Christ Klep: ‘De krijgsmacht is een Rupsje Nooitgenoeg’

Door Christ Klep

Uit Maarten! 2021-4. Bestel het nummer hier.

‘Nog nooit heb ik zoveel woede gezien als nu!’ De vetgeletterde kop uit De Telegraaf trok mijn aandacht. Wat nu – ontstemde Feyenoord-hooligans? Een avondje Urk bij de coronateststraat? Nee, het bleek te gaan om de stemming binnen de krijgsmacht. Daar was een al te karige salarisverhoging collectief in het verkeerde keelgat geschoten. De KMA [Koninklijke Militaire Academie] raad ik mijn toekomstige dochter niet eens aan, gaf een officier-in-opleiding eerder haar afstudeerscriptie als titel mee. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig. En met de nieuwe camouflagepakken is ook al van alles mis.

Gerommel in de marge bij een van ’s lands grootste – en ondanks alles nog steeds een van de meest aantrekkelijke – werkgevers van Nederland? Typisch Hollands gezeur? Ik denk het niet. Of beter: ik denk het niet meer. Na drie decennia bezuinigen (‘financiële ombuigen’) en inkrimpen (‘stroomlijnen’) resteert er weinig meer van de krijgsmacht uit de Koude Oorlog. Natuurlijk, de laatste jaren zijn er weer wat miljoenen bij gekomen. Maar die zijn allesbehalve toereikend.

De meeste analisten komen uit op enkele miljarden euro’s boven op het huidige budget van pak ’m beet 12,5 miljard euro om defensie weer een beetje op peil te krijgen. Maar zelfs met deze miljarden erbij is het basisprobleem niet opgelost. Het Rupsje Nooitgenoeg dat krijgsmacht heet, zal die extra miljarden gulzig opknabbelen. Of Rupsje Nooitgenoeg daarmee ook héél veel meer slagkracht wint, is mijns inziens maar de vraag.

Hele geweldsspectrum

De reden daarvoor zit ’m in het zogenoemde flexibiliteitsdilemma. De krijgsmacht heeft zich de afgelopen decennia gespecialiseerd in buitenlandse missies all over the world. De politiek wilde het zo – en dus gebeurde het. Maar dat ging natuurlijk ten koste van de bescherming van ons nationale en bondgenootschappelijke territorium. De politiek wilde het zo – en dus gebeurde het. Dan zou het natuurlijk mooi zijn als de krijgsmacht beide taken tegelijk zou kunnen aanpakken. Zoiets is binnen de huidige begrotingskaders echter simpelweg onmogelijk. De politiek wilde het zo…

Dit is echter nog niet het hele verhaal. Zelfs terwijl de krijgsmacht overal ter wereld missies uitvoerde, bleef ze – onder verwijzing naar de grondwettelijke verdedigingstaak – inzetten op een zogenoemde ‘brede’ militaire organisatie. Ofwel: de krijgsmacht wilde als vanouds een alleskunner blijven. Met vier volwaardige (en deels autonome) krijgsmachtdelen: marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee. (De volgorde is trouwens geen toeval. Hoe ouder je bent als krijgsmachtdeel, hoe hoger in de ceremoniële pikorde je terechtkomt.)

In het jargon heet zoiets: optreden in het gehele geweldsspectrum: met F-35-gevechtsvliegtuigen (formerly known as Joint Strike Fighters) die op de eerste oorlogsdag een willekeurige staat ten oosten van Polen kunnen aanvallen, meevaren met Amerikaanse vlootverbanden, met helikopters een air assault achter vijandelijke linies uitvoeren. Ja, dan mag het wat kosten. En zo zijn we inmiddels opgezadeld met een Rupsje Nooitgenoeg in (ondeugdelijk) camouflagepak, dat overal aan knabbelt – maar dat nooit lang volhoudt.

Taakspecialisatie

Om een voorbeeld te geven: van de geplande 46 F-35-gevechtsvliegtuigen kan de luchtmacht straks vier toestellen tegelijk inzetten op missies. De rest is nodig voor opleidingen, staat in onderhoud of is gewoon stuk. Als je blijft inzetten op kleine aantallen zogenoemde kapitale wapensystemen als F-35’s, fregatten of onderzeeboten, hou je het in een echte oorlog niet lang vol.

Het tijdperk van de grote internationale missies à la Afghanistan lijkt intussen grotendeels vervlogen

Taakspecialisatie zou al een verbetering zijn. Dan bedoel ik: serieuze taakspecialisatie. Vooral de landmacht heeft haar eenheden al grotendeels ondergebracht bij de Duitse Bundeswehr. We leasen intussen achttien Duitse Leopard-tanks voor een binationaal tankbataljon. De kwakkelde Belgische marine heeft zich onder de vleugels van de Koninklijke Marine gevlijd. Het Korps Mariniers is deel van de United Kingdom/Netherlands Amphibious Force. Allemaal prachtig, maar échte taakspecialisatie is het niet. Het zijn eerder pogingen om te behouden wat men heeft.

Het gevolg is evident: ook de komende jaren zal de slagkracht van de krijgsmacht versnipperd zijn: één of twee fregatten op zee, een setje F-35’s op missie en één of twee onderzeeboten (hopelijk niet financieel) onder water.

Het tijdperk van de grote internationale missies à la Afghanistan lijkt intussen grotendeels vervlogen. Logisch dat defensie inzet op de dreiging van Rusland en China. Daar valt meer geld mee op te halen. De enige echte weg voorwaarts ligt echter bij serieuze taakspecialisatie. Onze bondgenoten zullen dolblij zijn met spullen waar nu gebrek aan is: luchttransport, gevechtshelikopters en digitale oorlogvoering – om maar een paar voorbeelden te noemen. Dat zal Rupsje Nooitgenoeg niet leuk vinden. Maar als de politiek het wil, dan gebeurt het.

Uit Maarten! 2021-4. Bestel het nummer hier.

‘Nog nooit heb ik zoveel woede gezien als nu!’ De vetgeletterde kop uit De Telegraaf trok mijn aandacht. Wat nu – ontstemde Feyenoord-hooligans? Een avondje Urk bij de coronateststraat? Nee, het bleek te gaan om de stemming binnen de krijgsmacht. Daar was een al te karige salarisverhoging collectief in het verkeerde keelgat geschoten. De KMA [Koninklijke Militaire Academie] raad ik mijn toekomstige dochter niet eens aan, gaf een officier-in-opleiding eerder haar afstudeerscriptie als titel mee. Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig. En met de nieuwe camouflagepakken is ook al van alles mis.

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Gerelateerde artikelen

‘Een Europees leger en de NAVO kunnen niet naast elkaar bestaan’

Christ Klep: ‘De student is geen klant’

Christ Klep: ‘Het recht is de baas’

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.