – verder gesmeerd. Kernwapens staan wederom boven aan de menukaart van internationale machtsinstrumenten.
Schreeuwend duur
Al met al: de meest ingrijpende gedaanteverwisseling van de oorlogvoering in anderhalve eeuw is de Oekraïne-oorlog niet. Wel is die in bepaalde opzichten een voorbode van de oorlog van de nabije toekomst. Tanks, kanonnen, helikopters en gevechtsvliegtuigen zullen echt nog wel een tijdje meegaan. Zoals de planning nu is, faseert Nederland zijn splinternieuwe F35-gevechtsvliegtuigen pas over een halve eeuw uit! Het zal hoe dan ook nog wel tien tot twintig jaar duren alvorens we volledig zelfdenkende (‘autonome’) systemen, laserwapens en andere futuristische wapens op het slagveld tegenkomen.
Het Russische geklungel zegt ook iets over de kloof tussen enerzijds de ontwikkeling van nieuwe militaire technologie en anderzijds het daadwerkelijke nut ervan op het slagveld. Het zijn vaak niet eens zozeer de technische barrières die bepalen of wapens gaan werken. Hun nut is eerder afhankelijk van institutionele, bureaucratische en culturele wendbaarheid of stroperigheid. In dit opzicht zal de Oekraïne-oorlog met name een top-down ingerichte staat als China niet geruststellen. Interessant genoeg bouwen de Chinezen daarom – net als het Westen – steeds meer op dataverwerking als beslissende factor op het slagveld. Sterker nog: Beijing heeft inmiddels ‘data’ officieel toegevoegd – naast land, arbeid en kapitaal – aan het rijtje marxistische productiefactoren. De Oekraïne-oorlog herbevestigt ten slotte nog een andere diagnose voor de toekomstige oorlogvoering. Een kleinere, maar vastberaden tegenstander kan het lang volhouden tegen een schijnbaar machtigere opponent. Deze vaststelling zal gedisciplineerde kleinere staten als Taiwan en Iran mogelijk ietwat geruststellen.
Hoe dan ook zijn moderne wapensystemen inmiddels zo schreeuwend duur – en de voorraden dus beperkt – dat elke oorlog vooral op korte termijn gewonnen moet worden. Op een slagveld gedomineerd door de verdediger zou het effect uiteindelijk weleens een afname van het aantal aanvalsoorlogen kunnen zijn.
De verwachting was dat de Russen Oekraïne door cyberwarfare snel zouden overmeesteren. Maar dat is niet het geval. Zwaar geschut en vastberadenheid bepalen tot nu toe het verloop van de strijd. De oorlog in Oekraïne blijkt ook in andere opzichten leerzaam.
Uit Maarten! 2022-3. Bestel losse nummers hier
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren