Maarten: ‘Dit kabinet is niet normaal’
Door Maarten van Rossem en Katinka Folmer
Maarten van Rossem hoorde in de Troonrede van het kabinet-Schoof weinig positiefs. Ambities zijn er genoeg, maar het ontbreekt aan realistische plannen. De aangekondigde asielcrisiswet is bovendien ongrondwettelijk. ‘Omtzigt realiseert zich hopelijk steeds meer dat hij nooit met Geert Wilders had moeten samenwerken.’
Volg Maartens kritische gedachtengang ook via zijn tijdschrift Maarten!. Bestel losse nummers hier of word abonnee.
Maarten: ‘Koning Willem-Alexander heeft zijn ceremoniële rol in het politieke toneelstukje van Den Haag weer vervuld. Dit keer las hij namens het nieuwe rechts-radicale kabinet de Troonrede voor. Je kunt je afvragen of hij er zelf zo gelukkig mee is. Want als de koning al stemt, dan verwacht ik niet dat zijn keuze valt op de PVV.
Op Prinsjesdag werd de normale routine afgewerkt. Daardoor kreeg je bijna de indruk dat dit huidige politieke circus heel normaal is. Maar dat is het niet. Het is abnormaal dat we een kabinet hebben dat geleid wordt door een mediapoliticus van een zonderlinge eenmansbeweging.
Paranoïde fantasten
Ik ben van mening dat dit kabinet er helemaal niet had moeten zitten. We zijn in zee gegaan met een gezelschap van paranoïde fantasten, met alle gevolgen van dien. Minister-president Dick Schoof is in dit politieke spel een vrij neutrale pion, aangesteld door anderen. Hij doet zijn best. Het echte probleem is dat we een regering met de PVV hebben genormaliseerd.
Het regeerprogramma van kabinet-Schoof staat bol van beloften en ambities die de maatschappelijke problemen moeten oplossen. Maar hoe deze plannen precies gerealiseerd moeten worden, blijft volstrekt onduidelijk. Planbureaus uiten stevige kritiek. Volgens het CPB, SCP en het PBL zijn de kabinetsplannen weinig concreet en te veel gericht op de korte termijn. Dat kan Nederland in de toekomst schaden. Zo wil het kabinet de onderwijskwaliteit en basisvaardigheden onder leerlingen verbeteren, maar legt het nergens helder uit hoe het dat wil bereiken.
Dat er wordt bezuinigd op de bestrijding van infectieziekten, roept ook vraagtekens op. De coronapandemie heeft immers het belang van pandemische paraatheid duidelijk laten zien. Daarnaast loopt het kabinet door het afzwakken van het klimaat- en natuurbeleid het risico dat Europese doelen niet gehaald worden. Wordt het kabinet wellicht ingegeven door pure rancune en wil het bewust bestaand beleid afbreken, zonder oog te hebben voor de gevolgen? We zagen al dat BBB-minister van Landbouw, Femke Wiersma, ondanks de druk vanuit de eigen partij niet ontkomt aan de realiteit van de mestcrisis. Het kabinet lijkt voortdurend te zwalken tussen het erkennen van cruciale problemen en het weigeren om ze daadwerkelijk op te lossen.
Onconstitutioneel
Wat mij nog het meest verbaast, is dat de PVV al zo snel een verzoek heeft ingediend bij de Europese Commissie voor een opt-out van het Europese asiel- en migratiebeleid. Door het uitroepen van een asielcrisis, probeert PVV-minister van Asiel en Migratie, Marjolein Faber, een strenger toelatingsbeleid te rechtvaardigen. Dit is onconstitutioneel. Noodwetgeving is bedoeld voor situaties van oorlog, natuurrampen of andere directe bedreigingen voor de veiligheid van het land, niet voor politiek gemanipuleerde crises.
Dit kabinet creëert zelf een crisis en probeert die buitenwettelijk op te lossen
Er is helemaal geen asielcrisis in Nederland. Als er al problemen zijn, dan zijn die ontstaan door jarenlang bezuinigingen, gebrek aan politieke wil en het buiten werking stellen van effectieve wetgeving zoals de spreidingswet. Dit kabinet creëert zelf een crisis en probeert die vervolgens op te lossen met maatregelen die buiten de wettelijke kaders vallen.
De vraag is of Fabers verzoek, afgezien van de symbolische waarde, daadwerkelijk iets zal opleveren. Een Nederlandse opt-out van het Europese asiel- en migratiebeleid vereist namelijk een verdragswijziging. De Europese Commissie stemt daar natuurlijk niet zomaar mee in. Daarnaast moet het wetsvoorstel nog ter advisering naar de Raad van State. Ik kan me niet voorstellen dat die akkoord gaat. En bij een negatief oordeel heeft coalitiepartij NSC van Pieter Omtzigt al laten weten niet meer achter het asielbeleid te staan.
Gerommel in de coalitie
Er lijken dus al wat kleine scheurtjes te ontstaan binnen de coalitie, met weinig bereidheid tot compromissen tussen de onderlinge partijen. Dit is niet verrassend, omdat dit kabinet haaks staat op de fundamentele principes waar Omtzigt juist voor strijdt. Ik kan me dus goed voorstellen dat hij overspannen raakt. Hij realiseert zich hopelijk steeds meer dat hij nooit met Geert Wilders had moeten samenwerken. Dat de VVD zich laat zien als een gewetenloze machtspartij zonder ethische beginselen, was te verwachten. Maar bij Omtzigt gaat het juist om die ethische principes. Hij zit nu gevangen in een coalitie die ver afstaat van zijn idealen.
Samenvattend laat het beleid van het kabinet-Schoof op veel fronten te wensen over. Elk jaar wordt er gezegd dat we er een paar tienden van een procent op vooruitgaan. Het stelt allemaal weinig voor. Bedrijven blijven grotendeels buiten schot. In dat opzicht zien we geen trendbreuk ten opzichte van voorgaande begrotingen.
Er zijn misschien enkele redelijke punten te vinden in het beleidsprogramma van dit kabinet, maar de hoofdthema’s – zoals het asieldossier – zijn zorgwekkend. Daar is de invloed van de PVV duidelijk voelbaar. Zolang PVV de dominante partij is in deze coalitie, ben ik niet van plan er iets positiefs over zeggen.’