Kunst met Sis: De arme dichter
DOOR SIS VAN ROSSEM
Carl Spitzweg was de zoon van een rijke handelaar. Studeerde farmacie en werd apotheker. Hij ontdekte het schilderen toen hij herstellende was van een ziekte. In 1833 kreeg hij een erfenis, voldoende om zich geheel te gaan wijden aan de schilderkunst. De stroming die hij volgde was late Duitse Romantiek, Biedemeier.
In veel van mijn columns hamer ik op het belang van de opdrachtgever. Zonder opdrachtgever, geen geld. Maar in de negentiende eeuw verdwijnen alle opdrachtgevers. Zelfs portretten worden niet meer geschilderd. De uitvinding van de fotografie zorgde ervoor dat het maken van een portret namelijk veel sneller en goedkoper kon.
De situatie was voor dichters nog slechter. In de zeventiende eeuw hadden dichters status en konden van hun werk leven. Ik noem Vondel, Huygens, Cats, Hooft, Bredero. In de negentiende eeuw zijn de meeste dichters gewoon arm en dat is wat Spitzweg op dit schilderij wil laten zien.
Op een zolderkamer ligt een man op een matras op de grond. Hij draagt een kamerjas en slaapmuts en ligt onder een dekentje. Boven zijn hoofd hangt een kapotte paraplu, een teken dat het lekt op dat kamertje. Het raam geeft zicht op het besneeuwde dak van een buurhuis. Er ligt sneeuw, het is winter, en het is koud. Dat brengt je al kijkend bij de kachel, die is uit. Er is geen brandstof. Het lijkt erop alsof de man op het punt staat zijn eigen manuscripten te verbranden of te gebruiken als ‘aanmaakhout’. Aan de kachelpijp hangt zijn hoge hoed, links op de voorgrond staat zijn wandelstok. Op de kachel is een fles te zien met daarin een zo goed als opgebrande kaars. Verder een schaal. Tussen de kachel en het raam hangt aan een touw een armoedig handdoekje. Aan de muur hangt een jas. Tegen de kachel staat een laars met daarvoor een laarzenknecht. Rond het bed zien we grote dure en geleerd uitziende boeken. Eén boek staat opengeslagen tegen wat andere boeken.
Daarmee ben ik weer terug bij de dichter in zijn bed. Hij heeft een ganzenveer in zijn mond. Was hij aan het schrijven? Hij heeft wel een aantal beschreven vellen papier in zijn linkerhand. Met zijn rechterhand maakt hij een niet helemaal duidelijk gebaar. Is hij het ritme van een vers aan het aangeven of veel banaler: knijpt hij een vlo dood? Voor wie dat gebaar niet herkent: een vlo kan je niet doodslaan, zoals bijvoorbeeld een vlieg of mug, maar moet je echt tussen je nagels pletten. Ik denk zelf toch echt dat dit laatste aan de orde is, want als je het metrum aangeeft hoef je niet naar je hand te kijken, terwijl je dat wel doet als je een vlo plet. Zijn blikrichting is immers heel duidelijk op de hand. Bovendien vormt het een prachtige tegenstelling met alle geleerdheid van de dichter en de inhoud van zijn boeken.
Interessant is de vraag wat Spitzweg nou precies met dit schilderij wil zeggen. Natuurlijk, wat ik al zei, hij laat de armoedige situatie van de dichter in de negentiende eeuw zien. Maar er is meer, want het is geen sentimentele afbeelding waardoor we vreselijke medelijden moeten krijgen met de dichter en zijn armoede. Het heeft ook iets geestigs, de dichter is bijna een karikatuur. De tegenstelling tussen alle geleerdheid en het banale van het dooddrukken van een vlo zorgt voor een relativering.
Als je meer werk van Spitzweg bekijkt, dan zie je dat het vaak karikaturen zijn, neem ‘De boekenwurm’. En ook vaak geestig bij voorbeeld ‘De onderschepte liefdesbrief’. Maar zijn karikaturen zijn niet kritisch of beledigend bedoeld. Ze geven een heel goed tijdsbeeld.
Bij mij zorgt zijn werk altijd voor een glimlach.
Carl Spitzweg 1808-1885
De arme dichter 1839
Olieverf op linnen 36.2 x 44.6 cm
Neue Pinakothek München
Carl Spitzweg was de zoon van een rijke handelaar. Studeerde farmacie en werd apotheker. Hij ontdekte het schilderen toen hij herstellende was van een ziekte. In 1833 kreeg hij een erfenis, voldoende om zich geheel te gaan wijden aan de schilderkunst. De stroming die hij volgde was late Duitse Romantiek, Biedemeier.
In veel van mijn columns hamer ik op het belang van de opdrachtgever. Zonder opdrachtgever, geen geld. Maar in de negentiende eeuw verdwijnen alle opdrachtgevers. Zelfs portretten worden niet meer geschilderd. De uitvinding van de fotografie zorgde ervoor dat het maken van een portret namelijk veel sneller en goedkoper kon.
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren