Armoede is een keuze

Armoede illustratie

Door Jurgen Tiekstra

Nederland is een stinkend rijk land. Toch leven honderdduizenden mensen er in armoede en lopen tallozen bij de voedselbank. Hoe kan dat? En waarom wordt er niets aan gedaan?

Uit Maarten! 2024-2. Bestel losse nummers hier of word abonnee

Wie appt met Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), ziet bij zijn status staan: ‘Aan het goud delven in Statline.’ Statline is de met cijfers volgestouwde databank van het CBS. En inderdaad duikt hij meteen in Statline als hem tijdens het interview gevraagd wordt waarom ook in het zo rijke Nederland nog armoede bestaat. Als het gesprek komt op het belang van een goede opleiding om te kunnen rondkomen, zoekt Van Mulligen ijlings op hoeveel Nederlanders van 25 tot 35 jaar geen beroepsopleiding hebben afgerond en alleen basisonderwijs of een vmbo-diploma hebben.

‘Ik pak het meest recente jaarcijfer: 2023,’ zegt Van Mulligen al zoekend. ‘Dan zie ik dat toen 54 procent een hbo- of universitair diploma had, 35 procent een mbo-diploma of havo/vwo (wat we als middelbaar opgeleid zien) en 10 procent alleen basisonderwijs of een vmbo-diploma.’

Tot de laatste groep in deze leeftijdscategorie behoren zo’n 250.000 mensen; zij bungelen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Zonder verder diploma is ongeschoold werk voor hen de enige mogelijkheid: tomaten plukken in een kas, schoonmaken, vuilnis ophalen.

‘Dit zijn mensen die het risico lopen in de armoede terecht te komen,’ duidt Van Mulligen. ‘Veel van hen hebben natuurlijk een partner, en als die partner ook een inkomen heeft, kan het huishouden als geheel voldoende inkomen hebben. Maar als deze mensen alleenstaand zijn, is het voor de meesten waarschijnlijk de vraag of ze werk kunnen vinden waarmee ze voldoende verdienen om rond te komen. Of ze zijn aangewezen op een bijstandsuitkering.’

Wie leeft van de bijstand, is arm in de ogen van het CBS. Diegene zit onder de zogeheten lage-inkomensgrens, die voor een alleenstaande ruim 13.000 euro per jaar bedraagt. ‘Dan heb je meerdere toeslagen nodig om boven die grens uit te komen.’

Volgens deze CBS-definitie leven 640.000 Nederlanders nu in armoede. De kwetsbaarste groep vormen de huishoudens die langdurig arm zijn. Die lopen het gevaar op sociaal isolement en de kinderen lopen het risico dat ze psychisch belast opgroeien. Volgens het CBS ging het in 2022 om 129.000 huishoudens die minstens vier jaar arm waren. Dat was flink minder dan de ruim 200.000 van de jaren ervoor, omdat de overheid vanwege de hoge gasprijzen energietoeslagen had uitgedeeld.

50 euro per week

Daarnaast verstrekte Voedselbanken Nederland vorig jaar voedsel aan ruim 180.000 mensen. De afgelopen jaren is dat aantal snel gegroeid. In 2015 waren het er nog 90.000 personen minder. Wie bij een voedselbank komt, heeft in de regel geen baan. Tenminste niet in de stad Groningen, zo vertelt oud-vakbondsvrouw Tineke Duursma die er de intakegesprekken doet. ‘Het gaat met name om mensen die onder bewind staan, die in de schuldsanering zitten, of van wie het budget bewaakt wordt omdat ze niet goed met hun geld kunnen omgaan. Zij hebben leefgeld. Voor een alleenstaande is dat vijftig, zestig, zeventig euro per week.’

Gezinnen in de bijstand komen 200 euro per maand tekort

In haar ogen verkeren alleenstaanden in de bijstand in de zwaarste positie. ‘Ben je met z’n tweeën, dan heb je maar één keer de vaste lasten, zoals huur en energie. En als je kinderen hebt, krijg je ook de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Maar een alleenstaande in de bijstand, en dat geldt ook voor een AOW’er die alleen is, moet de lasten alleen dragen. Dan hoeft er maar íets te gebeuren, de wasmachine gaat bijvoorbeeld stuk, en zo iemand komt met een schuld te zitten die hij of zij maandelijks moet aflossen.’

Duursma ziet overigens weinig migranten en statushouders bij de voedselbank, terwijl deze groep toch moeilijk werk vindt. ‘Statushouders die een huis toegewezen hebben gekregen, worden het eerste half jaar ontzorgd door de Groningse Kredietbank. Als alles na een half jaar op de rit is met alle inkomsten en toeslagen, komen ze vaak niet meer in aanmerking voor de voedselbank. Ze hebben bovendien geen schulden, want ze zijn nieuw in Nederland. Ze beginnen eigenlijk blanco. En als ze kinderen hebben, krijgen ze soms een behoorlijk groot kindgebonden budget en kinderbijslag.’

Toeslag op toeslag

De sleutelvraag is hoe het kan dat zelfs in een ongekend rijk land als Nederland armoede niet is uitgebannen. Econoom Van Mulligen noemt twee hoofdoorzaken. ‘In de eerste plaats is armoede een relatief begrip is: hoe rijk je als samenleving ook bent, er zullen altijd mensen zijn die niet het minimaal noodzakelijke inkomen hebben. In de tweede plaats zijn er altijd mensen die simpelweg niet in staat zijn te voorzien in hun eigen levensbehoeften, omdat ze niet in aanmerking komen voor welke baan dan ook. Dat zijn mensen die serieuze fysieke of mentale beperkingen hebben. Linksom of rechtsom zijn zij afhankelijk van de liefdadigheid van de samenleving. In Nederland hebben we sinds de Tweede Wereldoorlog de verzorgingsstaat opgetuigd om mensen te helpen die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Die mensen lopen hoe dan ook het grootste risico om in die groep armen te vallen.’

Maar daarmee is voor Trudie Knijn, emeritus hoogleraar Sociale Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht, niet alles gezegd. Ze neigt veel minder dan Van Mulligen naar relativering. Knijn beklemtoont de politieke keuzen die de basis van armoede vormen. ‘Ten eerste is het minimumloon te laag. Daar wordt al lang over gesproken. Verwacht werd dat Nieuw Sociaal Contract zou helpen het minimumloon te verhogen, want de bijstand wordt daarop afgestemd, maar die partij heeft dat niet gedaan. Mensen in de bijstand, en dan vooral gezinnen, komen nu zo’n 200 euro per maand tekort voor reguliere uitgaven. Dat probeert de overheid te repareren met een heleboel toeslagen: huurtoeslag, kindertoeslag, zorgtoeslag –  noem maar op. Die moeten het te lage minimumloon en de te lage bijstandsuitkering compenseren.’

Maar dat kan volgens haar fout gaan. ‘Mensen durven geen toeslagen meer aan te vragen, omdat ze bang zijn voor repercussies; er is veel zorgmijding. Daarnaast is het toeslagensysteem ongelooflijk ingewikkeld. Nogal wat mensen met een laag inkomen hebben ook een lage opleiding en zijn niet in staat hun recht te halen.’

Nederlandse armen behoren tot de rijkeren in de wereld

Volgens Knijn zijn mensen die bijstand ontvangen echt arm. Van Mulligen wijst erop dat de bijstand tegenwoordig lager is dan vroeger. Het CBS berekent de armoedegrens op basis van het bijstandsniveau van 1979, maar dan elk jaar gecorrigeerd voor inflatie. Van Mulligen: ‘In 1979 zat de bijstand qua koopkracht op het hoogste niveau ooit. Dat was in de tijd dat je met de bijstand alle noodzakelijke uitgaven moest kunnen dekken. In de jaren erna is de verzorgingsstaat versoberd en op de bijstand bezuinigd. Als je nu bijstand hebt als enig inkomen, zit je onder die lage-inkomensgrens die wij hanteren. Sinds 1979 zijn de prijzen namelijk harder gestegen dan het bijstandsniveau.’

Behalve door politieke besluitvorming wordt armoede ook veroorzaakt door structurele ontwikkelingen, zoals de de-industrialisering en de ommezwaai van Nederland naar een diensteneconomie. Dit heeft geleid tot langdurige werkloosheid onder grote groepen in de samenleving.

Opmerkelijk is dat de verzorgingsstaat soms gebruikt lijkt te worden om mensen te parkeren die niet meer passen in de moderne economie. Een aantal jaren geleden zochten onderzoekers van het Centraal Planbureau (CPB) een antwoord op de vraag waarom bijvoorbeeld zoveel jongvolwassenen in de Wajong terechtkwamen, een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor jonggehandicapten.

Het ging hier niet zozeer om mensen met een fysieke beperking, maar met ontwikkelingsstoornissen als autisme. De onderzoekers opperden als reden dat er in de marktgedreven, moderne economie minder ruimte lijkt te zijn voor laagproductieve werknemers.

Daar komt de de-industrialisering bovenop. Mensen die eerder nog een minimumloon konden verdienen in de goederenproductie, raakten veroordeeld tot de moderne dienstverlening. Maar wie sociaal beperkt is, redt zich daar niet. ‘Hierdoor kunnen aan de onderkant van de arbeidsmarkt meer jongeren buiten de boot vallen ondanks gelijkblijvende capaciteiten,’ schreef het CPB. Die groep doet dus niet meer mee in de moderne tijd, en geldt als arbeidsongeschikt.

Lagere levensverwachting

Los van dit alles is armoede, zoals ook Van Mulligen al aanstipte, een relatief begrip. De armen in Nederland behoren alsnog tot de rijkeren in de wereld. In het referentiebudget dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gebruikt voor het opstellen van een eigen armoedegrens, staat bijvoorbeeld dat een alleenstaande elke maand 54 euro moet kunnen uitgeven aan ‘telefoon, televisie en internet’.

Maar tot honderd jaar geleden was armoede een strijd om het naakte bestaan. Dat is verleden tijd. Hoewel ook dat weer ingewikkelder is dan het lijkt. Eind 2022 bracht het CBS namelijk een opmerkelijke levenskloof naar buiten: de meest welvarende mannen hebben een levensverwachting die negen jaar hoger is dan die van de minst welvarende mannen. Er zou zelfs 25 jaar verschil zitten in de levensverwachting van jaren in goede gezondheid.

Toch zou een arme negentiende-eeuwse Nederlander vinden dat de armoede in Nederland nu is opgelost. Historicus Auke van der Woud vergelijkt in zijn boek Koninkrijk vol sloppen (2010) de negentiende-eeuwse achterbuurten in steden als Amsterdam, Rotterdam en Groningen met de huidige slums in Brazilië of Nigeria. Over straat zwierven hongerigen, onder wie ook kinderen en hoogbejaarden, die lucifers en papieren rozen verkochten. Een hongerbuik door het eenzijdig eten van aardappelen was niet ongewoon. Eenkamerwoningen, met daarin voltallige gezinnen, hingen vol walmen van verbrande turf of hout en de petroleumlampen. In de hoek of in de kast stond een beeremmer. Armelui gooiden hun uitwerpselen in een open beerput, op straat of in de gracht.

Het onvermogen om te kunnen meedoen in de samenleving waarin je leeft, is een belangrijke dimensie van armoede. Dat beschreef de achttiende-eeuwse econoom Adam Smith al. Hij noteerde: ‘Een linnen overhemd is bijvoorbeeld strikt genomen geen noodzakelijk artikel; de Grieken en Romeinen leefden vermoedelijk heel tevreden zonder dat ze linnen hadden. Maar tegenwoordig zou een achtenswaardig dagloner zich vrijwel in heel Europa schamen als hij zich zonder linnen overhemd in het openbaar vertoonde, omdat het ontbreken ervan geldt als een indicatie van een schandelijke mate van armoede waartoe niemand zou vervallen zonder dat hij zich enorm had misdragen. Op dezelfde manier zijn leren schoenen in Engeland een noodzakelijk artikel geworden. Zelfs de armste achtenswaardige man of vrouw zou zich schamen om zich in het openbaar zonder leren schoenen te vertonen.’

Tot slot, terug naar de voedselbanken. Bewijst de opkomst ervan dat de armoede in Nederland gegroeid is? ‘Ik zal eerlijk zeggen dat het CBS daar geen cijfers over heeft,’ reageert Van Mulligen. ‘Maar als ik het met een economische blik bekijk, denk ik dat de komst van voedselbanken eerder een kwestie is van aanbod dan van vraag. In de jaren tachtig was er in Nederland veel meer armoede dan nu. Bijna een kwart van de Nederlanders had een inkomen onder de armoedegrens. Dat was een tijd van massale werkloosheid, maar er waren geen voedselbanken. Het kan dus ook komen doordat het welvaartsniveau nu hoger is, en dat er veel meer mensen zijn dan vroeger die prima wat geld kunnen missen om aan een voedselbank te doneren of om extra boodschappen te kopen.’

‘Dat vind ik een leuke conclusie, maar die slaat nergens op,’ reageert Knijn. Ze vindt dat Van Mulligen de politieke en economische keuzes van de laatste decennia onderschat. ‘Als je de loonontwikkeling ziet vanaf de jaren negentig, dan blijven de lonen achter bij de inflatie en bij de winsten.’ En dus concludeert zij zonder omwegen: ‘De voedselbanken zijn opgekomen omdat mensen zien dat anderen gewoon niet meer kunnen rondkomen.’

Reacties

Gerelateerde artikelen

‘Je kunt bijna nergens beter leven dan in Nederland’

Liever een witte dan een blauwe boord

‘Er is geld zat, maar het wordt oneerlijk verdeeld’

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.