Twee tijgers op dezelfde berg

Door Fred Sengers
Hoog in de bergen bouwen China en India hun militaire capaciteiten op. Regelmatig staan soldaten met verhitte koppen tegenover elkaar. Verschillende belangen maken het moeilijk het grensgeschil voor eens en voor altijd op te lossen. Toch bewaken beide partijen het wankele evenwicht.
Uit Maarten! 2024-3. Bestel losse nummers hier of word abonnee
In juni 2020 raakten Chinese en Indiase grenstroepen slaags in de Galwanvallei. Bij dit treffen vonden ten minste 20 Indiase militairen de dood. Het officiële dodencijfer aan Chinese zijde bedroeg 4, maar Amerikaanse inlichtingendiensten (die blijkbaar communicatie hadden onderschept) spraken van 43 Chinese doden.
Het was voor het eerst in 58 jaar dat er dodelijke slachtoffers vielen in dit langlopende Chinees-Indiase grensconflict. In 1962 vochten beide landen een korte, maar venijnige grensoorlog uit. Daarbij werden Indiase troepen, die hadden geprobeerd het Volksbevrijdingsleger uit betwist grensgebied te verdrijven, door de Chinezen teruggedrongen. Daarmee was het conflict natuurlijk niet opgelost. In het grensgebied vonden sindsdien regelmatig incidenten plaats. Uit voorzorg kwamen Beijing en New Delhi in 1996 overeen dat grenspatrouilles voortaan ongewapend zouden worden uitgevoerd, om te voorkomen dat een ongewild dodelijk incident tot escalatie zou leiden. Hoe kon het dan toch gebeuren dat bij een treffen tussen ongewapende militairen tientallen doden vielen?
Chinese en Indiase militairen gaan elkaar met de blote vuist en stokken te lijf
Incidenten tussen Chinese en Indiase grenssoldaten zijn niet uitzonderlijk. Van de meeste weten we het bestaan niet eens, omdat de betrokken regeringen ze niet willen opspelen, er in het gebied verder nauwelijks mensen wonen en journalisten worden geweerd. Maar af en toe duikt er een door een soldaat gemaakte video op die inzicht geeft hoe zo’n treffen in zijn werk gaat. Chinese en Indiase militairen gooien stenen naar elkaar, worstelen om de ander de doorgang te beletten of gaan elkaar met de blote vuist en stokken te lijf. De taferelen doen middeleeuws aan, hoewel je weet dat ze met de mobiele telefoon zijn gefilmd.
Zo moet het in 2020 ook zijn gegaan. Met één belangrijk verschil: dit treffen vond deels plaats in het donker. Overdag is het in de zomer in het hooggebergte nog wel te doen. Maar de nacht is meedogenloos voor wie in het pikdonker het contact met de groep verliest, in het ijskoude water van de snelstromende Galwan terechtkomt of gewond achterblijft. De slachtoffers zijn waarschijnlijk niet doodgeslagen, maar bevroren voordat ze konden worden gered.

Een still uit een video-opname van het conflict tussen de grenswachten, juni 2020, vrijgegeven door China Central Television in februari 2021.
Dak van de wereld
China en India zijn twee Aziatische giganten. Beide hebben ze meer dan een miljard inwoners. China is de tweede economie ter wereld, India nummer vijf. Twee tijgers op dezelfde berg, luidt een Chinees gezegde, soms gevolgd door de toevoeging dat dit niet samen gaat. De landen grenzen bovendien direct aan elkaar. In totaal is de grens 3488 kilometer lang, op twee plekken onderbroken door de bergstaten Nepal en Bhutan.
Die grens werd eeuwenlang als betrekkelijk onbelangrijk beschouwd. Het gebied wordt ook wel het dak van de wereld genoemd; zelfs de dalen liggen boven de drieduizend meter en bergpassen van boven de vijfduizend meter zijn geen uitzondering. De pieken, waarvan de Mount Everest met zijn bijna 8850 meter de hoogste is, zijn bedekt door eeuwige sneeuw. Dat maakt de regio grotendeels ongeschikt voor landbouw. De Himalaya is daarom dunbevolkt, op wat steden en dorpen in relatief laag gelegen dalen na. In het grensgebied verkeren alleen nomadische herders met hun schapen en jaks.
Begin twintigste eeuw wilden de Britten weleens de precieze grenzen van hun wereldrijk documenteren. De minister van buitenlandse zaken van Brits-India, Henry McMahon, kreeg opdracht om dat te regelen. Als hoofdonderhandelaar belegde hij in 1913 in Simla een conferentie met Tibet en de twee jaar eerder opgerichte Republiek China om hun grenzen met het Britse Rijk vast te stellen.
Zelfs de dalen in de Himalaya liggen boven de drieduizend meter
Tibet was onder de laatste keizerlijke Qing-dynastie een Chinees protectoraat geweest, een soort provincie met zelfbestuur. In 1911 stortte het keizerrijk in elkaar en twee jaar later verklaarde de regering in Tibet zich zelfstandig. De regering van de kersverse Republiek China verwierp dat, maar had indertijd wel wat anders aan haar hoofd. Ideale omstandigheden voor McMahon om te onderhandelen.
In 1914 kwam het tot een voorstel, waarbij hij de grens maar gelijk naar zichzelf vernoemde: de McMahon-lijn. De regering van de Republiek China ging akkoord met de grens tussen China en Birma, het huidige Myanmar. De regering van Tibet wilde wel haar handtekening zetten onder de voorgestelde grenslijn met India. Maar – en hier ontstaat het probleem – de Republiek China weigerde dit deel van McMahons voorstel. De Britten sloten hierop een bilateraal verdrag met Tibet in de veronderstelling dat de zaak beklonken was.
Maar de koppige Chinese regering van Sun Yat-sen achtte de Republiek China niet gebonden aan de afspraken. Een standpunt dat de communistische leiders van de Volksrepubliek China in 1949 overnamen. Toen Tibet in 1951 weer onder Chinees bestuur werd gebracht, waren India en China terug bij af.

Bergpas bij Fotu-La (4108 meter) in de Indiase grensprovincie Ladakh.
Line of Actual Control
Het meningsverschil over de grens betreft in feite twee grote gebieden. In het westen gaat het om ongeveer 40.000 vierkante kilometer dat onder Chinees bestuur staat en daarom met zijn Chinese naam Aksai Chin wordt aangeduid. In het oosten om een door India gecontroleerd gebied dat grofweg twee keer zo groot is en tot de deelstaat Arunachal Pradesh behoort. Daarnaast zijn er kleinere gebieden die worden betwist, zoals de strategisch belangrijke Doklam-pas in het grensgebied van China, India en Bhutan. Als je de kaart erbij pakt moet je goed naar de schaal kijken om je te realiseren dat het om een behoorlijk groot gebied gaat, qua oppervlak in totaal groter dan een land als Bulgarije.
In 1959 stelde toenmalig premier Zhou Enlai zijn Indiase ambtsgenoot Jawaharlal Nehru voor om de grens alsnog te demarqueren. Hij introduceerde daarvoor de term Line of Actual Control. Zhou bedoelde daarmee dat de grens zou worden vastgesteld op basis van de bestaande situatie op dat moment, het gebied dat India en China in de praktijk controleerden. In het oosten volgde die de McMahon-lijn, in het westen deels de Galwan-rivier. Bovendien, schreef Zhou, zouden beide landen moeten overeenkomen hun troepen ieder op 20 kilometer van die LAC terug te trekken.
Nehru weigerde. De eerste premier van een onafhankelijk India vond dat er helemaal geen sprake was van een status quo en dat China een veel te grote claim op Indiaas grondgebied zou doen gelden. Hierop liet China zijn militairen langs de lijn patrouilleren. India reageerde door te proberen de aanvoerlijnen af te snijden, in de overtuiging dat de Chinezen zich zouden terugtrekken. Dit gebeurde echter niet en in het najaar van 1962 brak een grensoorlog uit, waarbij ten minste 722 Chinese en 1383 Indiase militairen sneuvelden. Het resultaat van die oorlog was dat China zijn opponent terugsloeg tot de LAC, wat sindsdien de facto de grens is.
Daarna is er meermaals aan de onderhandelingstafel over het grensconflict gesproken. Zo zijn er zoals voormeld in 1996 afspraken gemaakt over ongewapend patrouilleren. In 2005 werd de intentie uitgesproken geen geweld te gebruiken (wat evident niet gelukt is). In 2017 spraken de toenmalige Chinese premier Li Keqiang en de Indiase president Narendra Modi zich gezamenlijk uit om tot een ‘acceptabele oplossing’ van het grensconflict te komen. En in 2021 werd na het dodelijke treffen bij de Galwanrivier overeenstemming bereikt om aan beide zijden de troepen een stukje verder van de grens terug te trekken.
Maar een definitieve beslechting van het territoriale conflict is vooralsnog uitgebleven. Beide landen gaan door met troepenopbouw in het grensgebied en de daarvoor benodigde infrastructuur zoals uitkijkposten, kampementen en wegen. En dat roept de vraag op: is het grensconflict in de Himalaya een potentieel kruitvat, dat een oorlog tussen beide kernmachten kan doen ontbranden?
De Kippennek
Om te begrijpen waarom de landen nooit tot een vergelijk zijn gekomen, is het goed te kijken naar de verschillende belangen van China en India. Grote buurlanden wantrouwen elkaar meestal en de geschiedenis geeft ze geen ongelijk. Er is altijd het gevoel dat de een zich bevoordeelt ten koste van de ander.
Het gebied is rijk aan mineralen, zoals zink, goud en koper, al maken de moeilijke omstandigheden in het afgelegen hooggebergte winning duur. De Himalaya is de bron van water voor India’s en China’s belangrijkste rivieren. Hoewel dit in de praktijk nog niet zo eenvoudig is, bestaat de angst dat de een het water van de ander kan tegenhouden of omleiden en zo een tekort aan water voor consumptie en irrigatie kan veroorzaken.
De economieën van beide landen zijn flink met elkaar vervlochten
Voor China is stabiliteit in de potentieel onrustige autonome regio Tibet belangrijk. In Beijing zijn ze niet vergeten dat India onderdak biedt aan de Dalai Lama en de Tibetaanse regering in ballingschap. Andersom geldt voor India net zo goed dat het in het noorden onrustig kan zijn door etnisch geweld tussen minderheidsgroepen onderling en de hindoemeerderheid en religieuze minderheden. New Delhi is daarnaast op zijn hoede voor de innige Chinese relatie met aartsrivaal Pakistan.
Er spelen ook strategische belangen. Ten westen van het betwiste Aksai Chin wordt de China-Pakistan Economische Corridor aangelegd, een groot infrastructureel project dat China aansluiting geeft op de Pakistaanse diepzeehavens aan de Arabische Zee. Voor China, dat een netto-importeur van grondstoffen, energie en voedsel is, van grote strategische waarde, omdat het altijd bang is dat de route door de Straat van Malakka in tijden van crisis kan worden afgesloten.
Voor India is dan weer de Suliguri Corridor belangrijk, ook wel oneerbiedig de Kippennek genoemd. Dit stukje bergen, dat op zijn smalst maar 20 kilometer breed is, verbindt zeven deelstaten in het noordoosten met de rest van India. Vanuit de omstreden Doklam-pas kunnen Chinese troepen de Kippennek doorsnijden.
En ten slotte speelt patriottisme ook een rol. Zowel Xi als Modi doet een beroep op nationale trots en dat maakt het moeilijk concessies over territoriale integriteit te doen. Hoe stelliger de uitspraken van de leiders, hoe meer ze zich in een hoek schilderen waar ze niet meer zonder gezichtsverlies uitkomen.

Soldaten van de Indian Border Security-Force (BSF) bewaken de snelweg van Srinagar.
Continu in gesprek
Er zijn dus volop redenen waarom het Chinees-Indiase grensconflict niet zomaar opgelost zal worden. Maar dat betekent niet dat het onvermijdelijk tot een militair conflict zal leiden. China en India hebben namelijk ook sterke gemeenschappelijke belangen: bilaterale handel en de ontwikkeling van de eigen economie. De economieën van beide landen zijn de afgelopen decennia flink met elkaar vervlochten. In de afgelopen tien jaar verviervoudigde de waarde van de bilaterale handel tot 118,4 miljard dollar in 2023.
Die handelsstroom is onevenwichtig (India importeert veel meer uit China dan andersom) en dat leidt soms tot scheve ogen. Wantrouwen leidde ertoe dat de Indiase regering 250 Chinese apps (waaronder TikTok) in de ban deed, Chinese investeringen in Indiase start-ups aan banden heeft gelegd en Chinese componenten van Huawei en ZTE uit de telecominfrastructuur weert.
Maar aan de andere kant is men er in India van overtuigd dat het land aan de vooravond van een economische inhaalrace staat en dat geopolitieke spanningen ertoe bij zullen dragen dat multinationale bedrijven steeds vaker India boven China kiezen als productieland. China mag dan zijn uitgegroeid tot tweede economie ter wereld, India komt eraan. Daarvoor is stabiliteit en veiligheid nodig.

De Indiase premier Narendra Modi (midden) met de leiders van Brazilië, Rusland, China en Zuid-Afrika in Benaulim, 16 oktober 2016.
De belangrijkste aanwijzing dat het conflict niet zomaar uit de hand zal lopen is door goed naar het gedrag van beide regeringen te kijken. In feite is het Chinees-Indiase grensgeschil een zorgvuldig gemanaged conflict. Beide landen zijn continu in gesprek om praktische afspraken te maken die escalatie moeten voorkomen, denk bijvoorbeeld aan de afspraak over het ongewapend patrouilleren. Besprekingen over het grensgebied worden door Beijing en New Delhi aan het niveau van militaire commandanten ter plaatse overgelaten en worden dus blijkbaar niet als chefsache beschouwt.
Misschien ontbreekt de wil om het conflict voor eens en altijd op te lossen, maar tegelijkertijd willen beide landen de kwestie zeker niet op de spits drijven. Daarvoor staat er te veel op het spel.
Fred Sengers is onafhankelijk publicist, spreker en onderzoeker van Modern China.
Hoog in de bergen bouwen China en India hun militaire capaciteiten op. Regelmatig staan soldaten met verhitte koppen tegenover elkaar. Verschillende belangen maken het moeilijk het grensgeschil voor eens en voor altijd op te lossen. Toch bewaken beide partijen het wankele evenwicht.
Uit Maarten! 2024-3. Bestel losse nummers hier of word abonnee
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren