Christ Klep: ‘Israël is veiliger dan ooit’
Door Christ Klept
‘Generaal, u gaat het bevel voeren over een fantastisch leger. Er is maar één probleem: we hebben geen echte vijanden meer.’ In 2015 nam luitenant-generaal Gadi Eizenkot het roer over van de Israëlische strijdkrachten. Een hoge ambtenaar ontving hem met deze woorden. Grootspraak verpakt als ironie? Misschien. Maar in de kern had de ambtenaar gelijk: nooit eerder was Israël zo veilig. Nooit eerder schilderde Israël op zo’n kleurrijk diplomatiek canvas. Een stabiele regionale grootmacht, gedreven door innovatie en profijtelijke wapenexport. Op missie in de Afghaanse provincie Uruzgan hadden Nederlandse troepen in 2009 dringend personeel nodig om de drones te besturen. Een Israëlisch particulier bedrijf kon stante pede leveren.
De buurlanden zijn vooral met zichzelf bezig, in plaats van zich obsessief met Israël te bemoeien. Pan-Arabische solidariteit is dun gezaaid. Een rechtstreekse oorlog met Israël is zowat militaire zelfmoord, weten die buurlanden.
Hamas en Hezbollah zijn op het slagveld weliswaar niet te verslaan, want voor dit soort guerrillabewegingen staat overleven al gelijk aan winnen. Maar voor Israël volstaat indamming van dit probleem. Daarom is er sprake van een blijvende smerige confrontatie vol raketaanvallen, terreuraanslagen en represailles. Maar zoals de Israëlische veiligheidsexpert Chuck Freilich opmerkte: ‘Als een raket twee burgers doodt, is dat geen tragedie voor de staat Israël. Het is een tragedie voor individuen.’
Buurland Syrië is na jaren burgeroorlog uitgeput. Ruslands rol als power broker zal vooral stabiliserend zijn. De Turkse inval in Noord-Syrië is voor Israël geen acuut probleem.
Iran dreigt en stookt, onder meer via Hezbollah. Teheran maakt zich momenteel echter drukker om de regionale aartsvijand Saoedi-Arabië. Een gelaagd antiraketschild geeft Israëlische burgers een acceptabel veiligheidsgevoel.
Israël is een stabiele regionale grootmacht, gedreven door innovatie en profijtelijke wapenexport
Waar nodig slaat Israël preventief toe. Onlangs onthulde generaal Eizenkot dat Israël al duizenden Iraanse doelen in Syrië heeft gebombardeerd. ‘In Syrië is Israël militair en qua inlichtingen volslagen superieur,’ liet de generaal tussen neus en lippen weten. Of dat honderd procent klopt? Mogelijk. Eizenkots ronkende zelfverzekerdheid is veelzeggend.
In het Midden-Oosten is het abnormale al snel het nieuwe normaal. Zie bijvoorbeeld de regionale verhoudingen. Israël trok de afgelopen jaren de diplomatieke banden aan met de Samenwerkingsraad van de Arabische Golfstaten. Daarnaast delen pro-westerse Gulfies (zoals Jordanië, Egypte, Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten) hun afkeer van Iran. De Samenwerkingsraad laat op papier elke samenwerking met Israël afhangen van vooruitgang in de Palestijnse kwestie, maar deze kwestie lijkt voorlopig op de achtergrond geparkeerd. Kroonprins Mohammed bin Salman erkent intussen het recht van Israëliërs om vreedzaam in hun eigen land te leven. Een oude wijsheid doet weer opgeld: in de diplomatie hoeft grondige haat samenwerking nog niet te beletten.
Tel daarbij ook nog eens Israëls zeer effectieve ‘bewuste dubbelzinnigheid’ over atoomwapens op. Israël ontkent noch bevestigt een nucleair arsenaal te hebben, opgebouwd uit een vrijwel onkwetsbare nucleaire driehoek: atoomwapens op onderzeeboten, op land en onder vliegtuigen. Niemand twijfelt eraan dat Israël deze bewust onbevestigde wapens zal inzetten als het ooit ten onder dreigt te gaan.
Israël is veiliger dan ooit. Het kan meer dan ooit sturing geven aan zijn toekomst. Dat zou je echter niet zeggen als je de afgelopen jaren premier Benjamin Netanyahu aanhoorde. Angst, paniek, onzekerheid. Hij stelde annexatie van sleutelgebieden op de Westelijke Jordaanoever voor en vergeleek Iran met Hitler-Duitsland, inclusief het spookbeeld van een nieuwe Holocaust.
Netanyahu belichaamt het zogenoemde veiligheidsdilemma. Enerzijds ziet hij alles wat zijn (potentiële) vijand doet als een bedreiging die tegenmaatregelen vereist. De voortdurende vlucht vooruit, zeg maar. Anderzijds zou Israël er juist goed aan doen, zoals Freilich adviseerde, ‘eens stevig nationaal in te ademen’ en strategisch geduld te betrachten.
Natuurlijk, Israëls focus op nationale veiligheid is begrijpelijk. Een strategische vergissing kan zomaar het einde van het land inluiden. Grote militaire overwinningen maken zelfverzekerd, maar de laatste was in 1973 – de Jom Kipoer-oorlog. En die overwinning was ook nog eens op het randje.
En toch heeft Israël alle reden om zelfvertrouwen uit te stralen. Er is voldoende veiligheid om maatschappij en economie efficiënt te laten functioneren. Over belangrijke veiligheidsvraagstukken bestaat binnenlands een mate van consensus. Israël doet er goed aan te erkennen dat het Iraanse regime vooral wil overleven. Momenteel is de internationale perceptie – mede dankzij Netanyahu – dat Israël elke vooruitgang blokkeert.
Daarom deze belangrijke en vergeten les in herinnering geroepen: toen in september 1993 het Oslo-vredesproces in Israëlisch-Palestijnse toenadering resulteerde, was het vooral Israël dat profiteerde, inclusief een golf aan buitenlandse investeringen.
Perfecte veiligheid bestaat niet. Maar blijkbaar kan Israël zich de luxe permitteren niet langer alleen over existentiële, maar ook over perfecte veiligheid na te denken! En dat is veelzeggend. Israël is veiliger dan ooit sinds zijn ontstaan in 1948.
Uit: Maarten! 2019-4
‘Generaal, u gaat het bevel voeren over een fantastisch leger. Er is maar één probleem: we hebben geen echte vijanden meer.’ In 2015 nam luitenant-generaal Gadi Eizenkot het roer over van de Israëlische strijdkrachten. Een hoge ambtenaar ontving hem met deze woorden. Grootspraak verpakt als ironie? Misschien. Maar in de kern had de ambtenaar gelijk: nooit eerder was Israël zo veilig. Nooit eerder schilderde Israël op zo’n kleurrijk diplomatiek canvas. Een stabiele regionale grootmacht, gedreven door innovatie en profijtelijke wapenexport. Op missie in de Afghaanse provincie Uruzgan hadden Nederlandse troepen in 2009 dringend personeel nodig om de drones te besturen. Een Israëlisch particulier bedrijf kon stante pede leveren.
De buurlanden zijn vooral met zichzelf bezig, in plaats van zich obsessief met Israël te bemoeien. Pan-Arabische solidariteit is dun gezaaid. Een rechtstreekse oorlog met Israël is zowat militaire zelfmoord, weten die buurlanden.
Hamas en Hezbollah zijn op het slagveld weliswaar niet te verslaan, want voor dit soort guerrillabewegingen staat overleven al gelijk aan winnen. Maar voor Israël volstaat indamming van dit probleem. Daarom is er sprake van een blijvende smerige confrontatie vol raketaanvallen, terreuraanslagen en represailles. Maar zoals de Israëlische veiligheidsexpert Chuck Freilich opmerkte: ‘Als een raket twee burgers doodt, is dat geen tragedie voor de staat Israël. Het is een tragedie voor individuen.’
Buurland Syrië is na jaren burgeroorlog uitgeput. Ruslands rol als power broker zal vooral stabiliserend zijn. De Turkse inval in Noord-Syrië is voor Israël geen acuut probleem.
Iran dreigt en stookt, onder meer via Hezbollah. Teheran maakt zich momenteel echter drukker om de regionale aartsvijand Saoedi-Arabië. Een gelaagd antiraketschild geeft Israëlische burgers een acceptabel veiligheidsgevoel.
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren