Wat is er over van de Arabische Lente?
DOOR LOTTE VAN DER SLUIS
Vlak voordat de Egyptische protestgolf tegen president Mohammed Morsi in juni 2013 uitbrak, vertrok journalist Eduard Cousin naar Caïro. Hij zag hoe generaal Abdel Fattah al-Sisi de macht greep en de protesten en persvrijheid inperkte. In Nu de wereld niet meer kijkt laat Cousin zien hoe het een land met veel potentie niet lukt om los te komen van een onderdrukkend regime.
In 2011 verzamelden tienduizenden Egyptenaren zich op het Tahrirplein in Caïro. Ze protesteerden tegen de regering van Hosni Moebarak, die als gevolg van de Arabische Lente moest aftreden. Na verschillende regimewisselingen wist generaal Sisi met zijn leger de macht te grijpen. Sindsdien voert hij een strikt regime. De armoede in Egypte neemt toe, de werkloosheid stijgt en de repressie van de overheid drukt op de mentale gezondheid van de bevolking.
Eduard Cousin. Fotograaf: Fjodor Buis.
Waarom konden de revolutionairen tijdens de Arabische Lente niet de democratische verandering bewerkstelligen waar ze op hoopten?
‘In 2011 werd Hosni Moebarak afgezet en volgde er een chaotische periode. De seculiere oppositiegroepen waren sterker verdeeld dan de Moslimbroederschap. Er kwamen veel politieke partijtjes op die in een linkse, seculiere hoek zaten, maar die het niet met elkaar eens waren over de lijn die ze moesten voeren. De enige partij met een grote landelijke organisatie was de Moslimbroederschap. Daardoor wonnen zij de verkiezingen in 2012 en werd Morsi president.
Veel revolutionairen stonden in 2013 achter de machtsovername van generaal Sisi, vooral omdat ze tegen de Moslimbroederschap waren. De revolutionairen hoopten dat Sisi van Egypte weer een democratie zou maken. Ze waren blij dat hij de Moslimbroederschap hard aanpakte, maar teleurgesteld toen bleek dat er een militair regime aan de macht zou blijven. Opnieuw kamen er demonstraties, maar die werden hard neergeslagen en ingeperkt met een protestwet.’
Wat waren uw verwachtingen toen u op 27 juni 2013 voor het eerst een demonstratie bijwoonde op het Tahrirplein?
‘Ik wist niet veel van de politieke situatie, behalve dat Mohammed Morsi aan de macht was. Ik had gehoord dat er nieuwe protesten kwamen, maar ik had nog geen idee hoe groot die zouden worden en dat het een machtswisseling zou veroorzaken. Ik was jong en nog onervaren in de journalistiek. Ik vond het vooral spannend om naar een plek te gaan die het nieuws beheerste.
Ik kwam naar Egypte en binnen twee weken was er een staatsgreep. Pas later kwam de impact van dat moment binnen. Ik was daar waar het gebeurde, ik was getuige van de Arabische Lente. Ik ben opgegroeid in Nederland en heb niet veel gereisd, dus ik zag geschiedenis altijd als iets wat zich op andere plekken afspeelde. Nu was ik toch aanwezig bij een historisch moment.’
De Arabische Lente domineerde destijds het nieuws. Wanneer is de wereld gestopt met het kijken naar Egypte?
‘In de revolutionaire fase was het onduidelijk welke kant het op zou gaan. Op politiek vlak gebeurde er van alles, waardoor de schijnwerpers van de wereld zich steeds op Egypte richtten. Toen Sisi aan de macht kwam en het recht op protesteren inperkte, gingen veel journalisten het land uit. De spanning was er voor hen af en het momentum was voorbij.
Ook in Nederland nam het nieuws over Egypte af. Er zat geen beweging meer in de politiek en het werd minder nieuwswaardig. Ik krijg vaak vragen uit Nederland over wat er nu gebeurt, omdat veel mensen denken dat na de revolutie alles weer bij het oude is.
De Egyptische overheid is het overigens niet eens met de stelling dat de wereld niet meer kijkt. De hele wereld schrijft over mensenrechtenschendingen in Egypte, terwijl dat bij andere landen niet gebeurt, zeggen ze. Veel Egyptenaren vinden dat de wereld juist te veel naar hun land kijkt.’
‘Veel Egyptenaren vinden dat de wereld juist te veel naar hun land kijkt’
U schrijft dat u blij bent dat de Moslimbroederschap niet aan de macht is.
‘Stiekem ben ik daar inderdaad blij om. Dat wil niet zeggen dat ik gelukkig ben met president Sisi, maar ik vind de Moslimbroederschap geen prettig alternatief. Zij streven naar absolute macht en een Egypte met een religieuzer, conservatiever karakter. Dat zou onplezierig zijn voor christenen en liberale Egyptenaren, dus ook voor mijn vrienden. In mijn ogen is de Moslimbroederschap niet de oplossing.’
Religie is ook onder president Sisi belangrijk in Egypte. Je geloofsovertuiging staat zelfs op je identiteitskaart. Werkt religie polariserend in het land?
‘Het vermelden van je religie op je ID-kaart vind ik erg vervelend, vooral omdat ik de vrijheden in Nederland gewend ben. Ik vind dat de staat geen grote rol moet spelen in religie. Als een Egyptische politieagent me staande houdt, mag dat in mijn ogen niet met mijn geloofsovertuiging te maken hebben. Maar daaraan ontkom je niet als het op je ID-kaart staat.
In mijn boek beschrijf ik het verhaal van een kopt, een christen, die merkt dat hij anders behandeld wordt zodra bewakers bij een overheidsgebouw ‘christen’ op zijn ID –kaart zien staan. Religie polariseert het land absoluut. Wanneer christenen een dorpskerk willen openen en de moslimgemeenschap dat niet wil, zorgt dat voor conflicten. Dat je geloofsovertuiging op je ID-kaart staat veroorzaakt misschien geen polarisatie, maar wel segregatie. Het zorgt ervoor dat er duidelijk verschillende werelden zijn.’
Aan de hand van uw eigen werkzaamheden beschrijft u de afnemende persvrijheid. Denkt u dat die nog terug kan komen?
‘Veel Egyptenaren blijven proberen om onafhankelijk nieuws te brengen, maar hun kleine websites worden geblokkeerd en bereiken niet het grote publiek. Op dit moment zijn alle grote media in handen van – of op de hand van – de staat. Dat gaat niet veranderen onder dit regime, want president Sisi zit in het zadel bij de gratie van onderdrukking.’
Wat is er nodig voor een politieke ommezwaai?
‘Er zou een nieuwe revolutie nodig zijn, maar dat zie ik niet gebeuren. Eigenlijk heeft Egypte mensen in de top van het leger nodig die de politieke wil hebben om een duurzame verandering te bewerkstelligen. Het leger is de machtigste groep in Egypte. Als legeraanvoerders besluiten dat onderdrukking niet de manier is om het land verder te ontwikkelen, kunnen zij daar verandering in brengen. Het is moeilijk voor te stellen dat het leger zich anders gaat opstellen, maar je mag altijd dromen.’
‘Geloofsovertuiging op een ID-kaart veroorzaakt geen polarisatie, maar segregatie’
Ongeveer een derde van de Egyptenaren leeft van 40 euro of minder per maand. Kan Egypte de huidige armoede en werkloosheid doorbreken?
‘Ambtenaren en bestuurders weten dat ze de werkloosheid moeten aanpakken. Zij willen werk, banen en meer zekerheid bieden aan een steeds grotere groep jongeren die de arbeidsmarkt betreedt. De overheid beseft dat er onrust ontstaat als dat niet lukt. Voor de instandhouding van het regime is het dus belangrijk dat mensen perspectief krijgen, maar of dat gaat lukken is de grote vraag.
In sommige sectoren, zoals de infrastructuur, komt er langzaam meer werkgelegenheid. Toch lukt het nog niet om meer fabrieken en productie naar Egypte te halen. Het leger bezit veel fabrieken en daar kunnen bedrijven moeilijk mee concurreren. Het nieuwe Egyptische voornemen om staats- en legerbedrijven te privatiseren komt vooral door internationale druk. Het IMF en de Wereldbank verstrekken leningen aan Egypte, maar alleen op de voorwaarde dat ze de economie gezonder maken. Naast het creëren van economische groei moet Egypte ook de bevolkingsgroei onder controle krijgen.’
U vertelt in uw boek persoonlijke verhalen van de gewone Egyptenaar. Welk verhaal vindt u het meest indrukwekkend?
‘Dat van Mounir, mijn vriend en collega bij Daily News Egypt. Hij studeerde af in 2014 en wilde iets in de journalistiek doen. Destijds geloofden diverse media en journalisten nog dat zij het verschil konden maken. Ook terwijl dat geloof afnam, bleef Mounir verslag doen van islamisten in de gevangenis, mensen die zijn doodgemarteld of demonstranten die het lastig kregen. Die verhalen maakten hem soms zwaarmoedig, maar hij bleef minderheden en dissidenten een stem geven totdat het niet meer mogelijk was. Toen is hij als fixer (lokaal contactpersoon van een buitenlandse verslaggever, red.) gaan werken voor een buitenlandse journalist, zodat deze verhalen alsnog in een buitenlandse krant werden geplaatst. Als jonge journalist was dat enorm heftig, maar hij ging door. Dat doorzettingsvermogen vind ik bijzonder.’
Bent u optimistisch over de toekomst van Egypte?
‘Ik ben optimistisch over de potentie van het land. Mensen proberen er onder moeilijke omstandigheden toch iets van te maken. De weerbaarheid van de bevolking is enorm en er zijn altijd ideeën voor nieuwe projecten. Helaas worden die initiatieven en dromen nu ontmoedigd, want je kunt niet buiten de lijntjes van het regime stappen. Dat is een verstikkend klimaat. Als je bijvoorbeeld je café wilt uitbreiden zonder de juiste papieren – die overigens vrijwel onmogelijk te bemachtigen zijn – staat op den duur de politie op de stoep. Die komt dan niet de wet handhaven, maar een deel van de winst opstrijken.
Door corona zal het nog langer duren voordat de armoede afneemt, want het toerisme is ingestort. Misschien wordt het op de middellange termijn iets beter. Het ligt er echt aan of het regime ervoor kiest om de economie gezonder en transparanter te maken. Maar op het gebied van politieke verandering, vrijheid en openheid ben ik vrij somber.’
‘De politie komt niet de wet handhaven, maar een deel van de winst opstrijken’
Wat hoopt u met het boek te bereiken?
‘Ik wil het gevoel bestrijden dat alles weer hetzelfde is na de verkiezing van Sisi. Daarnaast denk ik dat het voor Nederland interessant is om te zien hoe het leven eruitziet in een groot land in de periferie van Europa. Met welke uitdagingen hebben de Egyptenaren te maken en waarom willen zoveel mensen naar Europa migreren?
Ten slotte wil ik stereotypes bestrijden. Ik hoor vaak dat mensen denken dat Egypte zich niet ontwikkelt omdat mensen de hele dag lui in een café zitten. Maar Egyptenaren werken meer uren dan Nederlanders. Ze kennen hier geen veertigurige werkweek of arbodienst. Ze maken tachtig of negentig uur in de week met een zware baan waardoor hun knieën het tien jaar later begeven.’
Had Nederland naar Egypte moeten blijven kijken?
‘Nee, zo werkt het nieuws; er moeten grote gebeurtenissen plaatsvinden om dingen in de krant of op de radio te krijgen. Alleen bij een protest, een aanslag of toevallige verkiezing hebben mensen opeens weer interesse.
Toch merk ik dat men ook in de politiek en op diplomatiek vlak minder belang hecht aan Egypte omdat er weinig gebeurt. Op dat niveau is het wel belangrijk om Egypte te blijven volgen. Het is een grote buur van Europa met veel potentie, waar een groep ontevreden jongeren met weinig perspectief zit. Het land is chronisch instabiel, dus Europa moet goed in de gaten houden welke rol het daarin wil spelen.’
Eduard Cousin. Nu de wereld niet meer kijkt. Leven in Egypte na de Arabische Lente.
Atlas Contact. 240 pagina’s, €21,99.
Vlak voordat de Egyptische protestgolf tegen president Mohammed Morsi in juni 2013 uitbrak, vertrok journalist Eduard Cousin naar Caïro. Hij zag hoe generaal Abdel Fattah al-Sisi de macht greep en de protesten en persvrijheid inperkte. In Nu de wereld niet meer kijkt laat Cousin zien hoe het een land met veel potentie niet lukt om los te komen van een onderdrukkend regime.
In 2011 verzamelden tienduizenden Egyptenaren zich op het Tahrirplein in Caïro. Ze protesteerden tegen de regering van Hosni Moebarak, die als gevolg van de Arabische Lente moest aftreden. Na verschillende regimewisselingen wist generaal Sisi met zijn leger de macht te grijpen. Sindsdien voert hij een strikt regime. De armoede in Egypte neemt toe, de werkloosheid stijgt en de repressie van de overheid drukt op de mentale gezondheid van de bevolking.
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren