‘Accepteer het risico van terrorisme’
Door Alies Pegtel
Terrorisme-expert Teun van Dongen maakte de balans op van twintig jaar terrorismebestrijding in de westerse wereld. Zijn conclusie: antiterreurmaatregelen lonen, maar dreigen ook door te schieten. ‘Het gevaar van een zware inzet bij terrorismebestrijding is dat je gaat zoeken naar terrorisme dat er niet is.’
Uit: Maarten! 2020-4. Bestel losse nummers hier
In 2020 werd Samuel Paty, een Franse geschiedenisleraar, onthoofd door een 18-jarige Tsjetsjeense moslimvluchteling. De docent had tijdens een les cartoons getoond van de profeet Mohammed. Er volgde meer onthoofdingen. Islamitische terreur, oordeelde de Franse premier Macron. Ben jij het met hem eens?
‘Zeker. Met een aanslag brengt een terrorist een boodschap over. Hij richt zich daarmee tot een veel grotere groep mensen dan degenen die zijn geweld ondergaan. Dat is hier duidelijk gebeurd; de dader wilde een voorbeeld stellen voor andere mensen die overwegen om zich kritisch of spottend over de Profeet uit te laten.’
Het is een gruwelijke manier van communiceren.
‘Ja, om een boodschap kracht bij te zetten en er zeker van te zijn dat die zo veel mogelijk mensen bereikt, is een terrorist uit op visueel spektakel. Een onthoofding op klaarlichte dag is een theatrale daad. De moordenaar van Paty zette na afloop ook nog een foto van het hoofd van het slachtoffer op Twitter. Zeer angstaanjagend. Dit soort beelden verspreidt zich tegenwoordig via social media heel snel, en dat draagt natuurlijk alleen maar bij aan het intimiderende effect.’
Voormalig politicus Paul Cliteur schreef meteen in Elsevier dat de moord op Paty grote gevolgen zal hebben. Want: ‘Welke geschiedenisleraar gaat na deze onthoofding het probleem van de vrijheid van expressie nog in de klas bespreken?’
‘De aanslag op deze leraar past in een reeks eerdere aanslagen in Europa, bedoeld om beledigingen van de profeet Mohammed af te straffen. Dat is al jaren een van de doelstellingen van moslimterrorisme in het Westen. Deze aanslagen lijken doeltreffend te zijn, in zoverre dat ze angst hebben gezaaid, waardoor cartoonisten en kunstenaars voorzichtiger zijn geworden. Cabaretier Hans Teeuwen liet bijvoorbeeld weten dat hij uit angst geen grappen meer maakt over Mohammed.’
Heeft Cliteur gelijk als hij schrijft dat ‘de West-Europese landen steeds verder in een onderworpen positie worden gemanoeuvreerd’?
‘Dat vind ik wat veel gezegd. Westerse regeringen laten zich niet onbetuigd. Ze hebben de laatste jaren veel meer mogelijkheden gekregen om terrorisme te bestrijden. Daarmee perken ze ook vrijheden in, waaronder de vrijheid van meningsuiting. Er zijn bijvoorbeeld allerlei wettelijke verboden gekomen op verheerlijking van terrorisme en sympathiseren met dit gedachtegoed. Maar dat westerse landen weerloze slachtoffers zijn lijkt me wat eenzijdig.’
‘Mensen zijn bereid vergaande maatregelen te accepteren’
Wat hebben we te vrezen?
‘Uiteindelijk niet veel. Terroristen moeten het hebben van illusie. De illusie dat ze in staat zijn om structureel dwang uit te oefenen, dat ze groter zijn dan ze zijn. Daarbij bieden social media ongekende mogelijkheden om hun acties buiten proportie op te blazen. Het is aan ons om er niet in te trappen. Statistieken met droge cijfers leggen het altijd af tegen gruwelijke emotionele beelden van bodybags en doorgesneden kelen. Maar we moeten goed voor ogen houden dat het risico op een terroristische aanslag statistisch gezien verwaarloosbaar klein is.’
Als je ziet hoe de Franse regering reageert, zou je niet zeggen dat het risico minimaal is. Ze zetten de jacht in op islamitische activisten die bestempeld worden als ‘vijanden van de Republiek’.
‘Dat is een vrij gebruikelijke reflex na een aanslag: dat een overheid meteen reageert met een aankondiging van rigoureuze nieuwe maatregelen, vanuit de gedachte dat het huidige beleid gefaald heeft. Er ontstaat een enorme electorale druk waar vrijwel geen politicus tegen bestand is. Het is ook niet makkelijk. Maar ik zou het van leiderschap vinden getuigen als politiek leiders na een aanslag zouden uitleggen dat het niet nodig is om meteen alle registers open te trekken.’
Macron zet nadrukkelijk het beeld neer dat geradicaliseerde moslims de overdracht van de Franse seculiere waarden willen verhinderen met geweld. Waarom zou hij dat doen?
‘Voor een deel omdat het waar is. Maar de weerstand tegen de waarden van de Republiek komt ook wel ergens vandaan. In Frankrijk is de verhouding tussen de moslimgemeenschap in de arme Parijse buitenwijken en de overheid volkomen verziekt, en dat komt mede door de strijd tegen terrorisme.
Vóór deze aanslag had Macron de noodtoestand die Hollande afkondigde na de aanslag in 2015 op Bataclan al omgezet in permanente wetgeving. De politie kan zonder tussenkomst van de rechter huiszoekingen doen en huisarresten, gebiedsverboden en avondklokken opleggen.’
‘Het is aan ons om er niet in te trappen’
Je lijkt niet enthousiast over deze Franse permanente noodtoestand.
‘Het is evident dat bij vrijwel elke vorm van terrorismebestrijding de macht van de overheid over de burger toeneemt.’
Ja?
‘Het is van groot belang om te weten of de getroffen antiterrorismemaatregelen effectief zijn en wat het gevolg is van de afgenomen burgerlijke bewegingsvrijheid. Werkt inperking van de privacy om terroristen op te sporen? Of worden gewone burgers de dupe, zonder dat het in de strijd tegen terrorisme iets oplevert?
Het gevaar van een zware inzet bij terrorismebestrijding is dat je gaat zoeken naar terrorisme dat er niet is. Dit kan op verschillende manieren helemaal misgaan. De Franse politie die bij mensen binnenvalt en ze tegen de muur smijt, waardoor ze lichtgewond raken – dat is slecht voor de relatie tussen zo’n moslimgemeenschap en de overheid. Daarmee kun je onschuldige mensen van je vervreemden en misschien zelfs in het terroristische kamp drijven, omdat ze de rechtsstaat niet als beschermend ervaren, maar als vijand gaan zien.
In mijn boek Te vuur en te zwaard maak ik de balans op van bijna twintig jaar terrorismebestrijding in de westerse wereld. Wat werkt en wat niet?’
En, zijn antiterrorismemaatregelen effectief?
‘Het is een gemengd beeld, maar er is ook zeker een averechtse werking. In Amerika, Engeland en Frankrijk zie je veel schadelijke neveneffecten. In Nederland valt het mee. Het is ook verstandig dat wij tijdelijke wetgeving hebben ingevoerd om terrorisme te bestrijden. Maar burgers in westerse democratieën willen dat de overheid ze beschermt tegen terrorisme. Mensen zijn daarom bereid vergaande maatregelen te accepteren. Die zitten helemaal niet te wachten op een gebalanceerd verhaal over de principes van democratische rechtsstaat en bescherming van minderheden.’
‘Jihadistisch terrorisme is een beheersbaar probleem gebleken’
Maar bieden overheidsmaatregelen bescherming tegen terroristen?
‘Zeker, de repressieve aanpak werkt wel degelijk, mits je hem gericht inzet. Je moet er met precisiewerk voor zorgen dat je alleen degenen pakt die echt terrorist zijn of die terroristen ondersteunen. Door de arrestaties en veroordelingen van de laatste jaren, in combinatie met justitieel onderzoek en inlichtingenwerk, is er steeds beter zicht op hoe terroristische bewegingen in elkaar zitten, wie met wie contact heeft. Als je de actiefste leden oppakt en vastzet, raken de netwerken ontregeld.
Druk vanuit de overheid ondermijnt de samenhang en de daadkracht. En dat vermindert de aantrekkingskracht en het vermogen om aanslagen te plegen. Oude netwerken zoals de Hofstadgroep zijn opgerold en nieuwe verbanden ontmanteld, zoals in dat vakantiehuisje bij Weert. Veel aanslagen in het Westen zijn verijdeld, ook doordat de internationale samenwerking tussen politie- en inlichtingendiensten is verbeterd.’
Jihadisme valt hier dus goed te bestrijden. Waarom wordt dit niet van de daken geroepen?
‘Nou, het dreigingsniveau is eind vorig jaar voor het eerst sinds jaren teruggeschaald. Dat vind ik een goed signaal. We hebben de middelen en een soort draaiboek om het in elk geval klein te houden. Maar terrorisme valt nooit helemaal uit te bannen.’
Waarom niet?
‘Er zullen altijd mensen zijn die aanslagen willen plegen. En bovendien is terrorismebestrijding mensenwerk. Bij alle grote aanslagen in het Westen die gelukt zijn valt een moment aan te wijzen waarop overheidsorganisaties steken hebben laten vallen. Bij de aanslagen van 9/11 zijn de jihadisten met hun stanleymesjes gewoon niet goed gefouilleerd. Tijdens de aanslag van de rechts-extremist Anders Breivik was er chaos in de crisisrespons. De agenten moesten eerst opzoeken waar Utøya lag; ze reden vervolgens verkeerd, en toen sloeg het rubberen bootje waarmee ze naar dat eiland wilden varen bijna om.’
‘Er zullen altijd mensen zijn die aanslagen willen plegen’
Maar grote aanslagen zijn in het Westen gelukkig vrij zeldzaam.
‘Klopt, maar die grote aanslagen bepalen wel het beeld dat wij van terroristen hebben. Denk aan de aanslagen van 9/11, de iconische beelden van de instortende torenflats waar de gekaapte vliegtuigen op in waren gevlogen. Het onvoorstelbare werd daar voorstelbaar.
Dit heeft het idee gevestigd dat een moslimterrorist een creatief genie is die dingen bedenkt waar wij niet aan denken. Terwijl het overgrote deel van de aanslagen in het Westen redelijk conventioneel is en vrij amateuristisch. Bij ongeveer twee derde van alle jihadistische aanslagen vallen geen doden, of maar één. En als er een dode valt, is het vaak ook nog de dader zelf.’
Zijn terroristen dan eigenlijk wel geduchte tegenstanders?
‘Jihadistisch terrorisme is uiteindelijk een heel beheersbaar probleem gebleken. We hebben twee grote golven gehad. De eerste begon met de aanslagen van Al Qaida op 9/11 en liep af 2009. De tweede kwam op tijdens de Syrische burgeroorlog rond 2013, en kalfde een paar jaar later af toen het voor Syrië-gangers bijna onmogelijk werd om af te reizen naar het kalifaat van Islamitische Staat om terroristische training te volgen en tegen Assad te vechten. Beide keren hebben we het probleem met gerichte repressieve maatregelen opgelost.’
Is dat de reden waarom we de afgelopen tijd bijna niets meer van moslimterrorisme hoorden? Want waar zijn de Syrië-gangers die na terugkeer in groten getale aanslagen zouden gaan plegen op Europese bodem?
‘De angst voor terugkeer van de “tikkende tijdbommen” waar de AIVD en NCTV het over hadden is ongegrond gebleken. De uitreizigers zijn dood, zitten gevangen of zijn nog in het gebied. Van de pakweg 300 Syrië-gangers zijn er 60 teruggekeerd in Nederland en die zijn opgebrand of oorlogsmoe. Ze blijken bovendien niet zo radicaal religieus geïnspireerd als ze wel worden afgeschilderd. Het is me opgevallen dat veel jihadisten opportunisten zijn. Toen zich een mogelijkheid voordeed om in actie te komen, zoals de oprichting van het kalifaat in 2014, stroomden ze toe. Maar toen het eenmaal lastig werd om af te reizen, hield het vanzelf weer op. Zo diep zit de drang om iets te doen dus ook weer niet.’
De terugkeerders zitten niet in een cel op een nieuwe heilige oorlog te broeden?
‘Nou, er zitten nu wel veel jihadisten in Europese gevangenissen; die komen de komende jaren weer vrij. Het zal moeten blijken hoe gemotiveerd ze nog zijn, maar er zit daar wel een risico.’
Worden ze niet onderworpen aan deradicaliseringsprogramma’s?
‘Ongetwijfeld. Maar ik vraag me eerlijk gezegd af wat radicalisering precies is. Uit interviews blijkt dat de Nederlandse Syrië-gangers afreisden uit een hang naar avontuur, de drang om iets met hun leven te doen, sensatiezucht, het idee dat hun geloofsgenoten ergens onder vuur werden genomen terwijl zij op de bank niets zaten te doen. Dat heeft niets te maken met radicale opvattingen waar je vanaf moet. Bovendien: is iemand inderdaad gederadicaliseerd als hij zegt: Het kwam ons toen strategisch goed uit om tegen Assad te vechten, en nu niet meer?’
Jij vindt deradicalisering een twijfelachtige bezigheid?
‘Ja, en wat ook wel uit het oog wordt verloren, is dat veel teruggekeerde Syrië-gangers geïnteresseerder zijn in wat er daar in de regio gebeurt dan hier in Nederland. Wij denken dat jihadistische aanslagen in Europa gericht zijn op omverwerping van onze samenleving en levensstijl. Maar verreweg de meeste aanslagen in het Westen zijn gepleegd met de bedoeling om de westerse machten uit het Midden-Oosten weg te krijgen. Als vergelding voor wat het Westen daar heeft aangericht. Dit is een veel belangrijker motief dan woede over beledigingen van de profeet Mohammed. Osama bin Laden schreef in 2002 in een open brief aan The Guardian dat hij de aanslagen van 9/11 had georganiseerd als verzet tegen de westerse geopolitiek. Daar doe je niks aan met een deradicaliseringstraject.’
Als deradicalisering niet werkt, wat kunnen we dan wel doen?
‘Risico’s leren accepteren. Ik zeg weleens: als je echt geen kans wilt lopen op een terroristische aanslag, kun je het best naar Noord-Korea verhuizen. Dit is nu eenmaal de prijs die we betalen voor leven in een open, vrije samenleving.
CV
Teun van Dongen promoveerde in 2014 in aan de Universiteit Leiden op de effectiviteit van terrorismebestrijding. Momenteel is hij onderzoeker sociale vitaliteit en veiligheid bij het Verwey-Jonker Instituut. Van zijn hand verschenen Radicalisering ontrafeld. Tien redenen om een terroristische aanslag te plegen (2017) en begin 2020 Te vuur en te zwaard. Effectiviteit en overdaad in de westerse strijd tegen terrorisme.
Terrorisme-expert Teun van Dongen maakte de balans op van twintig jaar terrorismebestrijding in de westerse wereld. Zijn conclusie: antiterreurmaatregelen lonen, maar dreigen ook door te schieten. ‘Het gevaar van een zware inzet bij terrorismebestrijding is dat je gaat zoeken naar terrorisme dat er niet is.’
Uit: Maarten! 2020-4. Bestel losse nummers hier
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren