‘Dat geklaag over de NS is niet fair’

Door Maarten van Rossem en Alies Pegtel | Foto's Sander Heezen

Als Maarten de trein neemt, is die steevast vertraagd. Hij sprak in 2017 met NS-topman Roger van Boxtel. Van 2015 tot 2020 was hij president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen. Van Boxtel moet niet zoveel hebben van het gemopper op de NS. ‘Dagelijks leveren tienduizenden NS’ers ondanks allerlei obstakels en ongelukkige erfenissen een topprestatie.’

Uit Maarten! 2017-2. Bestel een los nummer of word abonnee

Maarten: ‘Laat ik beginnen met mijn eigen treingeschiedenis. Ik reed voor mijn lezingen het hele land door per trein, maar ik ben nu toch volledig overgeschakeld op de auto. De praktijk leert dat ik er, rekening houdend met de files, met de auto in pakweg de helft van de tijd ben.’

Van Boxtel: ‘Au. Dat doet pijn.’

Maarten: ‘Dat zou nog tot daaraan toe zijn, maar de NS heeft mij meermaals verschrikkelijk in de steek gelaten. Het kan gebeuren dat je trein defect raakt, we leven nu eenmaal niet in het paradijs. Maar als er iets fout gaat, hoe komt het dan dat de NS daar helemaal niet op reageert, en in een toestand van verwarring en zwijgen vervalt?’

Van Boxtel: ‘Beste Maarten – mag ik Maarten zeggen?’

Maarten: ‘Ga rustig je gang.’

Van Boxtel: ‘Maarten, ik neem de kritiek van een spoorliefhebber en -gebruiker serieuzer dan een heel groot deel van het Nederlandse publiek dat de hele dag over de spoorwegen klaagt en waarvan ik weet dat het alleen maar in de auto rijdt. Dat vind ik niet fair, want er staan ook heel veel mensen de hele dag stil in de file, maar in tegenstelling tot de NS belt of twittert niemand ooit de Rijksdienst voor het Wegverkeer.’

Maarten: ‘Als dat toch eens zou kunnen! Ik heb trouwens nog steeds een keurige NS-kortingskaart. Ik reis nog altijd met de trein naar Amsterdam, een plek waar je met de auto beter niet naartoe kunt gaan.’

‘Er staan ook mensen in de file, maar niemand belt of twittert ooit de Rijksdienst voor het Wegverkeer’

Van Boxtel: ‘Dat geldt ook voor Rotterdam, Den Haag en Utrecht. De grote steden zijn onbereikbaar geworden met de auto en de verstedelijking zet gewoon door. Amsterdam groeit dit jaar met 20.000 tot 30.000 mensen. Ook Eindhoven groeit, en de stad Groningen. En wat het mooie is: de trein komt tot nu toe nog altijd in het hart van de steden.’


Pechvogel

Maarten: ‘Ik heb een vraag over het bestellen van nieuwe treinen, want altijd als ik sta te wachten op het perron, arriveert er zo’n korte trein.’

Van Boxtel: ‘Gebeurt dat vaak, is dat niet zeer incidenteel?’

Maarten: ‘Ik ben een unieke pechvogel. Ik zeg altijd tegen mijn vrouw als ik de deur uitga: “Jongens, kijk uit, Van Rossem komt eraan, halveer de treinen, zorg dat ze niet op tijd rijden.” Maar hoe komt het nu dat NS-materieel vertraagd of verkort arriveert? Als reden wordt wel genoemd dat de overheid de spoorwegen heeft geprivatiseerd en er vervolgens geen geld in heeft gestoken.’

Van Boxtel: ‘We liggen echt niet permanent aan een subsidie-infuus, we moeten het geld zelf verdienen met de verkoop van kaartjes en abonnementen. Veel investeringen ontgaan jou waarschijnlijk. Laat ik een voorbeeld geven: jij lijkt me nog een reiziger die geniet van zijn rit?’

Maarten: ‘O, zeker, het reizen naar Amsterdam doet me nog het grootste genoegen. Ik reis altijd eerste klas. Op het station koop ik meestal speciaal een autotijdschrift om onderweg te lezen.’

Van Boxtel: ‘Oké, maar jongere reizigers kijken allemaal op hun apparaatjes, zij zijn zich totaal niet bewust van de rit.’

Maarten: ‘Ziekelijk, dat kijken op die telefoontjes.’

Van Boxtel: ‘Mind you, voor jongere treinreizigers is het echt het allerbelangrijkste dat de wifi het altijd doet.


Vieze trein

Maarten: ‘Gaan jullie de nieuwe treinen ook schoonhouden? Want als mijn korte trein eenmaal arriveert, is hij vaak vies.’

Van Boxtel: ‘Een van de meest gedeelde ergernissen: de vieze trein. We hebben speciale vliegende schoonmaakbrigades ingezet en er reizen ook teams mee op de trein. Helemaal in de hand hebben we het niet, want als een trein ’s avonds niet aankomt op de plek van verwachting, en hij daar in de planning stond om door de wasstraat te gaan, dan gebeurt er niets. Vier calamiteiten op één dag en onze hele fijnmazige dienstregeling ligt plat. Er zijn wel machinisten die met een eigen flesje Glassex aan de gang gaan.

Maarten: ‘Waar gaat het mis?’

Van Boxtel: ‘Er zijn talloze redenen, maar een hardnekkig probleem vormt de hogesnelheidslijn. Er zitten verschillende spanningssterktes op de HSL-lijn, de hoogspanning wisselt voortdurend tussen het nieuwe en het oude net. Ik ben een keer op de bok meegereden, en heb het me allemaal haarfijn laten uitleggen: voor machinisten is het heel moeilijk rijden, en je hebt locomotieven nodig met software die naadloos lezen op welk gedeelte van het traject ze zijn. Gaat er iets mis, dan valt zo’n trein meteen stil. Op een tracé waar ieder kwartier een trein rijdt, is dat een drama.’

Maarten: ‘Jullie hebben in het verleden een boete van 1,25 miljoen euro gekregen van de staatssecretaris omdat treinen op het HSL-traject niet naar behoren hebben gepresteerd?’

Van Boxtel: ‘Ik was teleurgesteld. Sharon Dijksma, destijds de demissionair staatssecretaris wist van de problemen. We zijn met het ministerie en Prorail gestart met een plan van aanpak om de lijn structureel te verbeteren, maar dat kost tijd.

Maarten: ‘Dat HSL-traject is te complex, het had natuurlijk nooit zo aangelegd mogen worden.’

Van Boxtel: ‘Klopt. Maar je kunt het ook  omdraaien: dagelijks leveren tienduizenden NS’ers ondanks allerlei obstakels en ongelukkige erfenissen een topprestatie. Jij hebt misschien pech, Maarten, maar ruim 92 punctualiteitsscore is ongekend.’

Maarten: ‘Ik heb het gecheckt, maar anders dan  de mythe wil doen geloven, hebben ook de Zwitserse  spoorwegen met eenzelfde percentage vertragingen  te maken. Ik zat laatst in de trein naar  Berlijn, wat ik iedereen kan aanbevelen. Ga niet met het vliegtuig, ga met de trein.’

Van Boxtel: ‘Daar ben ik zeer voor.’

Maarten: ‘De trein is veel goedkoper, je zit ruimer en je ziet nog eens wat. De Nederlandse trein rijdt tot iets over de grens bij Almelo, dan komt er een andere locomotief voor de wagons, en ander cabinepersoneel aan boord. Het viel me op dat de conducteur al een halfuur voor de  grens het laatste Nederlandse station aankondigde.’


Veiligheidspsychose

Van Boxtel: ‘Duitsers en Nederlanders koesteren nog het idee dat reizen per trein vrij moet zijn, maar door de eerdere terreuraanslagen kwam er een omslag in de rest van Europa. De Britten willen het treinverkeer in de tunnel grondig checken. Het laat zich aanzien dat alle passagiers die instappen in Amsterdam CS de trein straks weer uit moeten in Brussel, om gecontroleerd te worden voordat ze de tunnel ingaan.’

Maarten: ‘Is dat geen symboolpolitiek?’

Van Boxtel: ‘Ik ben voorzichtig met uitspraken hierover. Met de aanslagen in Brussel in 2016 kwam de terreur letterlijk heel dichtbij. Partners van NS’ers die naar Brussel moesten, sputterden tegen: “Je gaat daar toch nu niet naartoe?” Ik moet werknemers en passagiers zekerheid geven dat wij als NS een redelijke mate van veiligheid garanderen.’

Maarten: ‘“Redelijk” is hier natuurlijk een zeer rekbaar begrip.’

Van Boxtel: ‘Bij alle nieuwe ontwerpen van stations houden we rekening met veiligheid, met vluchtroutes, met zichtlijnen, met camerabewaking enzovoort.’

Maarten: ‘We zijn druk bezig een veiligheidspsychose op te bouwen.’


Spits

Van Boxtel: ‘Laten we ophouden over aanslagen. Na lopen is reizen met de trein de veiligste vorm van vervoer. En het aantal treinreizigers blijft groeien. Bij de presentatie van de jaarcijfers van de NS heb ik gezegd: we hebben het niet in de gaten, maar we lopen rechtstreeks af op een dubbel infarct, zowel op de weg als op het spoor.’

Maarten: ‘Het probleem is dat in het buitenland alles zoveel slechter is dat we al snel de vlag uitsteken.’

Van Boxtel: ‘Ik wil me niet in slaap laten sussen. De verstedelijking en de mobiliteit zullen alleen maar toenemen, en als we ongebreideld doorgaan met het gebruik van auto’s, kunnen we straks de steden helemaal niet meer in.’

‘We lopen af op een dubbel infarct, zowel op de weg als op het spoor’

Maarten: ‘We moeten het net zo organiseren als in Manhattan; je kunt daar prima rijden, je kunt er alleen niet parkeren. Mensen laten vanzelf de auto staan.’

Van Boxtel: ‘Kijk naar Londen – daar ga je als particulier niet met een auto de binnenstad in, dan pak je de metro. In Parijs gaan ze langs alle banlieues lightrail aanleggen; dit plan kost 25 miljard. We hadden het in Nederland altijd tiptop voor elkaar, maar we dreigen de boot te missen. En als iedereen niet kiest voor thuiswerken, maar blijft beginnen om negen uur en eindigen om vijf uur, dan weten we zeker dat onze treinen en snelwegen druk blijven.’

Maarten: ‘Ja, de spits is een hoogst merkwaardig verschijnsel. We zouden flexibel gaan werken, thuis op de computer, maar intussen staan we allemaal nog steeds ontzettend vaak tussen vier en zeven uur in de file.’

Van Boxtel: ‘Waarom de spits zo hardnekkig is, vind ik dus een cultureel interessante vraag. Ik heb eens een rondje gemaakt langs tal van organisaties: “Denk eens mee: hoe kunnen we het probleem van de spits oplossen?” Weet je wat de reactie was? “De NS moet zelf beter zijn best doen.” Laat ik jou een vraag stellen over de universiteiten, je bent immers hoogleraar…’

Maarten: ‘Dat was ik.’

Van Boxtel: ‘Maar kun jij mij misschien uitleggen waarom universiteiten erop staan om de colleges om negen uur te laten beginnen?’

Maarten: ‘Stapelkrankzinnig, andere woorden heb ik er niet voor.’

Van Boxtel: ‘Die inflexibiliteit! Wij hebben bij de NS gewoon gezegd: “Voor halftien wordt er niet vergaderd in het pand.”’

Maarten: ‘Ik heb zelf altijd een wonderlijk leefschema gehad; ik ga heel laat naar bed en sta heel laat op. Aan de Universiteit Utrecht hadden we ook een avondopleiding geschiedenis, en het was meteen al duidelijk dat mijn collega’s er niets voor voelden om daar te doceren, maar ik vond het prima. Ik ben voor het treinverkeer de ideale dalurenreiziger, al hebben jullie niets aan mij. Nog even iets anders: willen jullie als NS een volwaardig alternatief voor de auto bieden?’

Van Boxtel: ‘Nou, ik vind dat we anders moeten durven denken. In sommige situaties moeten we naast de klassieke zware trein ander materieel gaan inzetten. Neem het Amsterdam-Schipholtraject, dat is eigenlijk een metroachtige verbinding. Je kunt op dat traject met lightrail gaan werken, met eenvoudigere wagens die lichter zijn en daarom korter op elkaar en vaker kunnen rijden. Dan heb je ook minder het idee dat je per se moet kunnen zitten. In de metro in Londen vindt niemand het gek om te staan. De NS heeft passagiers ook nooit een zitplaats beloofd, we bieden alleen het recht op vervoer. Het oude rondje-Randstad-idee, een lightrails-achtig concept, met hoogfrequent rondrijden, dat moeten we reactiveren. We hebben nog een wereld te winnen. In de Randstad gaat maar 10 tot 12 procent van de mensen met het openbaar vervoer; dat betekent dat nog heel veel mensen in een auto rijden.’

Maarten: ‘Dat komt natuurlijk doordat het overheidsbeleid in fiscaal opzicht zodanig is ingericht dat het de moeite waard is om met de auto te gaan. In heel Europa geldt roadpricing. Het is kortzichtig dat Nederland nog steeds zo dwars doet over rekeningrijden.’

Van Boxtel: ‘Die oude reflexen gaan er wel uit. We hadden ook reflexen over de hypotheekrente, maar uiteindelijk keert de wal het schip. Daarvan ben ik overtuigd.’

Roger van Boxtel werd in 1994 Tweede Kamerlid van D66. Hij was woordvoerder Volksgezondheid en Minderhedenbeleid en vicefractievoorzitter. In 1998 werd hij als minister zonder portefeuille in het tweede kabinet-Kok belast met Grote Steden- en Integratiebeleid. Na het aftreden van Bram Peper in 2000 werd hij benoemd tot minister van Binnenlandse Zaken. Van 2011 tot 2015 was Van Boxtel voorzitter van de D66-fractie in de Eerste Kamer. Van 2015 tot 2020 was hij president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen.

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Maarten en Sis van Rossem over één van hun ergernissen: reizen per trein en vliegtuig

‘Blijf toch thuis! U bewijst de planeet ook een dienst mee’

‘AI bedreigt de democratie’

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.