Het wonder van de Europese Unie
Door Maarten van Rossem • Illustraties Job van der Molen
Wat begon als een voorzichtige economische samenwerking tussen zes beschadigde landen, is decennia later uitgegroeid tot een innovatieve politieke constructie, die verdergaat dan de oprichters ooit voor mogelijk hielden. Met de euro als symbool heeft de Europese Unie verschillende crises glansrijk doorstaan. Verder moet Europa niet al te veel ambities hebben, maar vooral zorgen de zaken op orde te hebben.
Uit Maarten! 2023-2. Bestel een losse editie of word abonnee
In de jaren tachtig en negentig was ik sceptisch gestemd over de Europese Economische Gemeenschap. Die hoefde voor mij niet veel meer te worden dan een goed functionerende douane-unie, met duidelijke regelgeving. Sedertdien ben ik daar heel anders over gaan denken. Zowel om sentimenteel-historische als culturele en zeer praktische en dwingende redenen.
Alweer jaren geleden zat ik des avonds in een hotelkamer in een van die troosteloze Amerikaanse steden in The Great American Heartland. Ik keek natuurlijk naar CNN, en die zender gebruikte als vulling korte filmpjes die een beeld gaven van een of andere romantische buitenlandse locatie. Die avond was het een ouderwetse donkerrode tram die door de nauwe straten van een bejaarde Europese stad reed. Praag? Lissabon?
Bondsstaat en statenbond
Plotseling werd ik getroffen door een intense heimwee naar ‘Europa’. Niet eens zozeer naar een concrete locatie, maar naar een ideaalbeeld van Europa dat kennelijk in mijn geheugen huisde en was geactiveerd door de kleinere Amerikaanse steden, die alle de indruk maakten slechts tijdelijke kampementen te zijn in een enorme door God verlaten ruimte. Wie wil weten hoe het is om je in de ruimste zin van dat woord ‘Europeaan’ te voelen moet een tijdje in de USA gaan wonen.
Er is wel degelijk zoiets als een Europese cultuur. Daarvoor is een bezoek aan elk groot Europees museum een overtuigend bewijs. Mijn opvattingen over de Europese Unie veranderden ook door een artikel dat ik eens las, waarin duidelijk werd gemaakt hoe enorm groot de verschillen zijn tussen de Amerikaanse staten. Maine staat even ver af van Louisiana als Denemarken van Sicilië. Een vergelijkbare argumentatie vond ik in een stuk over India. Als dat land kan worden beschouwd als een natiestaat, zo werd daar gesteld, dan is de Europese Unie er zeker ook een, en bovendien een natiestaat die aanzienlijk beter is georganiseerd dan India.
Zeker, de VS en India zijn bondsstaten en de EU is een statenbond, maar dan toch wel een zonderlinge, zeer coherente statenbond. Denk ook aan het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Dat werd door iedereen beschouwd als een echte natie, maar kon ook worden gezien als een statenbond van twee staten. Wie een Oostenrijks paspoort had, kon niet ook een Hongaars paspoort hebben. Het was het een of het ander. Kennelijk ligt tussen de bondsstaat en de statenbond een vaag terrein, waar heldere definities ver te zoeken zijn.
Het Brussels Effect
Het is waar dat het uiteindelijke gezag in de EU bij de Raad van regeringsleiders ligt en dat die meestal – maar niet altijd – unanieme besluiten neemt. Maar de EU heeft ook een functionerende regering, te weten de Commissie en een Hooggerechtshof. En wetgeving die prevaleert boven nationale wetgeving en ook nog eens een gemeenschappelijke munt.
Dan heb ik het belangrijkste onderdeel van de EU nog niet vermeld: het acquis communautaire. Dat is een immens systeem van wetten, jurisprudentie, resoluties en afspraken over alle denkbare aspecten van binnenlandse regelgeving en buitenlands beleid van de EU. Landen die lid willen worden dienen akkoord te gaan met het acquis en landen die zaken willen doen met de Unie dienen zich te houden aan de omvangrijke regelgeving van de Unie.
Wie wil weten hoe het is om je ‘Europeaan’ te voelen moet een tijdje in de USA gaan wonen
Juist door dat laatste aspect heeft de EU op het punt van regelgeving indrukwekkende mondiale invloed gekregen. Die invloed is omschreven als het Brussels Effect, naar analogie van het California Effect. In de VS heeft de staat Californië verreweg de strengste regelgeving. Omdat het ook in economisch opzicht de belangrijkste staat is, houden Amerikaanse bedrijven zich aan de regels van Californië.
Zo werkt ook het Brussels Effect. Van de drie grootste economische spelers in de wereld heeft de EU verreweg de strengste regelgeving. Vandaar dat een bedrijf er verstandig aan doet die te volgen (zie The Brussels Effect. How the European Union Rules the World door Anu Bradford uit 2020).
Dure D-mark
Concluderend kan ik stellen dat de EU evident geen natiestaat is in de traditionele zin, maar zeker ook geen statenbond. Het is een zonderlinge hybride constructie die nog volop in ontwikkeling is. Mijns inziens is de EU, samen met de verzorgingsstaat, de belangrijkste en meest innovatieve politieke constructie van na de oorlog. De ontwikkeling van noodzakelijke regelgeving was en is in feite de kern van het integratieproces, dat al veel verder is gevorderd dan de stichters van de Europese Economische Gemeenschap voor mogelijk hielden.
In de eerste naoorlogse jaren was het duidelijk dat de kleinere Europese naties zonder deugdelijke internationale samenwerking economisch kansloos waren. Vergaande politieke en militaire samenwerking was onbespreekbaar, maar economische samenwerking was mogelijk. Het Europese integratieproject begon zodoende via de economische achterdeur. Hoe langdurig – maar toch dwingend – dat economische integratieproces kan zijn, laat de uiteindelijke komst van een gemeenschappelijke munt zien.
De EEG, die op 1 januari 1958 in werking trad met de zes oorspronkelijke leden – Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, België en Luxemburg – was een groot succes. De economische samenwerking maakte snelle voortgang. De samenwerking werd echter aanhoudend gehinderd door monetaire onzekerheden. Ook de omvangrijke landbouwsubsidies werden daardoor extra gecompliceerd. Kort samengevat: de D-mark werd almaar meer waard en de Franse franc en de lire steeds minder. De Fransen vonden dat de Duitsers maar moesten revalueren en de Duitsers vonden natuurlijk dat de franc gedevalueerd moest worden.
Jacques Delors
Na een ingewikkelde pas de deux met devaluatie en revaluatie in 1969 kreeg de commissie-Werner opdracht een oplossing voor de lange termijn te ontwerpen. Werner rapporteerde in 1970 dat er een Europese Monetaire Unie moest komen en eventueel een Europese munt. De jaren zeventig werden echter alom geteisterd door lamlendigheid, en dat gold ook voor de EEG. Men werkte wel aan monetaire samenwerking, maar er kwam niet veel van terecht.
Pas in de jaren tachtig werd de EEG gewekt uit haar onrustige sluimer. Dat was vooral het werk van de Franse politicus Jacques Delors, die in 1985 voorzitter van de Commissie werd.
De EU is een zonderlinge hybride constructie die nog volop in ontwikkeling is
Delors had natuurlijk wel de ruimte nodig die Kohl en Mitterrand hem gaven. Hij begon met de Single European Act, die ten doel had de werking van de gezamenlijke markt verder te perfectioneren. Die wet werd pas in 1987 geëffectueerd, omdat Denemarken slechts na goedkeuring in een referendum wilde tekenen. Op basis van een mandaat van de Raad werkte een commissie onder leiding van Delors aan een reeks van voorstellen die zou moeten leiden tot een economische en monetaire unie.
Met het Verdrag van Maastricht werd besloten die voorstellen uit te voeren. Er kwam een Europese munt, de euro. De Bundesbank was daar niet gelukkig mee, maar Kohl wilde de leden van de EU, zoals de EG sinds Maastricht heette, duidelijk maken dat de Bondsrepubliek zich ook na de Duitse hereniging voor honderd procent committeerde aan de Europese samenwerking. Bovendien hadden de Fransen besloten dat zij de Duitse hereniging alleen wilden accepteren als de euro er daadwerkelijk kwam. Zij hoopten zo meer invloed te kunnen uitoefenen op het monetaire beleid van de EU.
Crises
Aanvankelijk ging het prima met de euro, maar de kredietcrisis van 2008-2009 was een pijnlijke vuurproef voor de nieuwe munt. Diverse eurolanden, die vanwege de euro goedkoper geld konden lenen dan voorheen en dat op grote schaal hadden gedaan, raakten in grote problemen. De constructie van de euro werd nu gezien als onbegrijpelijk lichtzinnig. De euroconstructeurs hadden echter welbewust risico’s genomen, in de verwachting dat een eurocrisis de munt juist steviger zou ankeren.
Daar zag het echter aanvankelijk niet naar uit. Deskundigen, in het bijzonder natuurlijk economen, meenden zeker te weten dat de euro het niet zou redden en in strikt technische zin leek dat een juiste mening. Maar de munt overleefde de crisis en werd inderdaad hechter verankerd. Frankrijk en Duitsland was er immers alles aan gelegen de euro te redden. Was dat niet gebeurd, dan was waarschijnlijk de hele EU gestrand.
De euro was meer dan een monetaire exercitie; het was en is ook een symbool van de succesvolle integratie. Na 2010 overleefde de EU een hele reeks van crises. De Brexit was onaangenaam voor de EU, maar uiteindelijk veel onaangenamer voor het VK, hetgeen overtuigend duidelijk maakte dat een exit uit de EU onder alle omstandigheden een daad van verbazende stompzinnigheid zou zijn. De vluchtelingencrisis leek het einde in te luiden van de welhaast onmisbare Merkel, maar haar moedige ‘Wir schaffen das’ bleek uiteindelijk een juiste analyse. Wat niet wegneemt dat een structurele oplossing van het immigrantenprobleem nog steeds op zich laat wachten.
In de Covid-crisis liet de EU na een wat trage start geen steken vallen. Uiteindelijk waren de vaccinatiepercentages in de EU hoger dan die in de USA en China. De Covid-crisis zorgde ook voor een primeur: Merkel staakte haar verzet tegen leningen die door de EU zelf zouden worden aangegaan. In de Oekraïne-crisis ten slotte heeft de EU zich opmerkelijk eensgezind en daadkrachtig getoond. Daarbij is effectief samengewerkt met de USA en de NATO.
Imperiumrestanten
Met de EU is ongetwijfeld nog steeds van alles mis, al is het maar de trage besluitvorming, maar de Unie is sedert 1989 fundamenteel veranderd en veel sterker geworden. De Sovjet-Unie is verdwenen van het wereldtoneel en Rusland is op z’n best nog een regionale machtsfactor. In de tussentijd is de EU een wereldspeler geworden, naast de VS en China. Wel, zoals altijd direct wordt opgemerkt, een wereldspeler zonder militaire macht, maar daar hebben we het zo nog even over.
De verandering van het politieke en economische gewicht van de Unie had natuurlijk alles te maken met de snelle expansie. Tot en met 1995 waren vrijwel alle West-Europese landen, met uitzondering van Zwitserland en Noorwegen, toegetreden. Noorwegen en Zwitserland zijn sterk afhankelijk van de Unie en bij uitstek onderhevig aan het Brussels Effect.
In de Oekraïne-crisis heeft de EU zich opmerkelijk eensgezind en daadkrachtig getoond
Na 2004 zijn ook alle naties uit het voormalige Sovjetimperium plus Malta en Grieks-Cyprus lid van de Unie geworden. Na de Brexit heeft de Unie nu 27 leden. Vooral de incorporatie van het voormalige Sovjetimperium was een historische gebeurtenis van uitzonderlijke betekenis, ondanks het – hopelijk tijdelijke – droevige lot van Hongarije en Polen. Wat zou immers de positie van deze imperiumrestanten zijn geweest zonder het EU-dak boven het hoofd? Al die landen waren immers zowel in economisch als in politiek opzicht bijzonder zwakke broeders.
Tal van voormalige Oostbloklanden hebben zich ondertussen voorspoedig ontwikkeld. Ook in dat opzicht maakt de agressieve ondankbaarheid van Polen en Hongarije geen prettige indruk. Laten we het houden op een backlash vanuit een diep minderwaardigheidscomplex.
Strijdmacht
Het lidmaatschap van de NATO geeft al deze landen een geloofwaardige verzekering tegen eventuele agressie van het ‘nieuwe’ Rusland. Daarmee komen we dan toch weer bij de pijnlijke constatering van de militaire zwakte van de EU. De EU heeft Oekraïne goed geholpen, maar de omvangrijke militaire steun van de VS was doorslaggevend. De Europese leden van de NATO, met uitzondering van Frankrijk, hadden hun militaire apparaat sterk verwaarloosd.
Maar laten we nu eens aannemen dat Duitslands Zeitenwende daadwerkelijk wordt uitgevoerd, dat Duitsland de Bundeswehr in de komende jaren weer ontwikkelt tot een moderne strijdmacht, in overeenstemming met zijn financiële en productietechnische middelen. Dat vervolgens die Bundeswehr effectief samenwerkt met het Franse leger. Dan zou een dergelijke strijdmacht toch op z’n minst evenwaardig of zelfs evident superieur moeten zijn aan het Russische leger, dat het afgelopen jaar bepaald geen grootse indruk heeft gemaakt? Buiten Rusland zijn er in de EU-regio geen werkelijk gevaarlijke tegenstanders. De kleinere Europese naties heb ik gemakshalve even buiten deze calculaties gehouden. Let wel: ik heb het niet gehad over een ‘Europees’ leger.
Interessante speler
Als de EU onder normale militaire omstandigheden op eigen benen kan staan, is dat ook van eminent belang als Europa zich niet wil laten betrekken in het mijns inziens volstrekt onzinnige en overbodige potentiële conflict tussen China en de VS. Dat zou gaan over zoiets als ‘wereldmacht’, een fata morgana van geopolitieke studie-instituten. Gezien de omvang en potentiële ontwikkeling van de wereldeconomie, zijn noch de VS, noch China in staat die volledig te domineren. Zeker China niet, vanwege zijn demografische problemen.
De Brexit was onaangenaam voor de EU, maar uiteindelijk veel onaangenamer voor het VK
De VS zijn in vrijwel alle opzichten machtiger dan China, maar worden geteisterd door een volstrekt disfunctionele binnenlandse politiek. In mijn optiek is de EU, zonder al die sentimentele nationalistische gevoelens die China en de VS in de weg zitten, een veel interessantere speler op het wereldtoneel. In elk geval beter dan een licht geschifte politiestaat of een natie die gekluisterd zit aan een volkomen verouderde, onbruikbare grondwet.
Ik aarzel wel om mij in dit verband te committeren aan het idee van Timothy Garton Ash, die de EU graag zou zien opereren als een ‘new kind of empire’, in het bijzonder een ‘post imperial empire’. Een mooi idee, maar wat heb je er precies aan? Misschien moet de EU niet al te ambitieus zijn (zijn het niet juist die rare ambities die China en de VS kwellen?) en vooral zorgen haar zaken op orde te hebben.
Wachtkamer
Resteert de vraag naar een verdere uitbreiding van de Unie. In mijn zoals gewoonlijk grenzeloze optimisme twijfel ik niet aan het feit dat Wit-Rusland en Oekraïne voor 2050 lid zullen zijn van de Unie, maar het kan ook nog jaren duren. Wat we precies met Turkije moeten, dat al decennia in de wachtkamer zit en daar opstandige geluiden maakt, weet ik niet. Geografisch past het niet erg in de EU. Associatie, vergaande economische toegang – allemaal uitstekend, maar lidmaatschap voorlopig toch maar niet. Misschien kunnen we de wachtkamer een opknapbeurt geven.
Ten slotte toch nog eenmaal aandacht voor de wonderlijke ontwikkeling waar dit verhaal over gaat: een beperkt samenwerkingsverband van zes beschadigde en armoedige Europese landen, dat – zij het geholpen door de omstandigheden – is uitgegroeid tot een wereldspeler met een unieke, flexibele constructie, die nog lang niet aan het eind van haar mogelijkheden is.
Meer lezen uit dit nummer? Bestel hier uw exemplaar
Wat begon als een voorzichtige economische samenwerking tussen zes beschadigde landen, is decennia later uitgegroeid tot een innovatieve politieke constructie, die verdergaat dan de oprichters ooit voor mogelijk hielden. Met de euro als symbool heeft de Europese Unie verschillende crises glansrijk doorstaan. Verder moet Europa niet al te veel ambities hebben, maar vooral zorgen de zaken op orde te hebben.
Uit Maarten! 2023-2. Bestel een losse editie of word abonnee
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren