‘Je voelt je vooral Europeaan als je niet in Europa bent’

Door Maarten van Rossem

Twee ‘Europa-momenten’ beleefde Maarten ooit, waarop hij zich plotseling en met genoegen Europeaan voelde. Maar hoe ziet zijn ideaaltypische Europa er eigenlijk uit? Het valt niet samen met het Europa op de kaart, en ook niet met de Europese Unie – het heeft eerder te maken met oude steden en ideeën, met kerken, kunst en de geschiedenis die altijd zichtbaar is.

Illustratie: Job van der Molen

Uit Maarten! 2023-4. Bestel losse nummers hier

In 1983 publiceerde de Engelse historicus Benedict Anderson een nieuwe en op den duur zeer invloedrijke interpretatie van het nationalisme met de titel Imagined Communities. Hij betoogde dat de natie een sociaal-culturele constructie is, die leeft in de verbeelding van al diegenen die van mening zijn deel te zijn van die natie. De leden van de natie kennen slechts een minimaal deel van de andere leden ervan, maar toch delen zij het gevoel daarbij te horen. Zo hebben de meeste Nederlanders een beeld bij het begrip Nederland. Dat kan overigens van alles en nog wat zijn, variërend van de vorm van Nederland op een kaart, het Wilhelmus en het nationale voetbalelftal tot het landschap en het weer.

Je voelt je vooral Europeaan als je niet in Europa bent

Dit idee van een sociaal-culturele constructie als drager van het gemeenschapsgevoel is evident veel breder bruikbaar. Het geldt voor elke belangengemeenschap, van de rooms-katholieke kerk tot een voetbalvereniging. Het lijkt mij ook te gelden voor Europa. Ook Europa is een imagined community. In wat hierna volgt probeer ik uit te werken hoe voor mij de sociaal-culturele constructie van ‘Europa’ eruitziet. Daarbij realiseer ik mij dat Europa in sommige opzichten wel wat weg heeft van een natie, maar in andere opzichten juist weer niet. Een belangen gemeenschap is het echter met zekerheid wel.

 

Bach en bommen

Eerst twee ‘Europa-momenten’, waarop ik mij plotseling en met een zonderling genoegen Europeaan voelde. Een paar maanden geleden zat ik een uurtje in de kerkbanken van de Frauenkirche in Dresden. Ik bedacht daar dat die prachtige kerk in allerlei opzichten een symbool is van de Europese geschiedenis, zowel van het duistere als het lichte deel ervan.

Een argeloze Nederlandse bezoeker zal denken dat de Frauenkirche een rooms-katholieke kerk is. Hoog-barok is het gebouw zeker, zij het niet rooms-katholiek, maar luthers. Ten tijde van de bouw was de keurvorst van Saksen, waarvan Dresden de hoofdstad is, rooms-katholiek. Zo was de Frauenkirche al bij de start een signaal van religieuze tolerantie. De kerk werd gebouwd tussen 1726 en 1743, en ontworpen door de stadsbouwmeester, die zijn vak verstond.

Op 1 december 1736 speelde Bach op het pas ingewijde orgel. De 100 meter hoge koepel overleefde in 1760 een langdurige beschieting door het Pruisische leger. In 1847 kwamen revolutionairen in het gebouw bijeen. Op 14 en 15 februari 1945 werd Dresden gebombardeerd door een enorme Engelse en Amerikaanse luchtvloot. Van de Frauenkirche bleef slechts een klein deel staan als Mahnmal. De stenen van de ruïne werden genummerd en opgeslagen. Pogingen van het DDR-regime om de restanten op te ruimen werden verhinderd. Na 1994 werd de kerk herbouwd, deels met de stenen van de oude kerk. De financiering van het project was internationaal, waarbij veel geld uit Engeland en de VS kwam. Het gouden kruis boven op de kerk is vervaardigd door de zoon van een Engelse bommenwerperpiloot.

Zo leek de kerk mij een symbool van de verwoesting en van de wederopstanding van Europa. Ik voelde mij daar Europeaan, zonder dat ik precies onder woorden kon brengen wat dat gevoel dan eigenlijk betekende.

Mijn tweede Europa-moment dateert van aanzienlijk langer geleden. Ik zat in het voorjaar van 1986 moederziel alleen op een motelkamer in Rockford (Illinois) en keek natuurlijk naar CNN. De zender gebruikte toen pauzefilmpjes die in steden overal in de wereld waren opgenomen. Een van die filmpjes vertoonde die avond een bejaarde, rammelende, rode tram die door de nauwe straten van een evident oude Europese stad reed. Ik kon de locatie niet direct thuisbrengen, maar het moet Praag of Lissabon zijn geweest. Plotseling werd ik overmand door een enorm verlangen naar Europa, niet zozeer naar de specifieke locatie die het filmpje had vertoond, nee, naar een soort totaalbeeld van Europa; een fantastische constellatie van oude steden, oude landschappen en kerkinterieurs met orgelspel. Die sentimenten werden zeker sterk gestuurd door de volkomen karakterloze kleine steden in het Midden-Westen van de VS waar ik die dagen doorheen was gereden. Dat waren eigenlijk geen steden, eerder structuurloze verzamelingen van gebouwen die als een schimmel over de prairie waren gegroeid.

Daarmee is een belangrijke kwestie aangeroerd: je voelt je vooral Europeaan als je niet in Europa bent. Het hier gesignaleerde Europagevoel had ik voor het eerst in de VS. Niet zozeer in een stad als Boston, die je vaak aan Europa herinnert, maar zeker wel in Rockford. Ik voelde mij in Rockford als een bange banneling, die leeft met de angst nooit meer terug te kunnen naar zijn vaderland. Wie zich afvraagt of hij/zij een echte Europeaan is, beveel ik aan een paar maanden in het Midden-Westen van de VS te gaan wonen.

 

Rafelranden

Europa is natuurlijk ook een geografisch begrip. Bij de koppeling van dat geografische begrip aan de sociaal-culturele constructie ontstaan als vanzelf allerlei praktische problemen. Waar begint en eindigt het Europa van mijn sociaal-culturele constructie? Valt die constructie wel samen met het Europa van de kaart? Het Europa van de kaart reikt traditioneel van de Ierse westkust tot de Oeral en van de Noordkaap tot Kreta. Dat geeft in ieder geval problemen indien getoetst aan mijn sociaal-culturele constructie.

Allereerst: wat te doen met IJsland en Spitsbergen? IJsland hoort mijns inziens evident bij mijn definitie van Europa. Spitsbergen hoort er niet echt bij, we moeten het wellicht rekenen tot de rafelranden van Europa. Dat is een nuttig concept: waar de grenzen van het sociaal-culturele Europa niet duidelijk zijn, kunnen we spreken van rafelranden.

Rusland is altijd nog een potentiële onderdrukker van Europa en dus geen Europees land

Ierland en Engeland zijn zonder enige twijfel onderdeel van alle denkbare definities van Europa. Weliswaar heeft Engeland de Europese Unie verlaten, maar dat maakt het sociaal- cultureel niet minder Europees. Londen of Shakespeare zijn ten diepste Europees. Daarmee is al geconstateerd dat mijn Europa-begrip niet samenvalt met de Europese Unie. In Engeland wordt door velen een sociaal-culturele definitie van het vaderland gehanteerd die Engeland (Great Britain) ziet als wezenlijk apart van het continent. Dat lijkt mij historisch en cultureel aantoonbare onzin.

Echte problemen ontstaan pas als we naar de oostelijkste delen van Europa kijken. De drie Baltische republieken vormen zonder twijfel een deel van Europa. Weliswaar waren ze tot en met de Eerste Wereldoorlog deel van Rusland, maar hun geschiedenis en ontwikkeling sinds het eind van die oorlog maakt ze onderdeel van het sociaal-culturele Europa.

 

Pech voor Sint-Petersburg

Het wordt veel lastiger als we Wit-Rusland, Rusland, Oekraïne en eventueel Georgië bezien. Wit-Rusland is op dit moment de facto in de strategische greep van Rusland. Toch denk ik dat het tot Europa behoort, ook al is het deel van de rafelrand. Minsk is een Europese stad, we kunnen Minsk niet buitensluiten. Dat geldt ook voor Oekraïne. Het westelijke deel van Oekraïne hoort zeker bij Europa – het was ooit een deel van het Oostenrijk-Hongaarse Rijk en dat was onbetwistbaar Europees. Ooit was Lviv Lemberg. Kijk naar foto’s van Lviv en je ziet onmiddellijk dat het een Europese stad is. Een van mijn geliefde oude Europese steden.

Dat is een essentieel punt aan deze randen van Europa: de grote steden zijn Europese steden, het platteland hoort wellicht tot de rafelranden. De gewelddadige Russische interventie in Oekraïne heeft dat land dichter naar Europa getrokken. Moldavië lijkt mij meer rafelrand dan Europa, maar tegelijkertijd meer Europa dan deel van het onafzienbare Rusland. Misschien speel ik nu een knullig soort Risk, maar het gaat hierbij om een ideaaltypisch Europa in mijn hoofd.

Rusland hoort daar niet bij! Wat op kaarten wordt aangegeven als Europa, namelijk Rusland tot aan de Oeral, hoort naar mijn mening niet bij het sociaal-cultureel gedefinieerde Europa, historisch niet en cultureel niet. Zeker, Sint-Petersburg is een twijfelgeval, maar Sint-Petersburg heeft pech. Het hoort toch tot de rafelrand van Azië en niet tot de rafelrand van Europa. Rusland is altijd nog een potentiële onderdrukker van Europa en dus geen Europees land.

Ooit dacht ik dat Turkije na een lange overgangsperiode wel lid van de EU zou kunnen worden, maar dat geloof ik nu niet meer. Sociaal- cultureel gezien staat Turkije op forse afstand van Europa. Jammer voor Istanbul, dat willen we er wel bij in Europa, maar niet de rest van Turkije, dus valt Istanbul helaas af.

Een aantal kleine Balkanlanden hoort eigenlijk tot de rafelrand, maar ik reken ze toch maar tot Europa. Wie even op de kaart kijkt, ziet dat er een overtuigende grenslijn kan worden getrokken van de zuidoostelijke hoek van Letland via de oostgrens van Wit-Rusland en Oekraïne naar het noorden van de Zwarte Zee. Dat is feitelijk de oostgrens van Europa. Daar zal waarschijnlijk ook over een kwart eeuw of zo de oostgrens van de EU lopen. Dan is er nog een wat vreemde vraag: horen de Verenigde Staten ook tot Europa? En Canada, Australië en Nieuw-Zeeland? Ik schreef al dat Boston een half-Europese stad is. Het is een aardige suggestie, maar nee, mijn sociaal-culturele de definitie van Europa, die sterk historisch is verankerd, sluit die landen toch uit.

Zeker als juist het unieke Europese ensemble van cultuurlandschap in combinatie met grote en kleine oude steden het ‘verbeelde’ Europa bepaalt. Ik heb in de afgelopen jaren per bus een groot aantal culturele reisjes in bovenal Frankrijk en Duitsland gemaakt. Vanuit dat traag vorderende voertuig is vooral het licht heuvelende cultuurlandschap in die landen met hun esthetisch fraai ogende afwisseling van bos en akkers een groot genoegen. Dat is een menselijk landschap. Wyoming is prachtig maar onmenselijk. Ik heb natuurlijk maar een fractie van het Europese landschap gezien, maar ben ervan overtuigd dat het ook elders vooral cultuurlandschap is en dus mensenwerk, en daar gaat het om.

Dan zijn er de prachtige Europese steden, oude steden, historisch gewortelde steden. Het uitzonderlijke karakter van vooral de oude stadskernen is helaas een trekpleister geworden voor een dreigend reuzenleger van toeristen uit alle delen van de wereld. Toeristen veranderen zelfs de mooiste oude binnenstad binnen de kortste keren in een achterbuurt. De combinatie van elegant cultuurlandschap en uitzonderlijke steden maakt Europa tot het grootste openluchtmuseum ter wereld, maar het bezoekersaantal kan wat mij betreft beperkt worden, al weet ik niet hoe.

Het is duidelijk dat in mijn sociaal-culturele definitie van Europa de geschiedenis, de altijd zichtbare geschiedenis, een essentiële rol speelt. Dan moet op zijn minst worden geschetst welke zaken die geschiedenis vorm hebben gegeven.

In grote delen van Europa zijn de Romeinen nog aanwezig, als je weet waar je kijken moet. De Romeinen zijn begonnen vorm te geven aan landschap en infrastructuur. Met hen kwam ook het christendom, dat tot voor kort een zwaar – soms te zwaar – stempel op Europa heeft gezet. De kerken die voor het christendom zijn gebouwd zijn echter zonder meer een godsgeschenk, ook voor een ongelovige als ik. In elke Europese stad staan er wel een paar, in elk dorp op zijn minst één. Sommige kerken zijn meesterwerken, of het nu gaat om de oude Bavo in Haarlem met zijn schitterende orgel of om de magistrale middeleeuwse Franse kathedralen.

Het christendom is langzaam teruggedrongen naar de randen van de moderne samenleving, maar het is toch nog alom aanwezig, al was het maar in taal en zonderlinge gewoonten.

 

Verlichting en Revolutie

Ik heb vaak gelezen dat Europa rond 1500 in vergelijking met China niets bijzonders was. Dat moge zo zijn, maar vanaf de zestiende eeuw veranderde Europa op een even spectaculaire als zonderlinge manier. Een Europese elite – het was daadwerkelijk een pan-Europees verschijnsel – zette zich aan de afbraak van traditionele ideeën. Ze produceerde de Verlichting, formuleerde revolutionaire politieke denkbeelden en maakte een begin met de wetenschappelijke studie van de wereld.

De Verlichting en de denkbeelden van de Franse Revolutie die daarvan een product waren, hadden enorme invloed. Maar het was vooral de wetenschappelijke revolutie die vanaf de late zestiende eeuw de wereld totaal zou veranderen en ervoor zorgde dat Europa, ooit een nogal rommelige regio aan de rafelrand van het reuzencontinent, de wereld drie eeuwen lang domineerde. Het was zoals bekend geen zachtzinnig regime, maar het maakte van alle afzonderlijke geschiedenissen uiteindelijk een wereldgeschiedenis.

Waarom die revolutie in het menselijk denken zich juist in Europa voordeed en niet in bijvoorbeeld China, wat volgens sommigen meer voor de hand had gelegen, is niet helemaal duidelijk. Politiek en artistiek gezien gaf Parijs na de Franse revolutie ruim een eeuw de toon aan. Napoleon zorgde ervoor dat in grote delen van Europa het nationalisme ontwaakte en zijn verlichte hervormingen maakten ook duidelijk hoe een moderne natie bestuurd moest worden.

Dat zijn ambities sneuvelden in de Russische sneeuw maakt nog eens duidelijk dat Rusland er niet echt bij hoort. Rusland is de wereldwildernis, waar in ieder geval mijn Europa niets te zoeken heeft. Zeker is wel dat Frankrijk een onmiskenbaar stempel op de Europese geschiedenis heeft gezet. Het volk moet de baas zijn en niet een door Onze Lieve Heer gelegitimeerde vorst.

De collecties van de grote musea zijn altijd Europees van aard

Helaas hebben de revolutionaire politieke en industriële ontwikkelingen van de late negentiende eeuw in de eerste helft van de twintigste eeuw tot een politieke en militaire Europese ramp geleid, waardoor Europa zwaar beschadigd raakte. Tot nu toe lijkt het erop dat het continent wel lering heeft getrokken uit de gruwelen tussen 1914 en 1945.

Maar in de sociaal-culturele de definitie van Europa waar ik het over heb, vallen die gruwelen niet meer weg te denken. Hoewel de concentratiekampen zich in de greep van het massatoerisme hebben ontwikkeld tot zonderlinge pretparken van de dood, weten we nu wat mogelijk is, en wat weer zou kunnen gebeuren. Die schaduw blijft. Ik had het niet voor niets over mijn sociaal-culturele definitie van Europa. Er is namelijk zonder enige twijfel een Europese cultuur en dan gaat het even goed over schilderkunst en literatuur als over architectuur en, allez: sport. Ik zwijg maar over het Songfestival en het eeuwige Europese voetbal, hoewel ook die zaken behoren tot de sociaal-culturele definitie van Europa. Liever schrijf ik iets over andere aspecten van de Europese cultuur. Dat zijn juist de facetten die maken dat ik mij Europees voel.

Bijvoorbeeld het stadsbeeld in de oude Europese steden en vervolgens het bezoek aan een van de grote musea. Laat ik beginnen met de National Gallery in Londen, juist omdat de Engelsen zo graag de suggestie wekken dat ze liever zo weinig mogelijk van doen hebben met the continent. Zeker, daar zijn Turner en Constable prominent aanwezig, maar de topstukken komen uit het vermaledijde Europa.

De prachtige Laetitia van Lorenzo Lotto werd in de zestiende eeuw in Italië geschilderd, Hans Holbein, de schilder van De Franse gezanten, kwam uit Augsburg en Jan van Eyck, schilder van het Arnolfini-portret, uit Vlaanderen.

 

De mooiste toren

Die schilders zijn vooral Europese schilders, hun schilderijen hadden nergens anders gemaakt kunnen worden dan in Europa. Bezoek enig ander groot museum op het continent en ook daar word je geconfronteerd met de grote Europese schilders. De collectie is nimmer nationaal maar altijd Europees van aard.

Net zo goed is er een Europese literatuur. Shakespeare was een Engelsman, maar zijn toneelstukken worden overal in Europa opgevoerd. Er bestaat zoiets als de ‘Europese roman’. Dickens is ook een Europese schrijver. Misschien moet ik dan Tolstoi maar tot ere-Europeaan benoemen, ik wil niet al te principieel overkomen.

Laat ik evenmin te elitair zijn: Agatha Christie en Jules Verne behoren tot de best verkochte schrijvers ooit, en het zijn Europese schrijvers. Bach dook al op, maar ook de grote componisten worden overal in Europa gespeeld. Als het straks wat minder gaat waaien en regenen maak ik nog een kleine wandeling in het centrum van Utrecht. Daar in het Domplein zijn de contouren van het Romeinse castellum verwerkt dat daar ooit stond. Terwijl ik die naloop waakt de Domtoren over mij. Dat is misschien wel de mooiste kerktoren van Europa, gebouwd tussen 1321 en 1382 en intussen meerdere malen gerestaureerd.

De Domtoren is ook zichtbaar op een van de beroemdste Europese schilderijen, te weten Het Lam Gods van Van Eyck. Dat is de grote attractie van Europa, dat in het heden steeds dat immense verleden prominent aanwezig is.

Meer lezen uit dit nummer? Bestel hier uw exemplaar

Reacties

Gerelateerde artikelen

‘Wij zijn niet pro-Europa, wij zijn Europees’

‘Een Europees leger en de NAVO kunnen niet naast elkaar bestaan’

‘Niet zozeer Brussel, maar de EU-landen laten zich leiden door lobby’s’

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.