De vervlogen Amerikaanse droom
Door Maarten van Rossem
Miljoenen Amerikanen geloven nog steeds dat ze het kunnen maken als ze hun best doen. In werkelijkheid is de Amerikaanse Droom voor velen onhaalbaar, schreef Maarten van Rossem. En het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in komt.
De mythologie van de Amerikaanse Droom suggereert dat iedere Amerikaan, onafhankelijk van zijn sociale uitgangspositie, alles kan bereiken wat hij wil – mits hij de juiste talenten bezit en bereid is hard te werken. Een ander leerstuk van de mythologie is de overtuiging dat elke generatie het beter zal hebben dan de vorige. De Amerikaanse samenleving zou iedereen een vrijwel onbegrensde sociale mobiliteit bieden. Dat impliceert dat de VS een klasseloze samenleving zijn. En zelfs als er toch sprake is van een zekere sociale geleding, kan ieder individu zich daar in principe aan onttrekken.
Nooit waren de inkomensverschillen zo klein als tussen 1940 en 1970
Dit hele complex van opvattingen, dat de kern van het Amerikaanse ethos vormt, is inderdaad een mythe. Het heeft steeds minder met de sociale werkelijkheid te maken. Dat vele Amerikanen desondanks nog in de mythe geloven, houdt wellicht verband met de nog verse herinneringen aan het economische mirakel van de eerste 25 jaar na de Tweede Wereldoorlog. Toen ging een meerderheid van de blanke Amerikaanse bevolking een welvaartsparadijs binnen, dat des te schitterender en miraculeuzer was in vergelijking met de sombere crisisjaren, die nog vers in het geheugen lagen.
Mirakel
Voor het eerst in de geschiedenis kon een arbeidersgezin een kleine bungalow in de buitenwijken (suburbs) kopen. Voor de deur een Chevrolet, die in Europa alleen voor de huisarts was weggelegd, in de kleine achtertuin de onvermijdelijke barbecue, en de bungalow voorzien van ongekende gemakken: telefoon, wasmachine, koelkast, centrale verwarming en na het begin van de jaren vijftig een televisie. Dat alles was te danken aan de enorme acceleratie van de Amerikaanse economie in de jaren veertig en vijftig. Nooit waren de inkomensverschillen in de VS zo klein als in de decennia tussen 1940 en 1970.
Voor de zwarte bevolking zag het er beduidend minder rooskleurig uit, maar ook zij leek op de goede weg door de migratie van het armoedige zuidelijke platteland naar de noordelijke industriesteden en het begin van de burgerrechtenbeweging.
Vanaf het begin van de jaren zeventig was het echter afgelopen met het sociaal-economische mirakel. De snelle welvaartsgroei van de periode 1940-1970 stagneerde en de inkomensverschillen begonnen in hoog tempo toe te nemen. In de grote en kleine industriesteden van het Midwesten begon de industrie te kwakkelen. Wat nog geen dertig jaar daarvoor de immense werkplaats van de geallieerde oorlogsindustrie was geweest, veranderde in twee decennia in de zogenoemde rustbelt: door goedkope import stilgevallen staalfabrieken in en rond volledig verslonsde binnensteden, met Detroit als meest afschrikwekkend voorbeeld.
De lonen van de fabrieksarbeiders kwamen onder druk te staan door omvangrijke immigratie en de verzwakking van de vakbonden, die sinds de jaren dertig hadden gezorgd voor forse lonen met goede arbeidsvoorwaarden. Zo kwamen vooral laag- en niet-geschoolden in de knel.
Crimineel verleden
Volgens officiële criteria is nu 50 procent van de Amerikaanse bevolking arm of geniet een laag inkomen. Vijftig miljoen Amerikanen worden beschouwd als food insecure. Zonder belastingheffing en herverdeling van inkomen door de federale overheid is 90 procent van de Amerikaanse bevolking in 2013 armer dan in 1972. Alleen de top 10 procent is erop vooruitgegaan, terwijl de top 1 procent enorm veel rijker is geworden.
Het mediane inkomen is in een kleine halve eeuw niet gegroeid. Ronduit miserabel is de positie van de onderste 30 procent van de Amerikaanse bevolking. Omdat zoveel goed betalende blauweboordbanen zijn verdwenen, zitten veel mannen in deze categorie structureel zonder werk. Op elke 100 werkende vrouwen zijn er slechts 65 werkende mannen. Dertig procent van de mannen in deze onderste verdieping van het inkomensgebouw heeft een meer of minder ernstig crimineel verleden, waardoor het nog veel moeilijker is om aan het werk te komen.
50 miljoen Amerikanen worden inmiddels beschouwd als food insecure
De zwarte Amerikanen in deze groep zijn er nog beroerder aan toe. Van de arme zwarte Amerikanen die hun high school niet hebben afgemaakt, heeft 68 procent in de gevangenis gezeten. Deze onderste 30 procent wordt ook geplaagd door ernstige sociale disfunctie: er wordt helemaal niet getrouwd, of de huwelijken houden geen stand. Van de kinderen woont slechts 34 procent samen met beide biologische ouders.
Anders dan de mythe wil doen geloven zijn de VS nooit een klasseloze samenleving geweest. In de jaren vijftig leken de VS op weg om in elk geval in materiële zin een klasseloze samenleving te worden. Die ontwikkeling heeft niet doorgezet. Tegenwoordig is de intergenerationele mobiliteit in de VS aanzienlijk kleiner dan in de West-Europese landen, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. De sociale mobiliteit is het hoogst in Noorwegen, Denemarken, Finland en Canada. Canada is een interessant geval. Het is in velerlei opzichten goed met de VS te vergelijken, maar doet het bij vrijwel alle denkbare criteria beter dan de reusachtige zuiderbuur. In Nederland is de sociale mobiliteit iets minder groot dan in de vier genoemde landen, maar aanzienlijk groter dan in de VS.
Gettoscholen
Wie de Amerikaanse Droom wil leven en omhoog wil in de samenleving, moet vooral zorgen dat hij hooggeschoold raakt. Hoe hoger, hoe beter. Inkomen is statistisch sterk gerelateerd aan scholingsniveau. Voor arme Amerikanen is het echter een stuk lastiger om hooggeschoold te raken dan voor rijke Amerikanen. Om te beginnen is er in de VS veel minder aandacht en geld voor preschool (groep 1 en 2 in Nederland). Terwijl voor arme kinderen of kinderen van immigranten preschool juist een goede opstap kan zijn naar de rest van het onderwijs.
Het lager en middelbaar onderwijs wordt grotendeels gefinancierd uit lokale belastingen. Daardoor zijn er fantastisch geoutilleerde scholen in de rijke buitenwijken en veel minder goede scholen in arme wijken in de binnenstad. Maar zelfs als die gettoscholen goed gefinancierd worden, zijn ze vaak hopeloos slecht. Geen land besteedt zoveel geld per leerling als de VS, maar in internationale vergelijkingen doen de VS het onveranderlijk verrassend slecht. Het aantal voortijdige schoolverlaters op de high school is sedert de vroege jaren zeventig niet af-, maar toegenomen.
Het tertiair onderwijs, meestal een vierjarige collegeopleiding, is voor arme Amerikanen in de afgelopen vier decennia moeilijker toegankelijk geworden door een bizarre kostenstijging die nog steeds doorgaat. Veel studenten bouwen zo een enorme schuldenlast op. Ooit was er geen land ter wereld waar zoveel mensen een tertiaire opleiding voltooiden als de VS. In de afgelopen veertig jaar zijn de VS onder de rijke landen echter naar de onderste regionen gezakt.
Voor veel Amerikanen waren de afgelopen vier decennia teleurstellend
Een goede opleiding is nog steeds veel waard, maar voor arme Amerikanen is de realisatie daarvan er niet makkelijker op geworden. De onderste 30 procent van het Amerikaanse inkomensgebouw is feitelijk vrijwel uitgesloten van sociale mobiliteit door educatie. Daar komt bij dat hooggeschoolden in toenemende mate trouwen met andere hooggeschoolden. Zo’n hooggeschoold echtpaar zal er alles aan doen om ook de kinderen van een voortreffelijke opleiding te voorzien. Zo ontstaat vanzelf een hooggeschoolde elite, die de Amerikaanse klassenstructuur nader bevestigt.
Ook het ontbreken van een individuele garantie voor iedere Amerikaan op goede en betaalbare gezondheidszorg belemmert ongetwijfeld de mythische gelijkheid van alle Amerikanen. Obamacare heeft destijds veel verbeterd, maar er ondertussen zijn er nog zeker tientallen miljoenen onverzekerden. Voor veel Amerikanen, waarschijnlijk voor de meesten van hen, waren de afgelopen vier decennia een teleurstellende ervaring, zeker omdat velen nog een levendige herinnering hebben aan de goudgerande democratische belofte van de jaren vijftig. Mocht er een Republikeinse dominantie blijven in de Senaat, dan ziet het er in de komende jaren ook helemaal niet naar uit dat de zo zwaar gehavende Amerikaanse Droom in haar oude luister zal worden hersteld.
Uit Maarten! 2016-3
Miljoenen Amerikanen geloven nog steeds dat ze het kunnen maken als ze hun best doen. In werkelijkheid is de Amerikaanse Droom voor velen onhaalbaar, schreef Maarten van Rossem. En het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in komt.
De mythologie van de Amerikaanse Droom suggereert dat iedere Amerikaan, onafhankelijk van zijn sociale uitgangspositie, alles kan bereiken wat hij wil - mits hij de juiste talenten bezit en bereid is hard te werken. Een ander leerstuk van de mythologie is de overtuiging dat elke generatie het beter zal hebben dan de vorige. De Amerikaanse samenleving zou iedereen een vrijwel onbegrensde sociale mobiliteit bieden. Dat impliceert dat de VS een klasseloze samenleving zijn. En zelfs als er toch sprake is van een zekere sociale geleding, kan ieder individu zich daar in principe aan onttrekken.
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren