De lichtpunten van Amerika
Door Maarten van Rossem
De inkomens in de Verenigde Staten zijn extreem ongelijk verdeeld, de sociale mobiliteit is stilgevallen en het politieke systeem functioneert niet meer. Een modale burger kan veel beter in Nederland wonen, vindt Maarten. Toch probeert hij een aantal lichtpuntjes te benoemen.
De kuststaten
Hoe meet je het goede van een land? De beste indicator is misschien wel of je er zelf graag zou willen wonen. Dan moet altijd eerst het voorbehoud gemaakt worden dat de Verenigde Staten niet als één plek te beschouwen zijn, zoals veel Nederlanders geneigd zijn te doen. Amerika is een continentgrote natie, met grote regionale verschillen. Eigenlijk kun je over Nederland al niet generaliseren, laat staan over de Verenigde Staten.
Het hele noordoosten, het oorspronkelijke Yankee America, is er op politiek en sociaal vlak prima aan toe. Dat gebied doet in veel opzichten denken aan West-Europa. In een stad als Boston of een staat als Massachusetts zou ik me, en veel Nederlanders met mij, vrij snel thuis kunnen voelen. Dat geldt ook voor een steden als Seattle of New York – een van de meest dynamische en best functionerende regio’s ter wereld. Ook met Californië is niets mis.
Dat ligt anders met het middenstuk van de Verenigde Staten, dat veel introverter, conservatiever en gewelddadiger is. Door een stapeling van factoren is de mentaliteit van de mensen in deze gebieden anders. Dat begon al met de kolonisatie. Een gebied dat door Nederlanders, Scandinaviërs, Duitsers, Engelsen of Fransen is gekoloniseerd, komt er vaak stukken beter uit dan een gebied dat door anderen is gekoloniseerd.
De Spanjaarden hebben overal zo kort gezeten dat ze niet echt hun stempel hebben kunnen drukken; het zijn vooral de Scotch-Irish die infameus zijn: dat waren en zijn nog steeds zuipers en schieters. Gecombineerd met de slavernij heeft dat in veel zuidelijke staten geleid tot een totaal andere en onaangenamere cultuur dan elders in de Verenigde Staten.
De kans dat je in Boston wordt vermoord zal misschien een fractie groter zijn dan dat je in Utrecht wordt omgelegd, maar niet zoveel groter. Maar als je in een provinciestad in het Zuiden van Amerika woont, ziet het beeld er anders uit. Als je kijkt naar allerlei ellendestatistieken – ongewenste zwangerschappen, alcoholverslaving, moordcijfers enzovoort –, dan vormen de zuidelijke staten een soort derdewereldland.
Racisme komt in alle westerse samenlevingen voor, maar het probleem van gekleurd Amerika is gigantisch. Zwarte Amerikanen worden op meer dan schandalige wijze gediscrimineerd, en voor grote delen van hen is de politie geen partij die hen beschermt, maar een vijandige bezettingsmacht. Als je alle problemen in de Verenigde Staten snel zou willen oplossen, zaag je het Zuiden eruit en geef je dat cadeau aan Mexico. De statistieken van het land zouden dan plotseling heel aardig overeenkomen met die van West-Europa.
Voor geen goud zou ik dus in een zuidelijke staat als Alabama of Louisiana willen wonen; dan ga ik nog liever naar Italië. Mits de oceaan dichtbij is, zou ik in veel andere Amerikaanse steden wel goed kunnen leven.
De beste universiteiten
Afgezien van Cambridge en Oxford bevindt de gehele top 10 van beste universiteiten ter wereld zich in de Verenigde Staten. Dat gaat dan wel om onderzoeksuniversiteiten, waar mensen niet komen voor een bachelor of master. Omdat deze instellingen – anders dan in Nederland – meestal privaat gefinancierd worden, kunnen ze alle kanten op en aantrekken wie ze willen.
Gezien onze omvang doet Nederland heel aardig mee als je wereldwijd kijkt naar de prestaties van universiteiten, maar private financiering van universiteiten heeft toch zijn voordelen. Je kunt hoogleraren dan bijvoorbeeld beloven dat ze geen college aan eerstejaars hoeven te geven, of helemaal niet ingezet worden voor colleges.
Liberaal softdrugbeleid
Eigenlijk ben ik op geen enkel niveau onder de indruk van het beleid van de Verenigde Staten, maar misschien moet ik een kleine uitzondering maken voor het softdrugsbeleid van sommige staten. Als iemand in Alabama een joint rookt, gaat hij de cel in, terwijl het in Colorado geen probleem is. Daar zijn ook de kweek en verkoop van marihuana toegestaan.
Misschien moet Nederland die weg volgen, want omdat je hier softdrugs wel aan de voordeur mag kopen, maar het product aan de achterdeur niet afgeleverd mag worden, is 50 procent van de politiecapaciteit bezet met het opsporen van wietplantages. Gelukkig wil een meerderheid van onze burgemeesters en politiecommissarissen af van dat onzinbeleid.
Prachtige natuur
Wat betreft de natuur zijn de Verenigde Staten geweldig mooi. De nationale parken mogen wat mij betreft nog groter, maar zijn voor West-Europeanen eigenlijk overbodig, omdat buiten de parken ook al ongekend veel ruimte is. Ik heb nog nooit zoveel bomen gezien als toen ik laatst met de auto vanuit Boston naar het vakantiehuis van mijn familie in upstate New York reed. Maar sommige staten, zoals Oklahoma en Kansas, zijn zo plat als een dubbeltje en in allerlei opzichten afschuwelijk eentonig.
Media van topniveau
Een van de beste facetten van de Verenigde Staten is het ruime en kwalitatief goede aanbod van kranten, tijdschriften en boeken. The New York Times vind ik van ongekend hoog niveau, maar dat komt ook doordat ik het bijna altijd eens ben met de commentaren.
Ik ben dol op de Book Review van The New York Times, en de krant heeft ook een goede buitenlandsectie met een brede blik. Veel Amerikaanse kranten hebben die niet, want het land is veel introverter dan Nederland – al hebben we hier sinds kort ook een dorpsbrigade die niets van de buitenwereld wil weten. Nog doller ben ik trouwens op het tijdschrift The New York Review of Books. In Nederland bestaat niets van dergelijk niveau.
Als je de Amerikaanse politiek wilt volgen, zijn er talloze websites beschikbaar waarop de beste journalisten de meest degelijke informatie voor je presenteren – Politico bijvoorbeeld. Amerika-deskundigen zijn daardoor eigenlijk niet meer nodig, want als je ervoor gaat zitten ben je in vier dagen een geschoold amerikanist.
Fijn aan de Verenigde Staten is dat er veel meer politieke boeken worden geschreven dan in Nederland. De hele analyse van wat er politiek gaande is in het land, is omvangrijker. Mijn interesse in Amerika is begonnen met The Making of the President, 1960 van Theodore H. White. Ik was vooral gefascineerd door de Amerikaanse presidentsverkiezingen, die ik zag als een soort politiek entertainment op hoog niveau. Daar ben ik anders over gaan denken, want de presidentsverkiezingen zijn in allerlei opzichten een aanfluiting voor de democratie. Als je je realiseert dat het eigenlijk om het dagelijks leven van veel Amerikanen draait, is daar niets leuks aan.
Door de jaren heen ben ik me scherper bewust geworden van de negatieve kanten van de Amerikaanse samenleving. Dat komt ook doordat ik behoor tot de generatie die opgegroeid is met een aanhoudend bombardement van pro-Amerikaanse boodschappen. Nu weet ik dat een modale burger veel beter in Nederland kan wonen dan in de VS.
Barack Hussein Obama
Gemeten aan zijn voorganger en zijn opvolgers was Obama een superieure president. Ze bestaan dus wel. De Amerikanen zullen er nog spijt van krijgen dat ze hem zo lullig hebben behandeld, want afgezien van zijn eerste twee jaren in functie is hij door de Republikeinse meerderheid in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden op een nihilistische manier systematisch in de wielen gereden.
Obama ziet scherp wat er gaande is in de wereld en realiseert zich dat Amerika in de wereld geen wonderen kan verrichten en daarom moet oppassen met interventies in landen waaruit je je na een paar jaar niet meer fatsoenlijk kunt terugtrekken. Andere presidenten hadden waarschijnlijk ook geen akkoord met Iran gesloten. Je kunt twijfels hebben bij de inzet van drones door de regering-Obama, maar een Amerikaanse president komt niet weg zonder iets te doen. Bij andere presidenten zou je waarschijnlijk met een interventiepolitiek zitten, met grotere schade tot gevolg.
Obamacare was een bescheiden succes. Het programma heeft ervoor gezorgd dat toch zeker 20 miljoen mensen zich hebben kunnen verzekeren. De kosten bleken veel minder hoog te zijn dan iedereen had voorspeld. Achter dit succes steekt het drama van het onvermogen van de Amerikaanse samenleving om een behoorlijke ziektekostenverzekering voor alle Amerikanen te regelen. Die initiatieven zijn sinds de jaren dertig systematisch gesaboteerd door de American Medical Association en andere ‘professionals’ die met de gezondheidszorg te maken hebben. De Republikeinen vinden dat iedereen dit soort zaken voor zichzelf moet oplossen, waardoor een grote groep Amerikanen nog steeds aangewezen is op horribele, derdewereldachtige klinieken.