Het falen van D66
Door Maarten van Rossem
In 2010 overleed Hans van Mierlo, 78 jaar oud. D66 heeft de dood van zijn belangrijkste politiek leider ruimschoots overleefd. Dat is echter geenszins een bewijs voor het succes van de partij. Integendeel, het is een signaal van de fundamentele mislukking van alles wat de stichters van D66 zich hadden voorgenomen.
In de loop van het opgewonden jaar 1966 nam een aanvankelijk zeer beperkt gezelschap het initiatief voor een nieuwe politieke partij. De voorzitter en lijsttrekker maakte in een beroemd geworden reclamefilmpje duidelijk wat hem en zijn medestanders bewoog: ‘We waren ongerust. Over de politieke situatie in ons land. Over de verwarring en de ondoorzichtigheid. Over de tanende invloed van de kiezer.’ Zo ging hij nog even door over de gebreken van het Nederlandse politieke bestel. Dringend nodig waren nu doorbreking van de oude patronen, vernieuwing en verjonging, en een nieuw kiesstelsel.
De Nederlandse politiek is sinds die tijd grondig veranderd, maar niet door toedoen van D66. Tegelijkertijd zijn het kiesstelsel en de andere basale spelregels van de parlementaire democratie hetzelfde gebleven, terwijl Van Mierlo cum suis nu juist dachten dat stelsel en spelregels veranderd moesten worden om de politiek te veranderen.
De Nederlandse politiek is sinds die tijd grondig veranderd, maar niet door toedoen van D66
De ongerustheid van 1966 was vooral het gevolg van de coalitiewisseling die in 1965 had plaatsgevonden zonder dat er verkiezingen waren gehouden. De coalitie van de confessionele partijen en de VVD onder leiding van Marijnen was vervangen door een ambitieuze coalitie van de confessionele partijen met de PvdA onder leiding van Cals.
Velen vonden die gang van zaken ondemocratisch. Zij was dat echter in principe niet. In die lang vervlogen dagen hadden de drie confessionele partijen een absolute meerderheid in het parlement. Zij bepaalden dus hoe de regeringscoalities eruit zouden zien. Samenwerking met rechts of met links, het was voor hen ‘lood om oud ijzer’. Dat konden alle kiezers weten, want de confessionelen hadden daar nooit een geheim van gemaakt.
Wat de vernieuwers niet beviel was de dominante positie van de confessionelen in het centrum. Zij streefden naar een duidelijke tweedeling in links en rechts, zodat de kiezers en niet de confessionele elites de keuze konden maken tussen links en rechts. Dat was wellicht wat doorzichtiger, maar niet noodzakelijkerwijs democratischer. De confessionele partijen waren democratisch gekozen en hadden nooit een geheim gemaakt van hun minachting voor het links-rechtsprobleem.
Niet de voorstellen van D66, maar de enorme welvaartsstijging en de daaruit voortvloeiende maatschappelijke veranderingen hebben aan de almacht van de confessionelen een eind gemaakt. In de vroege jaren zeventig mikte Van Mierlo op de vorming van een Progressieve Volkspartij door intensieve samenwerking met de PPR en de PvdA. Die laatste partij voelde daar uiteindelijk niets voor en Van Mierlo verliet teleurgesteld de politiek.
Het bestel was niet ontploft. In de volgende jaren was D66 tot tweemaal toe op sterven na dood, maar er kon geen tweederde meerderheid worden gevonden voor opheffing. In de late jaren tachtig keerde Van Mierlo charismatisch terug. Na 12 zetels in 1989 triomfeerde de partij in 1994 met maar liefst 24 zetels. Een tweepartijenkabinet was niet meer mogelijk, D66 zat op de wip. Van Mierlo forceerde het Paarse kabinet, dat in 1998 zonder hem werd voortgezet. Wie zou denken dat D66 het bestel nu wel zou dwingen tot ingrijpende verandering kwam echter bedrogen uit. Een slap troostprijsje, het correctieve referendum, werd door de Eerste Kamer verworpen.
Waarom faalden Van Mierlo en D66? Omdat hun hele politieke analyse niet deugde. Er was helemaal niets mis met de Nederlandse democratie. Die toonde zich in de afgelopen halve eeuw verrassend alert en beweeglijk. De veranderende wensen van de kiezers werden zeer democratisch vertaald in veranderende politieke krachtsverhoudingen.
Uit Historisch Nieuwsblad 2010-4
Foto: Ron Kroon, Collectie SPAARNESTAD PHOTO/NA/Anefo/Kroon
In 2010 overleed Hans van Mierlo, 78 jaar oud. D66 heeft de dood van zijn belangrijkste politiek leider ruimschoots overleefd. Dat is echter geenszins een bewijs voor het succes van de partij. Integendeel, het is een signaal van de fundamentele mislukking van alles wat de stichters van D66 zich hadden voorgenomen.
In de loop van het opgewonden jaar 1966 nam een aanvankelijk zeer beperkt gezelschap het initiatief voor een nieuwe politieke partij. De voorzitter en lijsttrekker maakte in een beroemd geworden reclamefilmpje duidelijk wat hem en zijn medestanders bewoog: ‘We waren ongerust. Over de politieke situatie in ons land. Over de verwarring en de ondoorzichtigheid. Over de tanende invloed van de kiezer.’ Zo ging hij nog even door over de gebreken van het Nederlandse politieke bestel. Dringend nodig waren nu doorbreking van de oude patronen, vernieuwing en verjonging, en een nieuw kiesstelsel.
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren